Het Groningse ‘monument-light’: innovatief, maar mist juridische grondslag

CC-BY-SA-3.0-NL
Dubbel pakhuis in Groningen (REFERENTIEBEELD) Foto: Crcd via wikimedia

De gemeente Groningen introduceerde twee jaar geleden het ‘gemeentelijk monument-light’. Hierbij gaat het niet om de bescherming van een geheel pand, maar slechts om bepaalde onderdelen daarvan. Maatwerk, zou je kunnen zeggen, met minder regels voor de eigenaar. Er werden ruim tweehonderd ‘monumenten-light’ aangewezen. Maar de gemeente was vergeten de erfgoedverordening aan te passen om dit mogelijk te maken. De eigenaar van een dubbel pakhuis die het niet eens was met de aanwijzing vond onlangs een gewillig oor bij de Raad van State. De juridische grondslag voor de aanwijzing van een ‘monument-light’ ontbrak en ontbreekt.

Bescherming gebouwd erfgoed
De bescherming van gebouwd erfgoed is op verschillende manieren mogelijk. Zo kennen we het rijksmonument, het provinciaal en het gemeentelijk monument, dat – eenvoudig gezegd – in zijn geheel beschermd is, dus zowel het exterieur als het interieur. Daarnaast bestaan er beeldbepalende panden, waarbij de bescherming uitsluitend is gericht op het beeldbepalende exterieur en de bouwvorm. En dan zijn er natuurlijk de beschermd stads- of dorpsgezichten, waarbij ook de uiterlijke verschijningsvorm voorop staat.

‘Monument-light’
De gemeente Groningen wees in 2015 een dubbel pakhuis uit de negentiende eeuw aan als ‘gemeentelijk monument-light’. De bescherming betrof uitsluitend de voorgevel, de dakvorm en de dakbedekking. Alleen voor wijzigingen van die onderdelen was een vergunning nodig.

Een ‘monument-light’ lijkt dus veel op een beeldbepalend pand. Ook daarvoor geldt over het algemeen dat er een vergunning vereist is voor wijziging van het exterieur of voor sloop. Met als verschil dat een beeldbepalend pand over het algemeen beschermd wordt met regels in het bestemmingsplan en een ‘monument-light’ niet. Er zijn verschillen in de procedures voor aanwijzing en bescherming.

Erfgoedverordening niet op orde

Bij de aanwijzing van de ‘monumenten-light’ was de gemeente Groningen echter vergeten dat de eigen erfgoedverordening geen mogelijkheid bood tot aanwijzing. De eigenaar van een dubbel pakhuis uit de negentiende eeuw was het niet eens met de aanwijzing en legde de lange procedurele weg af tot aan de Raad van State. Die oordeelde op 6 september 2017 dat de gemeente Groningen geen juridische grondslag had om een ‘monument-light’ aan te wijzen. De gemeente had eerst de erfgoedverordening op orde moeten maken. De aanwijzing van het dubbele pakhuis was daarmee van de baan.

Voegt het ‘monument-light’ eigenlijk wel iets toe?
Het ‘monument-light’ is in zekere zin innovatief. Het geeft een eenvoudige bescherming met minder regels. De vraag blijft wel of het iets wezenlijks toevoegt ten opzichte van het beeldbepalende pand of het beschermde stadsgezicht. Als over enkele jaren de Omgevingswet wordt ingevoerd en alle gemeentelijke monumenten, gewone of ‘light’, via het omgevingsplan (de opvolger van het bestemmingsplan) zullen worden beschermd, zal er praktisch gesproken ook geen onderscheid meer zijn.

Extra: juridische fijnproeverij
Voor de fijnproevers is er nog aardig aspect aan deze zaak. In een eerder stadium had de eigenaar namelijk bot gevangen bij de rechtbank. Die had weliswaar geconstateerd dat aanwijzing als ‘monument-light’ niet mogelijk was op grond van de erfgoedverordening, maar honoreerde de intentie van de gemeente om het gebouw te beschermen. De rechtbank liet de rechtsgevolgen, d.w.z. de beschermingsregels, in stand. Omdat bescherming ‘light’ niet mogelijk was wees de rechtbank daarmee feitelijk het gehele dubbele pakhuis aan als ‘gewoon’ gemeentelijk monument. De eigenaar was dus door zijn procedure slechter af en kreeg te maken met een hoger beschermingsniveau. Ook dat kon – terecht – volgens de Raad van State niet door de beugel en hij floot de rechtbank dan ook terug.
De gehele interessante uitspraak is hier te vinden.

The following two tabs change content below.

Han Timmer

Han Timmer is jurist en architectuurhistoricus. Hij heeft ruime ervaring als stafmedewerker en adviseur bij de overheid. Bij de Erfgoedvereniging Heemschut zet hij zich in voor het behoud van cultureel erfgoed. Daarnaast geeft hij freelance advies op het gebied van algemeen bestuursrecht, omgevingsrecht, erfgoedrecht en architectuurhistorie. Han Timmer schrijft op persoonlijke titel.