Bruin-zwart erfgoed in Valkenburg of: fragment over het beschimmelde ‘thuis’ van onze vaders …

Ingezonden. Wie het volle gewicht van de mentaliteitsgeschiedenis – zonder selectief voyeurisme – in al haar geledingen wil koesteren, kan niet meer om het ‘fout erfgoed’ uit 1933-1945 heen. Her en der krijgt het al een hoge plaats op de agenda. Wat als schandelijk of beschamend fout wordt gezien is en blijft een uitdrukking van de dynamische werkelijkheid, met al haar hoogten en diepten, goed en fout, die het menselijk bestaan in alle tijden te zien geeft.

“Te benoemen is de grote en ernstige troost van de mens”.

Elias Canetti

Wat de Duitse Nazi’s aan mensenverachting – ook gedurende de bezetting van ons land – teweeg hebben gebracht, gaat elk begrip te boven. In ons land vond de Hitlerpartij, onder allerlei namen en qua inhoud in fascistisch gehalte verschillend, veel weerklank onder alle rangen en standen. De vervolging en het vermoorden van Joden, Sinti en Roma en homoseksuelen was een misdaad zonder precedent die niet enkel aan Hitler en zijn Duitse trawanten kan worden toegeschreven. De ideologen, de Schreibtischtäter en andere handlangers die in de schaduw bleven, zorgden ervoor dat de mechanismen van het nazi-regime tot lang na de bevrijding in werking bleven. Dat ‘foute’ of collaboratie-verleden – ook van de zuid-Limburgse ‘Valkenburgers’ – laat zich dan ook niet, zonder weerstand of bagatelliserend, enkel als vaststaand gegeven in de geschiedenis bijzetten of afschrijven.

Nationaal erfgoed: ‘de muur van Mussert’. Belangwekkend is in dit verband dat de zogenaamde ‘Muur van Mussert’ te Lunteren bij ministeriële beslissing mag blijven staan – maar dan als Nationaal Erfgoedmonument, omdat het mede de historiciteit van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) aan het licht brengt. Dit mediabericht viel veel Nederlanders rauw op het dak, maar was voor veel cultuur- en erfgoedminnaars een pak van het hart; voor neofascisten eveneens. Het symbool van bruin-zwarte schimmel wordt nu officieel beschermd en mag haar onberekenbare werking voortzetten … het is een duidelijk signaal dat herinneringsplaatsen voor verschillende individuen en groepen verschillende betekenissen en daarmee verschillende vormen van toe-eigening kunnen hebben.

Wat rest aan Nationaalsocialistisch-erfgoed reikt over generaties heen als een altijd wakkere dreiging … of als een extra voor de culturele industrie, die er geld mee genereert. De fysieke getuigenissen uit die tijd, de door hun rol van betekenis in het oog springende bouwwerken, zijn vaak aanleiding tot heftige discussies over het gewicht van de NSB plus aanhangwagens tijdens de bezettingsjaren. Ook de verdedigers van een soft fascisme en … niet te vergeten de zelfbenoemde woordvoerders van de zogenaamde ‘brood-NSB’ers’, dient men niet te ridiculiseren noch te onderschatten. Dat iedere NSB’er als ‘fout’ wordt gezien, spreken zij resoluut tegen. Deze wederkerende fixatie op en het vergoelijkend schoonpleiten van bv. de (arme) ‘brood-NSB’ers, gaat voorbij aan het onzegbare leed van de Nazislachtoffers en hun nazaten en plaatst het verleden in een nog wreder licht. Alsof een persoonlijke keuze voor de NSB, geen verantwoordelijkheid met zich meebrengt of van geen gewicht was voor het fascisme. Een moreel goedpraten van ‘foute keuzes’ (morele verduistering) is dan ook niet enkel het kenmerk van zwakke ogen … net zo min er overgeërfde schuld bestaat, tenzij men die zelf op zich neemt. Om het met de Franse politicoloog en jurist, Jean-Louis Vullierme – als hij het over de gevolgen en verantwoordelijkheid heeft van het nationaal-socialisme of het Derde Rijk – te zeggen: De daad is begaan door iedereen die hem heeft geconcipieerd, die eraan heeft meegewerkt of die heeft laten plaats vinden, door concrete handelingen of door in te stemmen met de achterliggende ideologie

