Hoe om te gaan met dreigende trillingsschade aan monumenten

Martinitoren Foto: Ziko via WikiMedia
Martinitoren Foto: Ziko via WikiMedia

In Nederland is de grond altijd wel ergens in beweging: in Groningen door de gaswinning, in Zuid-Limburg boven lege mijngangen en in Amsterdam door het boren van een metrotunnel. Ook bouwwerkzaamheden en zwaar vrachtverkeer veroorzaken bodembewegingen. Het gevaar van trillingschade aan gebouwen doet zich dan ook voortdurend voor. Vooral monumenten zijn kwetsbaar. Hoe vallen onnodige schades en procedures te voorkomen?

Waakzaamheid
Het permanent aanwezige risico op beschadiging van monumenten vergt waakzaamheid. Eigenaren hebben een zorgplicht voor hun monumenten. Zij dienen het monument goed te onderhouden en voor verval of beschadiging te behoeden.

Ook aan gemeentelijke toezichthouders komt een grote verantwoordelijkheid toe, zowel ten opzichte van gemeente- als rijksmonumenten. Het is eigenaren van monumenten verboden die te beschadigen of te vernielen, tenzij daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. De gemeente dient daarop toe te zien en in te grijpen als een monument wordt verwaarloosd.

Schade en aansprakelijkheid
Ontstaat toch schade aan een monument dan volgt onvermijdelijk de vraag wie voor de schade aansprakelijk kan worden gesteld. Natuurlijk is dat de veroorzaker van de schade, bijvoorbeeld de opdrachtgever van een bouwwerk of de NAM. Onjuiste vergunningverlening of falend toezicht kunnen echter ook redenen zijn om een gemeente aan te spreken.

Het is voor de betrokkenen (eigenaar, opdrachtgever en toezichthouder) allereerst van belang dat geen schade aan monumenten ontstaat. Ontstaat die onverhoopt toch dan moet de tweede prioriteit zijn om die schade zo klein mogelijk te houden. Het derde doel van partijen moet zijn om lange, gerechtelijke procedures te voorkomen over het antwoord op de vraag wie de schade heeft veroorzaakt en wie die dus moet herstellen of vergoeden.

Hoe voorkom je onnodige schade
Veel onnodige schade aan monumenten en procedures daarover kunnen door een juiste aanpak worden voorkomen. Die aanpak bestaat uit de volgende drie ingrediënten:

  • een deskundige inspectie van het betrokken pand;
  • het meten van trillingen met een geavanceerd systeem dat belanghebbenden alarmeert, zodra een kritische grens wordt overschreden;
  • het documenteren van bevindingen op een juridisch verantwoorde wijze.

Inspectie
Een goede aanvangsinspectie van monumenten, een zogenaamde nulmeting, is essentieel. Het liefst voordat een project in de nabijheid begint, maar als dat niet kan, dan zo snel mogelijk tijdens het project. Tijdens de nulmeting zijn de essentiële vragen: hoe ziet het pand eruit, wat zijn de kwetsbare onderdelen en waar bevindt zich  reeds bestaande schade? Alles wordt zorgvuldig en tot in detail visueel en schriftelijk vastgelegd. Het inspectierapport wordt vervolgens gedeponeerd bij een notaris, die het rapport en de bewijsstukken verzegeld, zodat voor eens en altijd vastligt hoe het monument er op het moment van de inspectie aan toe was.

Meten
Na de nulmeting worden super-geavanceerde sensoren aangebracht, die 24 uur per dag metingen verrichten. Daar hoeft niemand bij te blijven. Nemen die sensoren bewegingen in het gebouw waar die een kritische grens overschrijden en dus tot schade kunnen leiden, dan verzenden zij een signaal naar degene die de gezondheid van het gebouw in de gaten moet houden. Dat kan dus op afstand. Vervolgens kunnen oorzaak en gevolgen van de beweging in kaart worden gebracht en kan gepaste actie worden ondernomen om schade te voorkomen dan wel te verhalen. Traditionele technieken om bewegingen in een gebouw te meten zijn veel minder accuraat.

