Gemetalliseerd beton, een unieke Nederlandse vinding

Gordijnenfabriek, Wild & Haldebeck, Amsterdam Foto: Sebas Baggelaar

Aan het Boerhaaveplein in Amsterdam staat de voormalige gordijnenfabriek van de firma Wild & Haldebeck. Het pand, gebouwd in 1921 naar de plannen van de relatief onbekende Carel Tenenti valt niet sterk op: de klassieke compositie is sober van opzet, met enkele art deco/ Amsterdamse School versieringen en het past keurig bij de omliggende bebouwing. Wel kent het een aantal bijzondere details. Zo heeft het een aantal grote stenen reliëfs met opschriften. Het zijn gevelreclames met de naam van de firma en de aanduiding voor de entrees naar de ‘Kantoren’ en de ‘Fabriek’. In de plint en vlak onder de dakrand zijn verder kleinere ornamenten te vinden. Doordat ze beschadigd zijn, zie je dat deze van beton zijn gemaakt: de wapening steekt er doorheen. Toen ik onlangs langs het gebouw liep, viel mij op dat er aan de zijkant van enkele van de betonnen ornamenten in de plint een mysterieus opschrift zit…

Gordijnenfabriek Wild & Haldebeck, detail met opschrift Foto: Sebas Baggelaar

Een onopvallend opschrift met veel betekenis
De opschriften zijn goed verstopt. Ze zitten aan de binnenzijde van de raamopening en op één van deze ornamenten is de tekst zelfs gedeeltelijk verdwenen. Ze moeten bij het storten in de mal zijn aangebracht, want zij zijn duidelijk tegelijkertijd gegoten. Het opschrift luidt:
NED. OCTR
No 2338:2339:
1918:2792

In eerste instantie lijkt het op een merkje van de fabrikant, zoals die ook wel eens op andere bouwelementen of -materialen te vinden is, zoals bakstenen of ijzerwerk. Ik zou er niet veel aandacht aan hebben besteed als mij niet nog iets anders was opgevallen aan het pand.

De verschillende betonnen gevelornamenten hebben een verweerd uiterlijk en lijken van een afstand bedekt te zijn met uitslag van verschillende metalen. De reliëf met “Kantoren” bijvoorbeeld heeft een groene uitslag die van koper lijkt af te komen. Andere reliëfs hebben een gevlekt patroon dat lijkt op uitslag van ijzer of andere metaalsoorten. Er is echter in de omgeving van de platen geen metaal te bekennen. Bij nadere bestudering van het beton, bijvoorbeeld waar stukjes zijn afgebrokkeld, blijkt het patroon dan ook niet OP het beton te zitten, maar zich DOOR het beton te bevinden.

Steenreliëf ‘Kantoren’ Gordijnenfabriek Wild & Haldebeck Foto: Sebas Baggelaar

Gemetalliseerd beton
Bij een eerder onderzoek was ik gestuit op betonmetallisatie, een speciaal procedé om levendige verkleuringen aan beton mee te geven. Beton had in het begin van de 20e eeuw een dubbele reputatie. Het was aan de ene kant een wondermiddel, waarmee men stevige bouwelementen van elke gewenste vorm gemakkelijk kon produceren. In theorie was dit ideaal voor de Amsterdamse School architecten die veel met glooiende en golvende vormen werkten. Aan de andere kant werd beton ook gezien als erg lelijk, door zijn grauwe en kille kleur en structuur.

Gemetalliseerd beton, ontwikkeld en in 1916 gepatenteerd door de broers dr. Ir. L. A. Sanders en A.J. Sanders en geproduceerd bij de NV Nederlandsche Betonijzerbouw te Amsterdam, moest het nadeel van beton opheffen: door metalen (feitelijk opgeloste metaalzouten) voor het storten in Portlandcement te verwerken ontstond een kleurig eindresultaat in een gemarmerd patroon. Het zorgde er voor dat het doodse materiaal ging ‘leven’. Bij het proces ontstond een soort dikke korst van ongeveer een centimeter dikte die stevig was verbonden met het binnenste (vaak gewapend) beton. Door verschillende metalen te gebruiken konden allerlei kleuren en effecten worden verkregen, variërend van blauw, groen, rood, wit en grijs tot metaalachtige kleuren als brons, kobalt en messing.