Oeioeioei Valkenburg: centrum van fascisme. Uit de voorgaande excursie mogen twee dingen blijken. Ten eerste dat Valkenburg vandaag overal in ons land ligt, maar juist dát weten ze nog altijd niet in Valkenburg. Wie er naar getuigenissen van de Tweede Wereldoorlog zoekt, kan – zo lijkt mij – zich niet tevreden stellen met wat muren vol aan kogelgaten. Valkenburg valt niet los te zien van de vele, tastbaar aanwezige NSB-memorabilia: zij weerspiegelen het streven, de eerzucht, de hoop, de passies, de aanmatiging, de neuroses en de verlangens van fascisten in naam en in werkelijkheid (een van mijn ooms was SS’er). Het Geul- en Mergelstadje kreeg, na de opkomst van het nationaal-socialisme (NS), een voortrekkersrol toebedeeld en heeft in Limburg een standaard gezet, die weliswaar op tal van punten omstreden blijft. Soms speelt het een rol als hoofdweg, dan is het enkel een zijpad, maar uiteindelijk blijkt het een doodlopende straat te zijn. Het geeft kijk op een verleden waarvan aspecten om politieke reden worden weggeredeneerd. In dat opzicht schiet ook het historisch rechtsherstel (rechtvaardigheidsbegrip) op een beschamende wijze tekort. Her- en erkenning zijn zonder meer ook op de toekomst gericht.

Ten tweede mag duidelijk zijn dat de Gemeente Valkenburg aan de Geul is vergeven van ‘fout erfgoed’. Tot nu bevorderde het de nostalgie onder de erfgenamen of verzamelaars van NSB-memorabilia en WOII-erfgoedspul, maar ook het heimwee van de neofascisten. Het wordt dan ook als noodzaak geacht fout erfgoed te bewaren of te behouden voor het nageslacht. Om die reden is het dringend gewenst dat fysieke lieux de mémoire uit de jaren 1933-1945 voorzien worden van erfgoedborden met een verklarende tekst. Het zullen niet alleen de stiekemerds, de zwijgers, de wegkijkers, de voorstanders van een hybride fascisme of andere wrakende moraalridders zijn, die verlekkerd of bezorgd naar het plaatsen van het memoria billboard zullen uitkijken. Het dient naar mijn mening nadrukkelijk te gebeuren als referentiekader voor het geweten, goed gesorteerd en ingedikt, dat wel.

Indien de presentatie van de memorieteksten in Valkenburg kritisch verantwoord – helder en zonder de gebruikelijke Valkenburgse sjoemeleriej – gebracht wordt, kan het niet alleen een verrijking van kennis over de Tweede Wereldoorlog inhouden, maar geeft ook aan dat het menselijke aspect ‘goed’ altijd het midden houdt van twee extremen; extremen die te plaatsen zijn onder de noemer ‘slecht’ of ‘fout’. Als men het nationaalsocialistisch verleden als gangmaker voor ‘fout’ opvat, dan wordt iedere herinnering aan dat verleden ongetwijfeld ook beeldvorming. Op zijn gangbare Valkenburgs: in dat huis kwamen ‘brood-NSB’ers’ bijeen om de gulle gaven van het ‘Duizendjarig Rijk’ in ontvangst te nemen of … zo als het vroeger heette: hier vielen mensen in bezwijming op de knieën voor een gipsen heiligenbeeld. Een andere excursie: het opblazen van de burcht op de Heunsberg door stadhouder Willem III (1672) wordt door de Valkenburgers even hoog aangeschreven als het bombardement op Hotel Croix de Bourgogne. Het is voor velen zoiets als Shakespeare met … Toon Hermans vergelijken.

