Luchtwachttoren Koude Oorlog niet langer verscholen

De vergeten, grotendeels achter het groen schuilgaande ‘luchtwachttoren’ bij het Jabacircuit net op de grens tussen Mariahoop en Posterholt is recent door IKL-Limburg vrijgezaagd van bomen en struiken. De in de jaren vijftig opgetrokken ´doorzichtige, betonnen ´raatbouwtoren bij de Duitse grens fungeerde tijdens de Koude oorlog als uitkijkpost. Het was een van de 275 observatieposten die paraat stonden voor het geval dat ´de Rus´ ons land zou binnenvallen.

In die tijd speurden vrijwilligers van het Korps Luchtwachtdienst (KLD) met het blote oog, scherp luisterend de noord-oostelijke horizon af naar snelle laagvliegende Russische vliegtuigen. Met de toenmalige radar apparatuur konden die namelijk niet waargenomen worden. Het was de bedoeling dat ze in tijden van oorlogsspanning elk verdacht signaal aan de commandoposten en elkaar doorgaven. Naast de bekende wachttoren bij de voormalige stortplaats Linne-Montfort is de markante 9,5 meter hoge uitkijkpost in de rand van het Nieuw Annendaals Bosch een van de laatste 19 luchtwachttorens in ons land..

Door het openzagen van een deel van de bosrand door IKL is de ‘doorzichtige toren van betonnen raatbouwelementen’ aan de Haarenderweg, een zandpad naar het Jabacircuit nu een stuk beter zicht- en beleefbaar. De kap van bomen en struiken rond de bouwvallige toren gebeurde met instemming van de particuliere eigenaar van het bos en mede op voorspraak van de Heemkundevereniging Echter Landj.

Naderend luchtgevaar

De luchtwachttoren werd in 1954 door de genie gebouwd. Het was een van de 138 speciaal gebouwde betonnen uitkijkposten die het Korps Luchtwachtdienst in die Koude Oorlogsperiode optrok Na de Tweede Wereldoorlog liepen de spanningen tussen de NAVO en het Warschaupact regelmatig hoog op. Met het oog op een dreigende Derde Wereldoorlog zette Defensie vanaf het begin van de jaren vijftig verspreid over heel Nederland een netwerk van 275 observatieposten op die ons land moesten waarschuwen voor het ‘Rode Gevaar’. De helft werd ingericht in en op bestaande gebouwen: zoals in Swalmen op de Moutfabriek en in Tegelen in de watertoren. Maar waar die hoger gelegen bouwwerken niet voorhanden waren, trok men op hoger gelegen plekken in het landschap in de buurt van dorpen en nederzettingen achter hoge bomen schuilgaande wachtposten op. Het waren goedkope, uit prefab betonnen raatbouwelementen geconstrueerde torens, die bij dreigende onraad bemand werden door in blauwe uniformen gestoken vrijwilligers. Hun taak als tweetal, paraat staan in tijden van oorlogsdreiging en de militaire commandoposten en de bevolking direct waarschuwen bij naderend luchtgevaar. Ondanks uitgebreide wervingscampagnes en de vergoeding van een gulden per oefening is de belangstelling voor dit vrijwilligerswerk overigens nooit groot geweest.

Blote oog

De overal in Nederlands opgerichte wachttorens vulden het professioneel luchtverdedigingapparaat aan, dat in die tijd bestond uit radarstations, straaljagers en commandoposten. Vanaf de bosrand van het Nieuw Annendaalse Bosch heeft men een goed zicht op het naar het noordoosten gelegen landschap. De plekken van de torens werden overigens allemaal in de buurt van dorpen gesitueerd. Zo konden de vrijwilligers op de fiets snel bij hun post komen. Op circa 9,5 meter hoogte was een uitkijk, een open platfom van drie bij drie en een anderhalf meter hoge borstwering en een lager gelegen nis waar geschuild kon worden. In het midden van dit plateautje een kaarttafel en een statief met een vizierkijker. Met het blote oog zochten de posten de hemel oost- en noordwaarts af, waarbij men in de nacht en bij slecht zicht afging op het gehoor. Alles onder het motto van de KLD; ‘Niets zal de waakzamen voorbij gaan’. Alle relevante informatie werd door waarnemingspost in Posterholt via nauw telefonisch contact gedeeld met de post in Susteren en de nu verdwenen luchtwachttoren in Schiveld. Vanuit deze driehoek, de zogenaamde luchtwachtkring communiceerde men met de centrale meldkamer.

Op proef gesteld

Het paraat staand nationaal netwerk tegen het rode gevaar uit het oosten is naar verluidt, maar een beperkt aantal keren serieus op de proef gesteld. In ieder geval was dat in ´58 toen de wachtpost Montfort bij Linne alarm sloeg bij het binnenvliegen van een Russisch Iljoesjsin. He netwerk functioneerde als bedoeld en twee snel opgestegen Duitse gevechtsjagers dwongen het toestel tot een landing. Het vliegtuig was na een Franse vliegshow op de terugreis naar de Sovjet Unie bewust van zijn koers was afgeweken om de grens te fotograferen.

Gedateerd

Door opkomende meer geavanceerde radartechnieken en de komst van snelle straaljagers was het, op de situatie van 1940 gebaseerd systeem van de luchtwachtposten al snel gedateerd. In 1964, tien jaar na de bouw werden de luchtwachtposten weer opgeheven. De uiterst serieus bedoelde militaire objecten werden hierop aan hun lot en de elementen overgelaten.

Vergeten voetnoot

De bouwkundige staat van de zestig jaar oude karakteristieke betonnen constructie in de bosrand is slecht. De houten deur en trappen zijn gesloopt en verdwenen. Aan de overal zichtbare sporen is af te lezen dat de toren en de plek rondom nog altijd een grote aantrekkingskracht uitoefent op de spelende jeugd. Door het openzagen van de plek kunnen belangstellende wandelaars in ieder geval weer kennis nemen van deze nagenoeg vergeten voetnoot uit de Koude Oorlog.

Persbericht Stichting IKL