Succesvolle start programma Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM)

Maandag 14 november 2011 waren ruim 250 belangstellenden bijeen in het Rijksmuseum bij de startbijeenkomst van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). In de zaal gemeenten, provincies, ministeries, particuliere opdrachtgevers, stichtingen, aannemers, architecten en vele anderen die met hart en ziel werken aan het restaureren van monumenten.

De bijeenkomst markeert de start van een gezamenlijk programma voor het opstellen en invoeren kwaliteitsnormen voor de restauratie van monumenten. In dit programma werken opdrachtgevers (eigenaren), branches van opdrachtnemers en de overheid samen aan restauratiekwaliteit. Al enige tijd worden initiatieven genomen om kwaliteitsnormen op te stellen en in te voeren. Deze zijn vaak maar beperkt succesvol. Leidende gedachte bij het ERM-initiatief is dat het combineren van de losse initiatieven tot een samenhangend geheel, het rendement van alle inspanningen sterk zal vergroten. SamenWerken aan Restauratiekwaliteit is dan ook het motto van de ERM.
De bijeenkomst stond onder leiding van Victor Deconinck. Na afloop van de discussie namen de meeste aanwezigen een kijkje in het Atrium en de Voorhal, waar de restauratie nog volop in uitvoering is.

Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum, heette de aanwezigen welkom en gaf een korte toelichting op de restauratie in uitvoering. Staatssecretaris van OCW Halbe Zijlstra gaf in een video-boodschap voor de aanwezigen aan te hechten aan vakmanschap, maar ook dat hij de nieuwe kwaliteitsnormen tevens als eis zal stellen bij toekomstige BRIM-subsidies en aanbestedingen vanuit de Rijksoverheid voor monumenten. Zijlstra heeft om die reden de ERM gevraagd om de initiatieven voor restauratiekwaliteit te coördineren en de invoering te bevorderen.

Nadat ERM voorzitter Harry van Waveren in een presentatie de visie en plannen van ERM had uiteengezet, bevestigden ook private opdrachtgevers hun belang bij borging van de kwaliteit van werkzaamheden door vaak kleine, ambachtelijke, bedrijven. Restauratie van monumenten vraagt om zeer specialistische kennis doorheen de hele keten. Arno Boon, directeur Stichting BOEi, wil dat dan ook bevestigd zien met certificaten. Kwaliteit moet je laten zien! Vanuit de zaal werd instemmend gereageerd op het initiatief om op de ERM-website alle normen en gekwalificeerde bedrijven in een overzichtelijk geheel te gaan vermelden.

Verschillende aanwezigen legden de nadruk op het ontbreken van spelregels bij het omgaan met opdrachtnemers in het aanbestedingsproces. Ketenkwaliteit is dringend gewenst, maar hoe vullen we dat in? Bouwen aan draagvlak voor gezamenlijk gehanteerde normen is hier essentieel, aldus Harry van Waveren.

Sammy van Tuyll van de Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen benadrukte het belang van een open en transparant proces bij het opstellen van normen opdat open concurrentie de ambitie tot kwaliteit betaalbaar houdt. De Leidse wethouder Jan-Jaap de Haan zei wars te zijn van het innen van restauratiesubsidies zonder kwaliteitsgaranties. Tevens betoogde hij dat deregulering en een terugtredende overheid gepaard moeten gaan met die kwaliteitsgaranties vanuit de markt.

Evert-Jan Nusselder, voorzitter van de Vereniging van Architecten Werkzaam in de Restauratie, stelde dat certificering een algemene aanduiding is van inspanningen voor kwaliteit; dat is veel efficiënter dan per project apart de aandacht voor kwaliteit aan te moeten tonen.

Rob van Hees, voorzitter van het ERM-college Restauratiekwaliteit staat samen met het college voor de taak om dat begrip kwaliteit inhoud te geven via normering aan werk en mensen. Hij verwacht een jump in expertise als we komen tot een eenduidige lijn in normeringen en het gebruik daarvan. Het gaat om vakwerk en vakmensen, vrijheid zonder vrijblijvendheid zo vond ook Jan van de Voorde, plaatsvervangend directeur Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Er moet keuzevrijheid zijn voor de opdrachtgever, maar de subsidiegever heeft ook het recht om kwaliteitseisen te verbinden aan het gesubsidieerde werk. Opleiding van vakmensen, behoud van kennis van historische technieken is dus essentieel, zo mengde ook de zaal zich in de discussie.

Aannemer Boudewijn de Bont, voorzitter van de Vakgroep Restauratie, onderstreepte het belang van het in de gaten houden van de prijs-kwaliteitverhouding bij aanbestedingen. Hij pleitte verder voor intensivering van de overheidscontrole en invordering van subsidies bij wanprestatie. Vanuit de zaal werd opgemerkt dat het binden aan kwaliteitseisen niet per se leidt tot prijsverhoging: het gaat om te voren gemaakte heldere afspraken. Verder werd door de heer Nagtegaal opgemerkt dat bij aanbestedingen te veel wordt gelet op alleen de laagste prijs; de beste prijs-kwaliteitsverhouding is een beter criterium bij het restaureren van monumenten. De rol van de opdrachtgever lijkt, zo werd opgemerkt, wat onderbelicht. Er zou meer ervaring opgedaan kunnen worden met het werken met bouwteams.
Door Klaas Boeder, adviseur, werd aandacht gevraagd voor de begeleiding op de bouwplaats als cruciale factor. Ook het bouwhistorisch onderzoek behoeft een goede plaats in het proces werd vanuit de zaal opgemerkt. Tenslotte werd een lans gebroken voor een ‘restauratieverslag’ dat de gemaakte keuzes vastlegt.

In de discussie werd diverse keren benadrukt dat kwaliteitsnormen niet alles moeten dichttimmeren. De zorg voor kwaliteit moet niet leiden tot een gesloten systeem, aldus de heer Postma. Tweede Kamerlid Marieke van der Werf beaamde dat; zij gaf aan dat de ervaring die is opgedaan met het aanbesteden op basis van duurzaamheid ook benut kan worden voor het aanbesteden op basis van kwaliteit van restaureren. Daarbij is het ERM-logo een zeer welkome aanbeveling van kwaliteit.

Vinctor Deconinck concludeerde uit de discussie dat de aanwezigen het grotendeels met elkaar eens zijn. Dit werd vanuit de zaal bevestigd. De Stichting ERM kreeg van de aanwezigen het mandaat om aan de slag te gaan met het maken en invoeren van heldere werkafspraken, gebaseerd op vakmanschap en ambachtelijkheid.

Tot slot was er een symbolische handeling om de samenwerking tussen opdrachtgevers, overheid en opdrachtnemers weer te geven. Arno Boon en Sammy van Tuyll als opdrachtgevers, Jan van de Voorde en Jan-Jaap de Haan als overheid en Evert-Jan Nusselder en Boudewijn de Bont als opdrachtnemers legden ieder een stuk van de puzzel om te komen tot restauratiekwaliteit. Dat ging niet makkelijk, maar met enige inspanning was er een mooi resultaat: SamenWerken aan Restauratiekwaliteit!