Wat ons trekt in ‘fout erfgoed’ is dat het de beeldvorming in onze eigen verwarring te zien geeft. De huidige generaties van geïnteresseerden kruipen bij het noemen van de NSB dan ook in de verdediging van: ‘het waren toch vooral brood-NSB’ers die lid waren’. Het vertoont een gemak-zuchtige reflectie en afstomping in het denken (napraten). Toch klinkt het ons inmiddels vertrouwd in de oren: Donald Trump werd in 2017 in de Verenigde Staten tot president gekozen door het grote aantal voorstemmers uit de christelijke c.q. evangelische kerken. En – zover ik weet – zijn deze gelovigen niet te rekenen tot misdadigers of landverraders … zodat het mij verbiedt de stelling van ‘schuldige NSB’ers’ in het oneindige door te drijven.

Het moge hier nog een keer benadrukt worden: de ‘gewone’ en ‘ongewone’ Valkenburgers zijn dol op alles wat met het verleden (de Ursuppe) en … met de Tweede Wereldoorlog te maken heeft. Je zou bijna gaan denken dat Jacquo Silvertant met zijn boek Met Mussert. Hou zee (2016), stinkend rijk is geworden. Let wel, de heersende opvatting over de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog is terecht – om welke reden dan ook – allergisch geworden voor elke vorm van buitensluiting. Naast het nog lang niet uitgemolken ‘product Valkenburg’ (volgens de heer doctorandus Martin Eurlings) komt dus nu (eindelijk …!) terecht aandacht voor ‘foute erfgoed-producten’. En dat belooft rumoer, ergernis en spektakel.


SS-officieren, onder wie Hanns Albin Rauter, SS-Obergruppenführer in die Niederlanden bezoekt de  SS-Reichsschule in Valkenburg (6 juli 1943) en luisteren naar zingende pupillen … NA-Archief; Openbaar Domein

Het Naziverleden is niet voorbij. Het is overal in Valkenburg present; hier een representatieve keuze aan lieux de mémoire:

