Diploma voor restauratievaklieden

Op woensdag 9 november om 19.30 uur ontvangen 14 restauratievaklieden hun vakdiploma. De uitreiking vindt plaats op Erve Woldhuis, Haarweg 3 te Hengelo.

Ingezonden bericht

Alle leerlingen volgden de vaktheorie aan het ROC van Twente te Almelo, waar door vakkundige docenten is ingegaan op specifieke aspecten van het restauratievak. Daarnaast zijn tijdens de opleiding diverse gastcolleges, workshops en excursies georganiseerd. Dit maakte de opleiding bijzonder interessant en boeiend.

Tien restauratietimmerlieden en -metselaars ontvangen naast het vakdiploma eveneens het Praktijkcertificaat, waarop is aangegeven op welke restauratieprojecten zij hun beroeps-praktijkvorming hebben gedaan. De praktijkvorming vond in belangrijke mate plaats op speciale erkende RestauratieOpleidingsProjecten (ROP). Deze restauratieprojecten zijn in samenwerking met de Stichting RIBO/ROP Oost en in goede afstemming met erkende restauratieleerbedrijven en hun leermeesters uitgevoerd.

Naast de restauratietimmerlieden en – metselaars ontvangen ook vier restauratie-medewerkers op deze avond hun diploma. Deze deelnemers kunnen na het behalen van hun diploma als kaderfunctionaris restauratie aan de slag bij restauratiebedrijven, architectenbureaus, monumentenwacht en grote monumentengemeenten.
Dit goed opgeleid en gemotiveerd kaderpersoneel in de restauratie biedt de garantie voor adequate advisering, deskundige begeleiding en kwalitatieve uitvoering

Het ROP Oost en het ROC van Twente, willen zich gezamenlijk met de restauratie-leerbedrijven blijvend sterk maken voor een kwalitatief goede restauratieopleiding in de regio, om zo noodzakelijke continuïteit en kwaliteit van het restauratievakmanschap in stand te houden. Alleen daardoor kan het culturele erfgoed ook in de toekomst op een duurzame en verantwoorde wijze worden gerestaureerd en onderhouden.

  1. Open Brief

    De Teloorgang van een stukje Belgisch Cultureel Erfgoed.
    De afdeling Ornamentsnijden – Houtsnijden aan het

    Instituut Don Bosco te Luik. Opgericht in 1896

    September
    2011, het managment van Don bosco Liége zal de opleiding ornamentiek niet meer aanbieden . Ik ben mijn licht eens gaan opsteken bij mijn oud leraar,
    over hoe dit zover kon komen ‘Er zijn te weinig studenten’ klinkt het bij mijn laatste bezoek aan de school.

    Al 116 jaar is de afdeling
    ornamentsnijden aan het DonBosco Instituut een unieke opleiding in ons land. Zelf heb ik er 3 jaar mogen studeren ( van 1986 tot 1989). Er was zelfs een
    ingangsexamen nodig om op deze afdeling te mogen starten; er werden namelijk maar 12 studenten toegelaten tewijl er veel meer inschrijvingen waren. De afdeling ornamentiek behoorde tot de absolute top ,’er zijn maar 2 andere van dit formaat te vinden in Europa’ in Parijs (école Boulle) en
    London (Guilds of London Art school).

    De basis van deze opleiding die opgericht is in 1896, ligt in het versieren en decoreren van meubilair en interieur . De Luikse ornamentiek was voor velen een stijlperiode met een vaste waarde, het verzekerde vele generaties studenten op deze unieke afdeling van een toekomst. Maar tijden
    veranderen, sinds ongeveer 15 tal jaar was er een mindere vraag naar ‘Luikse Ornamenten’, zodat ook de leraars houtsnijden aan het Don Bosco zich dienden aan te passen. Er kwam steeds vaker de vraag naar een -‘ander’- soort houtsnijwerk, het betrof dan voornamelijk restauraties van kerken en geklasseerde gebouwen uit verschillende stijlperiodes; Gotische, Barok etc…

    Klei en steen

    10 jaar geleden werd de studie en het modelleren van ornamenten in klei en was terug opgenomen in het curriculum. De basis van een ornamentist is de
    kennis en studie van een specifiek ornament of van een stijlperiode en het maken van specifieke ornamenten en decoraties . Of de materie nu in hout, steen, klei of gips is, elke stijlperiode in de West-Europese geschiedenis heeft zo zijn eigen kenmerken , ze verschillen zelfs van land tot land.

    Door het enthousiasme van de leraar werd het ornament maken in steen
    ingevoerd . De opleiding begon andere wegen in te slaan, positieve wegen die
    nieuwe kansen openlegde. Het zou een afdeling kunnen worden waar studenten van over heel Europa naar toe zouden kunnen komen, om zich te verdiepen in de ornamentiek (Hout,steen klei)

    Een opleiding ornamentiek was in de maak, deze zou niet alleen sneller kunnen inspelen op trends en vormgeving maar ook gemakkelijker op de vraag van verschillende commerciële sectoren.

    Waarschijnlijk weer iets typisch Belgisch zeker ?

