Monumentenambtenaren over Faro: alles draait om draagvlak

Van links naar rechts: Annemiek Jonker, pre-Adviseur Monumentenzorg bij gemeente Kampen. Bernard Stikfort, Beleidsregisseur Erfgoed bij gemeente Westerveld (Foto door Joost Enkelaar Fotografie). Ariadne Onclin, architectuurhistoricus en beleidsadviseur Monumenten bij gemeente Almere en co-host van de podcast Landmassa, een podcast over ruimte.

Wat betekent het Verdrag van Faro voor monumentenambtenaren bij de gemeente? Gaat hun baan veranderen zodra het verdrag ondertekend wordt? En bereiden ze zich al voor? Drie ambtenaren vertellen over hun ideeën, twijfels, ervaringen en vragen met betrekking tot het Verdrag van Faro.

De eerste die ik aan de lijn heb is Annemiek Jonker. Zij werkt als pre-adviseur Monumentenzorg bij gemeente Kampen. Sinds ze in de nieuwsbrief van de Erfgoedstem heeft gelezen over het Verdrag van Faro denkt ze er veel over na. Maar tot nu toe heeft ze er op haar werk niet veel mee te maken gehad. Daarentegen kent Ariadne Onclin, architectuurhistoricus en beleidsadviseur Monumenten bij gemeente Almere, het verdrag wél van haar werk. In Almere zijn ze al druk bezig om zichzelf te onderwijzen over erfgoedparticipatie: er wordt onderzoek gedaan samen met TU Delft en TU Eindhoven en er zijn zelfs twee Faro-verbinders van de Rijksdienst actief. Tenslotte vertelt Bernard Stikfort, Beleidsregisseur Erfgoed bij gemeente Westerveld, dat ze in zijn gemeente al ruim 10 jaar werken via de werkwijze van Faro.

Participatie

Alle drie gemeentes zijn al vrij bekend met participatie. Zo werd er in Kampen een Kogge gebouwd door jongeren met een afstand van de arbeidsmarkt, wordt in Almere samen met buurtbewoners bepaald wat er met archeologische vindplaatsen in situ wordt gedaan en heeft gemeente Westerveld met historische verenigingen een Erfgoeddag opgezet.

Voor een stad als Almere is participatie eigenlijk standaard, vertelt Ariadne. “Almere is gebouwd in een periode dat de burger mondiger werd en een stem kreeg in de ruimtelijke inrichting. Ook nu nog wordt de stad gebouwd door haar eigen inwoners, denk maar aan de experimentele woningbouw. Zo is het logisch dat burgers ook worden betrokken bij het waarderen van erfgoed. Wel is het daarbij belangrijk om de inwoners bewust te maken van Post 65-erfgoed. Dit erfgoed, en niet alleen in Almere, mist soms nog aan draagvlak.”

Ariadne denkt dat het Verdrag van Faro een extra stimulans kan geven. “De verhalen van jong erfgoed zijn vaak nog levend. Veel van de mensen die de stad hebben ontworpen, gebouwd of die de stad hebben zien ontstaan, leven nog. Dat maakt de verhalen van jong erfgoed in tegenstelling tot ouder erfgoed veel diverser.”

Voormalig politiebureau in Almere-Haven. Eerste en enige gemeentelijke monument van Almere. Foto: RCE via wikimedia CC BY-SA 4.0

Ook Westerveld doet het goed als het gaat om participatie. Maar dat is niet altijd zo geweest. Toen Bernard in 2008 bij de gemeente kwam werken lag er een vernietigend rapport uit 2006 van de erfgoedinspectie. De nieuwe wethouder gooide het roer om. Bernard: “We schreven een progressief erfgoedbeleid en binnen een half jaar hebben we veel voor elkaar gekregen. We verbeterden het contact met de historische verenigingen en betrokken de inwoners bij nieuwe plannen. Ook de monumenteneigenaren kregen meer zeggenschap. Ik vind de mening van een trotse en betrokken eigenaar honderd keer meer waard dan die van een ivoren toren-erfgoedexpert.” Zo werd Westerveld in 2009 culturele gemeente van Drenthe en won ze in 2011 de BNG Bank Erfgoedprijs.

Burgerinitiatief

Op kleinere schaal houden de gemeentes zich ook bezig met burgerinitiatief. Maar dit blijkt lastigere materie, want een burgerinitiatief moet immers vanuit de inwoners komen en niet vanuit de gemeente. Hoe kun je dit als gemeente toch stimuleren, zonder het te forceren?

Volgens Bernard is het belangrijk dat je als gemeente goed inzet op de niet-wettelijke taken. Dit zijn taken die een gemeente uit zich zelf uitvoert en waar zij niet toe verplicht is. Een Erfgoeddag organiseren of met een standje op een festival staan, noemt Bernard als voorbeelden. Door de extra’s die een gemeente doet, stimuleer je bewoners om ook zelf met ideeën te komen.

Erfgoeddag Westerveld

Annemiek denkt veel over burgerinitiatief na. “Ik denk dat burgers wel ideeën hebben, maar dat die ideeën vaak niet gecommuniceerd worden naar de gemeente. Mensen houden graag de touwtjes in eigen handen. Hulp vragen aan een gemeente kost tijd, denken ze. Terwijl wij juist dienstbaar willen zijn en ze goed kunnen helpen met hun vragen. Misschien moet de gemeente een duidelijkere rol innemen, we moeten uitstralen dat wij er zijn om te helpen bij ideeën.”

