Europese archeologen zijn verbijsterd over de oproepen van zogenaamde ‘anarchistische archeologen’ om geen geslacht of ras aan te nemen van oude skeletten. De activistische archeologen zien het categoriseren van geslachten als discriminerend voor de doden en als versterking van de ‘white supremacy’-sentimenten. Maar is hun bewering wel zo vreemd als men op het eerste gezicht zou denken?
De controverse is opgeworpen door een groep multi-etnische en anarchistische archeologen, genaamd The Black Trowel Collective. Zij zijn tegen het idee om geslacht en ras toe te schrijven aan skeletten omdat het verschillende problemen kan veroorzaken, zo meldde Ancient Origins. In een artikel op de Amerikaanse sociaal-archeologische website anthro{dendum} van augustus 2021 waarschuwt het team voor ‘biologisch essentialisme’ als het gaat om het categoriseren van oude menselijke resten. De resten bestempelen als niet-binair of genderneutraal zou de weg vooruit moeten zijn voor academici als het aan het collectief ligt.
Eenzijdig verhaal
Het collectief vraagt professionals om “op hun hoede te zijn voor het projecteren van onze moderne geslachts- en genderidentiteitscategorieën op individuen uit het verleden… omdat dit voorbijgaat aan de vaak contextuele en contingente aard van gendervariatie”. Ze stellen dat dit soort ‘anti-trans geweld’ een gemeenschappelijke oorsprong heeft met ‘blanke supremacistische idealen’. Erkennen dat mensen in het verleden vele geslachten en seksualiteiten hebben gehad, net als in het heden, zou van vitaal belang zijn om deze problemen te bestrijden.
In het artikel staat dat een herevaluatie van biologische geslachtsbepaling van archeologische overblijfselen suggereerde dat verschillende methoden van geslachtsbepaling verschillende nauwkeurigheidspercentages hebben: proteomics (eiwitanalyses) waren 100% nauwkeurig wat chromosomale sekse betreft, DNA was 91% nauwkeurig en morfometrische analyse (studies van skeletten) was 51% nauwkeurig.
Maar deze chromosomale onderzoeken laten slechts één kant van het verhaal zien, aldus het artikel. “Geslacht is beter te begrijpen als bimodaal dan binair. Wetenschappers schatten dat 1-2% van de bevolking biologisch interseksueel is.” Volgens het collectief onderstreept dit dat het moeilijk kan zijn om te bepalen of menselijke resten vrouwelijk of mannelijk waren, en aan wat voor geslachtsrollen ze zich tijdens hun leven hebben aangepast.
Kritische tegenkrachten
Critici zoals emeritus hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Exeter, Jeremy Black, is niet onder de indruk van de argumenten van The Black Trowel Collective. “Het is een absurde stelling, want het verschil tussen seksen, net als het verschil tussen religieuze, sociale en nationale groepen, zijn belangrijke motoren in de geschiedenis”, vertelde hij aan de Daily Mail. “Deze zeer ideologische benadering van kennis betekent dat we het gevaar lopen dat kennis zelf gewoon een kwestie van politieke voorkeur wordt.”
Zijn collega, Frank Furedi, een emeritus hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Kent, waarschuwde dat groepen zoals, The Black Trowel Collective historische feiten gebruiken om de nieuwste ‘grens’ te worden voor voorstanders van een radicale genderideologie. “Je moet hiertegen terugvechten, want als dit wordt geaccepteerd, verandert de hele academische onderneming in een leeg nastreven van ideologische doelstellingen”, citeerde de Daily Mail.
Nieuwe lichten
Ondanks de kritiek van bekende academici is de herevaluatie van de manier waarop geslachts- en genderrollen in de archeologie moeten worden bestudeerd, al een tijdje aan de gang. Al in 2017 kwamen Duitse archeologen tot nieuwe inzichten, door het belang aan te tonen van vrouwelijke mobiliteit voor culturele uitwisseling in het zuiden van Duitsland tijdens de bronstijd, meldde wetenschappelijk nieuwsplatform Phys destijds.
Terwijl de overblijfselen van mannen uit het Lechtal bleken te komen, kwam het merendeel van de vrouwen van buiten het gebied, waarschijnlijk uit Bohemen of Midden-Duitsland. Dit patroon bleef gedurende een periode van minstens 800 jaar bestaan.
Een tweede voorbeeld is te vinden in Nederland. Recent onderzoek van grafgiften en botmateriaal uit het oudste grafveld van het land leverde opmerkelijke informatie op over de klassieke interpretatie van de man-vrouwrollen in een 7000 jaar oude boerensamenleving.
Na onderzoek van de resten met moderne methoden bleek dat vuurstenen pijlpunten en stenen bijlen, die traditioneel aan mannen worden toegeschreven, veelvuldig in vrouwengraven werden aangetroffen, zo meldde de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het traditionele idee dat grafgiften persoonlijke bezittingen zijn en representatief voor het dagelijks leven en het geslacht van de overledene, kwam in een nieuw licht te staan.