‘Weck’-up call: hoe je erfgoed inzet voor duurzaamheid

Voor mijn laatste interview wil ik zo dicht mogelijk bij de bron van het onderzoek komen: het Verdrag van Faro zelf.  Daarom ga ik in gesprek met Caro Burggraaf en Arie Koelemij, programma-adviseurs van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Op verzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is het fonds gestart met een subsidieregeling speciaal voor erfgoedprojecten die passen bij het verdrag.  En hoewel het fonds nog meer regelingen heeft voor participatieprojecten in de erfgoedwereld, is de Faro-regeling ‘Vind elkaar in erfgoed. Verken de Faro-werkwijze’ immens populair.

Links: Caro Burggraaf, rechts: Arie Koelemij

Wat maakt deze regeling anders? Caro: “Bij de Faro-regeling bieden we in tegenstelling tot de andere regelingen, ruimte aan niet één, maar aan alle erfgoeddomeinen. Daarnaast is niet alleen de beoefening van erfgoed belangrijk, maar vooral de rol van de gemeenschap in het proces hoe je met erfgoed omgaat. Het gaat erom dat er maatschappelijke meerwaarde gecreëerd wordt.”

Deze regeling lijkt vooral gericht op erfgoedgemeenschappen. Arie legt me uit wat dat is: “Een aantal mensen die zich op vrijwillige basis specifiek inzetten ten behoeve van erfgoed om het te benutten, vorm te geven of te waarderen. Dat kunnen bijvoorbeeld beoefenaars van een ambacht zijn, buurtbewoners of zelfs een individu die nog een community wil oprichten.”

Kunnen jullie de populariteit van de Faro-regeling verklaren? Arie denkt dat het komt doordat de Faro-regeling de mogelijkheid biedt om domeinen met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld erfgoed met een maatschappelijke organisatie of het onderwijs. “Mensen hebben blijkbaar behoefte om meer verbinding te zoeken tussen al die domeinen die we naast elkaar hebben ontwikkeld. Dat is een ontwikkeling die ik duidelijk heb gezien de afgelopen jaren.”

Het erfgoed van het conserveren

En die verbinding tussen verschillende domeinen is ook goed terug te zien bij de subsidieaanvraag van Pascal Gelling. Caro raadt me aan om hem eens te bellen. “Pascal heeft voor zijn project ‘Conserveer de Toekomst’ subsidie aangevraagd om onderzoek te doen naar de gemeenschap die zich bezig houdt met het conserveren van voeding”, vertelt ze, “Hij vraagt zich af hoe deze gemeenschap eruit ziet en hoe zij een rol kan vervullen bij de circulaire voedselketen. Zo wil hij erfgoed benutten in het maatschappelijk vraagstuk over duurzaamheid.”

Ik bedank Caro en Arie voor het gesprek en bel Pascal om meer te weten te komen over zijn project.

De 27-jarige Groninger is zelf al 10 jaar met conserveren bezig, waaronder het ambacht ‘wecken’. Dit is een oude conserveermethode die terug gaat naar de tijd van Napoleon. Voedsel wordt hierbij in glazen weckpotten gedaan die vervolgens in kokend water gedoopt worden. Zo verdwijnt de lucht uit de pot en blijft de inhoud nog jaren goed. Wecken is net als vele andere conserveringstechnieken weer in opmars, maar het heeft lange tijd een stoffig imago gehad. Pascal vertelt dat zijn eigen oma wel eens als klein meisje met haar moeder heeft geweckt, maar de conserveringstechniek is met de opkomst van de supermarkt en diepvriezer verdwenen. En daarmee verdwenen ook veel oude weckpotten uit de kelders van overleden grootouders zo in de glasbak. Zonde, vindt Pascal, want hiermee verdwijnt een stukje erfgoed.

Foto: Pascal Gelling
Pascal Gelling

Wecken heeft namelijk een belangrijke rol gespeeld in onze cultuur: “Vroeger kon je in bijna elke kelder wel weckpotten vinden,” vertelt Pascal, “met deze conserveringstechniek kon je de winter makkelijker doorkomen en daarnaast had je zo altijd genoeg eten in huis als er onverwachts bezoek kwam.” Maar de weckpotten stonden voor meer dan alleen een volle maag, het werd zelfs een statussymbool.  Pascal: “Nu kijken mensen naar wat voor auto je voor de deur hebt staan, maar vroeger keek men bij elkaar in de kelder naar wat je op voorraad had. Hoe meer voorraad, hoe beter je geboerd  had.  Zo ontstond er zelfs wecksierkunst: voedsel in de potten werd sierlijk bewerkt en potten werden op kleur gezet.”