Public Domain
Kogge die werd gebouwd door jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt. Foto: Arch via wikimedia

Rol van de monumentenambtenaar

Gaat jullie rol bij de gemeente veranderen door Faro? Alle drie denken ze van niet. Of niet in grote mate. Annemiek verwacht dat ze het vooral drukker zal krijgen met participatieprojecten en het beantwoorden van vragen van burgers. Maar een radicale verandering zal het niet worden. Ariadne: “Een bewoner kan geen architectuurhistorisch onderzoek doen, daar zul je altijd een architectuurhistoricus voor nodig hebben. Maar de bewoners kunnen dit wetenschappelijke onderzoek aanvullen met verhalen van nu en van vroeger.” Volgens Bernard is ter voorbereiding van het verdrag vooral belangrijk om waardering voor erfgoed bij collega-ambtenaren te kweken. “Je moet ze laten zien wat erfgoed met je gemeente kan doen.”

Draagvlak

Wat ik uit alle drie gesprekken opmaak, is dat vooral draagvlak belangrijk is. Annemiek betwijfelde of mensen zo gauw naar de gemeente zouden stappen. Ze voelde een bepaald wantrouwen wat hen misschien zou tegen houden. Bernard en Ariadne beamen dat draagvlak, zowel voor de gemeente als voor erfgoed, erg belangrijk is bij participatie en burgerinitiatief.

Zo ziet Ariadne het belang in van transparantie bij de gemeente. Dat mensen snappen hoe een gemeente werkt. Transparantie bevordert participatie, maar kan juist ook door participatie versterkt worden. Daarnaast meent ze dat behoud door ontwikkeling erg belangrijk is bij erfgoed. Je moet niet het gevoel krijgen dat je niks meer met  een monument kan. “Post 65-erfgoed leent zich goed voor transformatie, omdat alle bouwmaterialen en technieken nog beschikbaar zijn.”

Zeker Bernard hamert op het belang van draagvlak en wederzijds begrip. De gemeente zet veel in op publieks-awareness. “Erfgoed moet niet gezien worden als een hinder, iets waar een glazen stolp overheen wordt gezet, maar als een waardevol kenmerk van het landschap dat ontwikkeld kan worden. Ook het behalen van successen, zoals de BNG Bank Erfgoedprijs, zorgt voor trots en draagvlak voor erfgoed.”

Gemeente Westerveld

Bernard vertelt me over een bijzonder project dat de gemeente hield in 2014. Door middel van een vrijwillige gemeentelijke monumentenlijst wilden ze het draagvlak voor  erfgoed vergroten. “Samen met de historische verenigingen vonden we 60 nog niet beschermde, maar waardevolle objecten. Deze objecten kregen niet meteen een monumentenstatus. Eerst werden de eigenaren om toestemming gevraagd. ‘Uw pand is een schatbewaarder van het verleden’, zeiden we tegen hen. Vervolgens nodigden we de eigenaren uit om naar een informatieavond te komen. 58 van de 60 eigenaren kwamen. Veel mensen waren nog sceptisch en hadden het beeld van Giethoorn in hun hoofd. Ze waren bang dat er hordes toeristen met camera’s voor het raam zouden komen staan. Het bijzondere was dat de mensen die een monumentale status wel als erkenning zagen, de sceptici over de streep haalden. Wij stonden er verwonderd naar te kijken.” Wel is het zo dat de panden op de vrijwillige monumentenlijst niet wettelijk beschermd zijn. Maar Bernard denkt dat op deze manier het meeste begrip en draagvlak kan worden gecreëerd voor erfgoed.

Carbidschieten in Kampen.
Carbidschieten in Kampen. Foto: Berand Jan Stijf via wikimedia CC BY-SA 4.0

Veel vragen

Maar er is nog genoeg te leren. Ariadne noemt het verdrag ‘een complexe materie, maar heel interessant.’ Gemeente Almere doet veel onderzoek en de ambtenaren schuiven geregeld aan bij de Erfgoedparticipatie-labs van de RCE en andere bijeenkomsten die gaan over participatie. Ariadne: “Participatie is erg complex. Ik zou willen dat er een handboek is waarin staat hoe je participatie moet aanpakken op de manier dat iedereen er gelukkig van wordt. Tot nu toe is een participatietraject nooit goed. Er is altijd wel iets wat beter had gekund.” Zo vraagt ze zich geregeld af hoe je kan voorkomen dat alleen naar de hardste schreeuwer wordt geluisterd. “Als je als gemeente een participatieproject opstelt, zijn er iedere keer een paar bewoners die altijd wat te zeggen hebben. Andere mensen doen juist nooit mee. Is dat erg? Ik weet het niet. Misschien kun je het wel nooit goed doen bij participatie.”

Annemiek heeft vooral vragen over burgerinitiatief. “In het verdrag staat dat de gemeente meer ruimte moet bieden aan burgers en burgerinitiatieven. Maar hoe doe je dat? Je zou misschien kunnen beginnen met een participatieproject dat de bewoners stimuleert om in het volgende stadium zelf iets te doen.” Zo lijkt Annemiek het leuk om iets met carbidschieten te doen. “Carbidschieten is in Kampen erg groot. Er is een schuttersgilde die boordevol verhalen zit.” Maar ze betwijfelt of het idee om een project met de schuttersgilde te beginnen zal aanslaan bij haar collega’s. Carbidschieten wordt nog niet echt erkend als erfgoed en ze verwacht niet dat de schuttersgilde zelf zal aankloppen bij de gemeente. “Op dat gebied valt nog veel te winnen.”