Warmer dan marmer
Het gemetalliseerde beton moest aan de man worden gebracht en hiervoor werden alle mogelijke middelen gebruikt. In verschillende kranten adverteert de NV met de leus ‘warmer dan marmer’. Maar naast de esthetische kwaliteiten werd ook beweerd dat het beton door de metaalverbindingen ‘tot 100% sterker’ zou worden. In 1917 werd het materiaal voor het eerst toegepast in een conceptueel tuinhuis op de Tweede Jaarbeurs in Utrecht. Het was een showcase voor gemetalliseerd beton ontworpen door architect Gratama die hiervoor alle varianten van het beton had gebruikt.

De methode had allerlei variaties in toepassingen. Zo werden aan de binnenwanden van het Tehuis voor Arbeiders aan de Marnixstraat in Amsterdam van architect Van der Pek gemetalliseerde cementplaten aan de binnenwanden gebruikt als lambrisering. Hoewel de meningen hierover verdeeld waren, was de toepassing er goedkoper dan houtbetimmering of tegels. Ook werden er gemetalliseerde tegels en dakpannen geproduceerd en konden beeldhouwwerken worden uitgevoerd in het materiaal. Andere voorbeelden waar het is toegepast zijn het interieur van Radio Kootwijk van architect Luthmann en bij het beeldhouwwerk van het Belgenmonument in Amersfoort van Huib Hoste.

Steenreliëf ‘Fabriek’ Gordijnenfabriek Wild & Haldebeck Foto: Sebas Baggelaar

Het gemetalliseerde beton is uiteindelijk alleen in Nederland toegepast. De voorbeelden zijn echter uiterst zeldzaam, niet in de laatste plaats omdat het experiment al snel ten einde liep. De productie van gemetalliseerd beton bleek al snel gecompliceerd ten opzichte van bijvoorbeeld betonverven en was daardoor relatief duur. Ook bood het geen antwoord op de vraag vanuit de architectenbranche. Zo schreef niet iedereen positief over het nieuwe materiaal. Uit het Algemeen Handelsblad: De metalliseering geeft de oude, de picturale, oplossing, zij stelt ons in staat om een geheel in gewapend beton opgetrokken gebouw te doen schitteren van kleur en heerlijkheid, maar zij geeft niet de definitieve, de eigenlijke, de moderne, de monumentale oplossing. In Zooverre is zij enigszins gevaarlijk want zij stelt den eigenbouwer, den beunhaas, den prutser, in staat om van een architectonisch prul iets te maken dat door kleurwerking waarachtig nog naar iets lijkt, en zij leidt den ernstige architect af van zijn zuiveren weg naar de schoonheid, eigen aan de nieuwe eischen en nieuwe opgaven en nieuwe technieken. Het materiaal miste een zekere ‘echtheid’. De ontwikkeling stokte, omdat de vraag achterbleef en de NV Nederlandsche Betonijzerbouw ging in 1923 failliet en de inboedel en octrooien werden verkocht. Aan het eind van de jaren ’20 heeft niemand het meer over het metalliseren van beton.

NED. OCTR No 2338:2339:1918:2792
De opschriften op de gordijnenfabriek deden vermoeden dat deze iets te maken zouden kunnen hebben met het bijzondere materiaal. Een zoektocht naar de octrooinummers leverde in eerste instantie niets op: Nederlandse octrooien zijn in de loop der tijd opgegaan in een Europese databank, waarbij de oorspronkelijke nummers zijn aangepast. Maar het krantenarchief van de Koninklijke Bibliotheek leverde inderdaad een positief resultaat. Een advertentie van een agent in de provincie Drenthe in de Provinciale Drentsche en Asser Courant van 7 juni 1922 rept over de octrooien van het gemetalliseerde beton: 2338, 2339, 1908 en 2792. Goed, er zit een spelfoutje in één van de nummers, maar het is onmiskenbaar dat het opschrift inderdaad refereert naar gemetalliseerd beton, waarmee wordt bevestigd dat de decoraties uit dit materiaal zijn vervaardigd.