Verschillende soorten weck en inmaak. Foto: Pascal Gelling

Wat wil de gemeenschap?

Voor zijn onderzoek heeft Pascal een ontwikkelsubsidie aangevraagd bij het Fonds voor Cultuurparticipatie. Caro legt me uit wat dat is: “Sommige aanvragers zijn erfgoedgemeenschappen en organisaties die al langer met participatie bezig zijn en een stapje verder willen komen. Maar er komen ook initiatieven van buurtbewoners, gemeenschappen of individuen die nooit eerder iets met participatie hebben gedaan, zoals Pascal. Voor deze aanvragers die eerst een onderzoek willen doen naar de verschillende participatiemethodes of behoeftes in het veld, kan er een ontwikkelsubsidie worden aangevraagd.”

En die behoeftes in het veld waren voor Pascal nog niet helemaal duidelijk. Wel merkte hij dat er groeiende belangstelling is voor het conserveren, vooral ook bij de jongere generatie. “Mensen zijn heel lang gefocust geweest op steeds maar luxer en moderner, maar vooral jongeren hebben de laatste tijd veel meer interesse voor duurzaamheid. Ze willen terug naar de basis, beginnen een moestuin, eten lokale producten en bewaren voedsel liever niet in plastic. Dan kom je al gauw uit bij de manier waarop het vroeger ging.”

Pascal (rechts) geeft o.a. presentaties over conserveringstechnieken.

Pascal verspreidde een enquête die door ruim 600 enthousiaste beoefenaars werd ingevuld. Pascal: “Uit het onderzoek kwam naar voren dat er nog een hoop kleine eilandjes zijn binnen de gemeenschap. Veel mensen die conserveren doen het alleen en zijn op zoek naar anderen om het samen mee te doen. Ze willen nieuwe dingen leren of juist kennis overdragen.” Pascal heeft zijn resultaten teruggekoppeld aan de gemeenschap en kwam met tips: “Geef een potje aan vrienden of familie, blog erover, maak video’s. Zorg ervoor dat de kennis breed wordt overgedragen.”

Rol in de toekomst

Maar hoe nu verder? Met een ‘participatiesubsidie’ van het fonds wil Pascal een ambachtsgilde of leerschool opzetten om zo de gemeenschap nog hechter te maken en het conserveerambacht te waarborgen. “Dankzij de regeling kunnen mensen uit de gemeenschap bijeen worden gebracht met een tijdschrift, website of gilde en wordt kennis overdragen. En dat is heel belangrijk, want anders sterft het erfgoed uit.”

Pascal voelt zich erkent door het Verdrag van Faro: “Erfgoed wordt vaak gezien als iets wat niks toevoegt aan de maatschappij. Voor de beoefenaars van ambachten blijft het een hobby die thuis wordt uitgevoerd. Maar Faro richt de aandacht op dit erfgoed en laat zien dat het kan bijdragen aan de maatschappij. Dat geeft de beoefenaars een steuntje in de rug, zij voelen zich erkent.”

Links: Kombucha. Rechts: Zuurkoolpot met verzwaringsstenen en koolsnijder.

En wie weet hebben we straks allemaal weer weckpotten in onze kelder staan. Door de toegenomen aandacht voor duurzaamheid en de herinrichting van de landbouw in Nederland, kan het ambachtelijk conserveren nog een belangrijke rol gaan spelen. Pascal: “Wanneer we inzetten op de korte keten kunnen Nederlandse boeren een inkomen krijgen uit een eigen boerderijwinkel.  De oude conserveringstechnieken zijn daarbij niet alleen nuttig om de oogst langer houdbaar te maken, maar ook om er meerwaarde aan te geven.”

Dan weten jullie dat maar alvast: een dure auto is straks niks meer waard, het draait allemaal om de mooi versierde weckpot in de kelder.

Op donderdag 25 februari heeft het tv-programma BinnensteBuiten een aflevering over conserveren door de eeuwen heen. Pascal zal waarschijnlijk ook te zien zijn in deze aflevering.