  1. De topper is vooralsnog: het voormalige Ignatius- of Jezuïetenklooster dat in 1942 door de Nazi’s tot SS-Reichsschule für Jungen werd gevorderd en omgetoverd. Het imposante complex is een welsprekend getuigenis uit de hoogtijdagen van het Hitlerregime en fascineert velen nog steeds. In gedachten of dromen zien we weer de honderden raszuivere knapen musicerend door de straten van Valkenburg marcheren. Het sabbelen op de bijtring of het aanschurken tegen moeders boezem is definitief voorbij. De toekomstige Schutz Staffel mannen (SS) nemen hun toekomst zo serieus dat zelfs Reichsführer SS Heinrich Himmler – bij zijn bezoek begin 1944 – onder de indruk van de voorhanden kwaliteit is. Hier past dus een welgemeend ‘jammer’, en wel voor de (neo-) fascisten die … té laat zijn geboren.
  2. De Kloosterweg en aanpalende Stoepert droegen tijdens de Tweede Wereldoorlog de hoog exclusieve naam van der Führer: Adolf Hitler-Allee. Het straatnaambord is bewaard gebleven. Toen de straat weer werd omgedoopt zocht het Gemeentebestuur – omwille van wat er aan ‘fout’ werd gemist, iets wat daarvoor elders de plaats in kon nemen: de Prins Bernhardlaan, genoemd naar de voormalige Reiter-SS’er, etc. In dit geval was het de kat op het spek binden.
  3. Aan dezelfde Kloosterweg ligt het voormalige Hotel Oranjehof, toen bezit van NSB’er Gerard Steijns. Het was centrum van de Nationale Jeugdstorm (NJS),het ‘Hitlerjugend’ voorportaal voor een carrière in het Derde Rijk. Ook hier gold: wie niet voor ons is, is tegen ons …
  4. Bij de belangrijkste entree van Valkenburg – aan de weg naar het Station of van deze naar het centrum – ligt het voormalige Hotel Bellevue, tijdens de bezetting een veelbezocht nationaalsocialistisch ‘nest’. Zowel Pappers senior als junior waren niet enkel nabidders van Nazi-propaganda.
  5. Waar nu in Thermae 2000 de gasten lichamelijk kuren stond Villa ’t Hooght, van 1936 tot 1943 hoofdkwartier van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) in Limburg. Let wel: het gaat hier niet om een onderkomen voor politieke daklozen of verdwaalden.
  6. Het befaamde Openluchttheater, waar in vele seizoenen duizenden genieten van hoogstandjes in kunst en cultuur, was meermaals het kloppend hart van ‘fout’ Limburg. Vanaf deze plek werd o.a. door Ir. Anton Mussert, de NSB-Führer in die Niederlande, beschaving, vrede en welzijn, over de hoofden van duizenden uitgestrooid. Dat de bezoekers zich beklaagden over de onophoudelijke regen doet ons nu nog twijfelen aan de macht van de NS-partij-goden.
  7. Onder de privéhuizen c.q. zaken was de Kapperszaak van J.H.J. (Sjeng) Hoffman, Muntstraat 2, het vergadercentrum van de NSB. Vermoedelijk knipte hij bij veel naïeve (?) inwoners ook wat van hun verstandelijk vermogen weg. Sommige meelopers waren bruikbaar, andere irritant hinderlijk.
  8. In de Grotestraat (Centrum), op nr. 49, bevond zich het NSB-Kringhuis van Valkenburg e.o. Een van die centra van waaruit de Duitse nazi’s – ondersteund door middel van repressie, angst en terreur – hun bezettingsregime met behulp van betrokken Valkenburgers in stand wisten te houden. Eerst staan er een paar mannen … plotseling is de straat zwart van de mensen …
  9. Ook Villa Wehry of Dersaborg, (zie foto) gelegen waar nu in het Dersaborgpark het Gemeentehuis staat, was dé ontmoetingsplaats voor de nationaalsocialistische elite, waaronder Max graaf de Marchant et d’Ansembourg, NSB-gouverneur van Limburg en Duitse nazikopstukken. Mevrouw Leonie Wehry-Cassalette was geen fanatieke aanhangster van het nazi-denkgoed, maar eerder een gedreven verzamelaarster van bevlogen fascisten en landverraders.
  10. Verder staat er bij het Gemeentehuis (Dersa-borgpark) – dat om onbegrijpelijke reden graag een ‘stadhuis’ wil zijn – een 75 mm PAK40 Nazi-kanon uit 1944. Bewaard als schuldtoewijzing aan de verderfelijke nazi’s. De aanwezigheid van het kanon, verlicht het geweten en voor sommigen de eigen lafheid of nachtelijke angst.
  11. De Duitse bunkers in de Plenkertstraat ter verdediging van de Germaanse Valkenburgers.
  12. De Duitse oorlogsfabrieken – werkverschaffing – uit 1944 in de Plenkertstraat. 
  13. Oh ja – hoe kan ik hem vergeten? – de Prins Bernhard-laan, symbool van afschalende  smaak. Nu de kamerheer des Konings, de heer doktor Jan Schrijen, burgemeester van de Gemeente Valkenburg aan de Geul, mede zijn banvloek over een herbenaming heeft uitgesproken, verdient deze laan een groot Erfgoedbord. De memoria – opgetekend onder een zee van witte neervallende anjers (symbool van geluk en liefde) – vertelt ook alle vergeten daden en functies, die de man van wijlen koningin Juliana, ook in het schuldloze Valkenburg zo onvergetelijk hebben gemaakt. Leve de verdringing, drie maal Oranje Boven voor de politieke achteloosheid. Lieve hemel, hoeveel klakkeloos overgenomen waarheden, kan een struisvogel verdragen? 

Villa Dersaborg … Privécollectie

Maar … juich niet te hard in uw bijval, het kan een nare depressie veroorzaken.

Lou Heynens