Martinikerk
Een praktijkvoorbeeld is de Martinikerk in Groningen. Zoals bekend wordt in de gelijknamige provincie aardgas gewonnen door de NAM. Dat veroorzaakt aardschokken en die veroorzaken weer schade aan gebouwen, infrastructuur en monumenten. De Martinikerk heeft al vele jaren te kampen met scheurvorming. De ontwikkelingen daarvan worden fysiek bijgehouden. Dit gebeurt op de traditionele manier, door middel van onder meer foto’s, loodlijnen en potloodstrepen. De vraag is echter: welk proces veroorzaakt de schade en wie is daarvoor aansprakelijk? Als het om een autonome verzakking van het gebouw gaat, die niets met gaswinning heeft te maken, dan is dat in ieder geval niet de NAM.

Om een antwoord op deze vraag te krijgen, is door het ingenieursbureau Wassenaar aan het kerkbestuur van de Martinikerk de monitoring met LIRIS-Sensoren aanbevolen als betrouwbaar middel. In december zijn drie LIRIS-Sensoren geplaatst. Met deze sensoren worden de bewegingen in de kerk 24 uur per dag gemonitord. Omdat bekend is, wanneer zich een aardschok heeft voorgedaan, kan met de sensoren worden aangetoond of er een verband bestaat tussen de scheurvorming en de gaswinning.

Oorzaak wegnemen en schade beperken
Sommige processen die schade veroorzaken zijn niet meer tegen te houden. Zelfs als de gaswinning geheel wordt stilgelegd zullen zich nog jarenlang aardschokken voordoen, zonder dat iemand daar iets aan kan doen. Nog niet althans. Dat geldt ook voor de grondwerking boven lege mijngangen in Limburg.

Goed meten kan er in dit soort gevallen echter aan bijdragen dat onnodige schade en ongelukken worden voorkomen, bijvoorbeeld door tijdige bouwkundige ingrepen te plegen. Denk bijvoorbeeld aan de ontruiming en sloop van winkelcentrum t’ Loon. Dankzij LIRIS-Sensoren kon daar net op tijd een catastrofale instorting worden voorkomen.

Andere potentiële schadeoorzaken kunnen echter wel tijdig worden weggenomen, nog voor zij schade veroorzaken of zo snel mogelijk daarna. Als door goed en permanent meten blijkt dat het heien ten behoeve van een groot bouwproject kritische bewegingen veroorzaakt in nabij gelegen monumenten dan kan de bouw tijdig worden stilgelegd en de heitechniek worden aangepast. Hetzelfde geldt voor de trillingen die zwaar vrachtverkeer veroorzaken. Dat verkeer kan worden omgeleid of zich aanpassen.

Monutor
Het besef dat de hiervoor geschetste aanpak de enige juiste is, begint in Nederland steeds meer door te dringen door de grote hoeveelheid incidenten die zich de laatste jaren voordoen. Het aantal initiatieven om de gezondheid van kwetsbare gebouwen beter in de gaten te houden neemt dan ook toe.

Zo zijn in Leiden recentelijk drie partijen gaan samenwerken in het project Monutor: Monumentenadviesbureau Conserf, BIM Systems B.V. en De Clercq Advocaten Notarissen. Zij proberen door middel van grondige (bouwhistorische) nulmetingen, geavanceerde trillingsmetingen en een juiste documentatie het aantal onnodige schadegevallen en procedures aanzienlijk terug te dringen. Het doel van project Monutor is om vastgoedeigenaren, opdrachtgevers van projecten en gemeentelijke toezichthouders op die manier veel tijd, energie en geld te besparen. De eerste resultaten zijn positief, aldus de initiatiefnemers.

Roland Mans, Advocaat bij De Clecq