Metallisatie van Beton, Provinciale Drentsche en Asser Courant, 07-06-1922

Niet te restaureren
Ondanks de bijzondere geschiedenis van gemetalliseerd beton is het materiaal relatief onbekend. Als men al bekend is met de term, heeft men er vaak alsnog geen idee van wat het metalliseren precies inhoudt. De ‘vlekken’ worden voor hinderlijke verkleuringen gehouden en bij beschadigingen wordt het met regulier beton hersteld of zelfs vervangen. Het wordt ‘repareren’ in plaats van ‘restaureren’. Het is bovendien een materiaal dat gevoelig is voor betonrot, waardoor tegenwoordig zo goed als alle voorbeelden zijn verdwenen. Zo zijn de beeldhouwwerken van het Belgenmonument van Hildo Krop, die oorspronkelijk in gemetalliseerd beton waren uitgevoerd, al in 1957 vervangen door kopieën in kalkzandsteen. Bij de recente restauratie (2016) werd geen rekening gehouden met herstel. Ook bij Radio Kootwijk is het materiaal inmiddels deels verdwenen. Maar, zo gaf Herdis Heinemann in 2016 aan, restaureren is zo makkelijk nog niet. Heinemann, gepromoveerd op historisch beton: „we zouden ook niet meer weten hoe het moet. De kennis van metalliseren van beton is verloren gegaan dus we kunnen het niet eens meer restaureren.” Wat overblijft is het consolideren van de overgebleven delen behoeden van verder verval.

Helaas zijn ook bij de gordijnenfabriek enkele van de decoraties beschadigd geraakt. Sommigen zijn zelfs al gerepareerd, maar deze zijn dan ook uitgevoerd met verschillende varianten van gangbaardere betonsoorten. Of dit het resultaat is van onkunde of onmacht, het is in ieder geval zonde, want daarmee zijn de kleurschakeringen die het materiaal zo uniek maken, verdwenen.

Hopelijk wordt ooit alsnog de waarde van het unieke materiaal ingezien en wordt er werk gemaakt om verder verval te voorkomen en beschadigingen zo goed mogelijk te herstellen. Zo kan ik mij indenken dat het beton ‘gemarmerd’ zou kunnen worden, zoals men ook in staat is houten lambrisering zo te beschilderen, dat het op marmer lijkt. Het mooiste zou echter zijn als er een betonproducent is die de oude methode kan reproduceren!

Voor meer over de geschiedenis van de firma Wild & Haldebeck:
– Galesloot, H., We maakten gordijnen, kinderpyamaatjes, beddengoed, Oost-Online, 10-11-2016

Overige bronnen:
– Hoste, Huib, ‘Een brug in gewapend beton, P. Kramer’ in De Telegraaf (07-10-1916)
– Kasteren, Joost van, ‘Onbewapend beton’ in NRC (14-05-2016) (€)
– Loghem, Ir. J.B. Van, ‘Gemetalliseerd beton‘ in De Beweging (1918, jg14, p353-359)

– Metallisatie van beton, De Tijd, 05-02-1916
– N.V. Nederlandsche Betonijzerbouw, Algemeen Handelsblad, 10-08-1916
– Metallisatie van beton, Haagsche Courant, 10-08-1916
– Metallisatie van beton, De Tribune, 26-05-1917
– Gemetalliseerd beton, Algemeen Handelsblad, 09-06-1918
– Metallisatie van Beton, Provinciale Drentsche en Asser Courant, 07-06-1922

The following two tabs change content below.

Sebas Baggelaar