    Begin September 2011: de directie van
    Don Bosco besluit de ‘Section Sculpture’ te sluiten. Deze beslissing was, gegrond door het feit dat er op dat moment, slechts 9 leerlingen ingeschreven waren op deze afdeling. Op dat zelfde moment hadden
    andere afdelingen op deze school met hetzelfde probleem te kampen, maar de
    opleiding ornamentiek was de enige opleiding die gesloten werd.

    Officieel, ‘het gebrek aan leerlingen’ , de directie van het Instituut Don Bosco in Luik, die de cijfers van het NTPP beheert en
    analyseert (NTPP : de verhouding leerlingen met het totaal van de leraren) kwam tot deze conclusie.

    Of zoals een manager zou zeggen, te kleine klassen met weinig aantal leerlingen hebben geen plaats meer in deze school.

    Toekomstige studenten zagen / zien hun aanvraag van inschrijving afgewezen onder het voorwendsel dat ze de afdeling opdoeken. Vroeger was de Jaarlijkse tentoonstelling van de afdeling een blikvanger ver buiten de schoolmuren, zelfs dat mocht niet meer van het management, de afdeling werd doodgezwegen, het leek wel een uitdoof scenario. En zoals het oud bollige spreekwoord zegt, onbekend is onbemind. Zelf ben ik reeds 25 jaar ondernemer, en weet ik maar al te goed hoe belangrijk het is je métier geregeld in de kijker te zetten of je kunnen te tonen op tentoonstellingen en beurzen .

    Het ministerie van onderwijs legt totaal achterhaalde normen en voorwaarden op zoals ‘de verplichte vooropleiding meubelmakerij ‘. Aan deze verplichting zijn dan weer de broodnodige subsidies verbonden om een gezonde financiële werking te verzekeren. Maar door deze verplichting snoeit men veel te veel van het groeihout voor deze afdeling weg. De laatste leraar ornamentsnijden heeft geprobeerd om de afdeling te diversifiëren met het modelleren en beeldhouwen, maar heeft nooit de steun van het management gekregen. Geen enkele euro werd geïnvesteerd in het behouden van de opleiding.

    En zo komt het dat creatievelingen en mensen met een passie voor de ornamentiek uit de boot vallen en die het métier van ornamentist wel zien zitten, uit de boot vallen .

    Van de andere kant probeert het ministerie van middenstand juist met veel moeite ambachten te promoten via ‘Dag van de Ambacht’ en ‘Ambacht in de kijker’. Terwijl een ander Ministerie zorgt dat er geen toekomstige doorstroming meer is . Scholen met goede en unieke ambachtelijke kennis en technieken zorgen ervoor dat volgende generaties de vrije keuze nog steeds kunnen maken om voor een ambachtelijke opleiding te kiezen, of de materie nu hout, glas, metaal of steen is .

    Door dit vacuüm zorg je automatisch ervoor dat een hele generatie geen visueel contact meer heeft met ambachtelijk handwerk. De kennis gaat verloren en er ontstaat vervreemding met de materie en geschiedenis. Volgende generaties worden opgeleid als schapen om in een productie proces ingeschakeld te worden zonder een eigen identiteit . Een hele generatie wordt zonder het te weten en met toedoen van media in één richting gestuurd; minimalisme en consumptiegoederen.

    Wij zijn onszelf en volgende generaties verplicht dit stukje uniek ambachtelijk patrimonium te beschermen
    In ons omringende landen hebben ze dit natuurlijk al lang begrepen, ‘je gooit het kind toch ook niet met het waswater weg’. Maar wat ik niet goed snap, is dat enkele individuen aan de top die het beleid uitmaken in België, zomaar kunnen beslissen dat deze afdeling helemaal niet meer nodig en oud bollig is en dat moderne machines de oplossing zijn.

    Pasop, ik ben niet tegen technologie, nieuwe technologie en oude technieken moeten hand in hand kunnen gaan en altijd aangeboden kunnen worden. Dit hoeft niet in elke school zo te zijn maar de keuze moet blijven bestaan mocht technologie de student geen voldoening schenken. En identiteit bezorgen?

    Als ondernemer is mijn conclusie dat de huidige visie en het huidige beleid zonder scrupules omgaat met het verleden. En wordt voorbereid op een
    toekomst waar volgens het management alleen machines nog een rol gaan spelen. Dit zijn zeer gevaarlijke uitspraken, een glazen bol heb ik niet, maar blijkbaar zij wel.

    Dialoog

    Hoe is het zover kunnen komen dat deze Nationaal en Internationaal gerenommeerde afdeling zijn activiteiten moest stoppen en vervangen worden door een opleiding ‘keukeninstallateur’. Was het de incompetentie, laksheid of onwetendheid van het management? Of was het de verouderde wetgeving omtrent de toelatingsvoorwaarden? Of misschien een combinatie van de twee? Of misschien zijn er redenen waar we nog niet achter zijn gekomen? Mijn persoonlijke mening is dat een extern onafhankelijk onderzoek, dringend op zoek moet gaan naar de tekortkomingen en een dialoog moet aangaan met betrokken partijen; directie, leraars, oud-leraars, ondernemers …

    Patrick Damiaens, Oud Leerling Don Bosco Instituut

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

We hebben zorg genomen om alle rechthebbenden voor hier gereproduceerde foto's te traceren, soms evenwel zonder succes. Iemand die in dit opzicht meent rechten te hebben wordt vriendelijk verzocht om contact op te nemen met de redactie van de Erfgoedstem.