Economisch belang culturele en creatieve sector vergelijkbaar met de bouw

Beleef het Domplein, Rondleidingen, DomUnder, Vrijwilligers, Kinderen Beeld: DOMunder

Door het CBS gepresenteerde cijfers bevestigen het beeld dat het economische belang van de creatieve en culturele sector (inclusief media) groter is dan vaak wordt gedacht. Met een toegevoegde waarde van 25,5 miljard euro (3,7 procent) aan het bbp is deze sector iets kleiner dan de bouwnijverheid maar tweemaal zo groot als de landbouw. De creatieve en culturele sector is bovendien goed voor zo’n 320 duizend banen, 4,5 procent van de totale werkgelegenheid. Ook onderzoekers van TNO kwamen onlangs tot een dergelijke conclusie. In een artikel in ESB stellen zij dat de creatieve en culturele sector belangrijker is dan gangbare cijfers suggereren.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
In het vandaag publiceerde onderzoek heeft het CBS voor het eerst de economische betekenis van de creatieve en culturele sector in macro-economisch perspectief zichtbaar gemaakt. Het CBS kan namelijk (behalve de bekende cijfers voor de hele economie, zoals het bbp), in opdracht, ook cijfers vanuit een specifieke invalshoek leveren. Dit wordt een satellietrekening genoemd. Daarin worden de belangrijkste macroeconomische variabelen berekend (productie, consumptie, toegevoegde waarde, werkgelegenheid e.d.). Deze satellietrekening cultuur en media werd opgesteld in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de bijdrage van cultuur en media aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid te laten zien. De CBS-cijfers omvatten o.a. podiumkunsten, erfgoed, reclame, audiovisueel, beeldende kunst, architectuur, etc. Platforms en gaming zijn niet meegenomen. Lees HIER het persbericht van het CBS en HIERde Satellietrekening cultuur en media.

Economisch Statistische Berichten (ESB)
Eerder deze maand stelden drie onderzoekers van TNO in een verkenning in ESB (Economische Statistische Berichten) dat het belang van de culturele en creatieve sector groter is dan traditionele cijfers suggereren. Bij de bepaling van de economische waarde van de sector moet namelijk ook rekening worden gehouden met het feit dat deze sector niet alleen zelf producten en diensten levert, maar ook creatieve concepten ontwikkelt die vervolgens kunnen worden toegepast bij de productie van andere goederen en diensten. Dit noemen de onderzoekers ‘creatief kapitaal’, een term die het directe effect uitdrukt dat de creatieve sector heeft op het creëren van toegevoegde waarde. De onderzoekers berekenden voor 2017 een ‘creatiefkapitaalvoorraad’ van 5,2 procent van het bruto binnenlands product. 
De auteurs stellen ook: “Er zijn legio voorbeelden van creatieve concepten die door andere bedrijven zijn overgenomen of vertaald in nieuwe toepassingen zonder dat ze hiervoor de bedenker(s) hebben betaald. Als dit resulteert in een onderinvestering van creatief kapitaal, dan worden innovatie en de economische groei hierdoor gefrustreerd.” Lees HIER het artikel in ESB door TNO-onderzoekers Marcel de Heide, Arjen Goetheer en Evgueni Poliakov.

Kunsten ’92 en Federatie Creatieve Industrie onderzoeken samenwerking

Het toenemende belang voor onze economie van de culturele en creatieve sector vraagt om een meer gezamenlijke belangenbehartiging door de cultuursector en de creatieve industrie. Om die reden hebben Kunsten ’92 (met 365 leden uit kunst, cultuur en erfgoed) en de Federatie Creatieve Industrie (met leden vanuit o.a. ontwerp, architectuur, mode, gaming, fotografie, pop) afgesproken om de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken. Dit ook in lijn met  de oproep van minister Van Engelshoven (OCW): ‘Toon eenheid, dan maken we de sector sterker’.

Jan Zoet, voorzitter van Kunsten ’92: “Nederland is zowel in de kunst als in creatieve economie een wereldspeler. Een sterk kunstenveld is voorwaardelijk voor deze positie. Kunsten ’92 en de Federatie Creatieve Industrie vertegenwoordigen samen de creatieve slagkracht van ons land en zullen zich samen inzetten om deze te versterken en te behouden.” 

Han Bekke, voorzitter van de Federatie Creatieve Industrie: “De culturele en creatieve industrie dragen in toenemende mate bij aan onze welvaart en welzijn. Daar past een andere houding bij, niet alleen van overheid maar ook onszelf. Ook daarom onderzoeken we de mogelijkheden tot samenwerking met Kunsten ’92.” 

  1. Goed dat de macro-economische parameters van de culturele en creatieve sector door het CBS op deze onder de aandacht brengt. Wat ik mis is een vermelding van de vele vrijwillige bijdragen die worden verzorgd door liefhebbers en specialisten. Mag ik dit met een voorbeeld verduidelijken?

    Momenteel werkt in de gemeente Enschede een groep van zeven vrijwilligers aan de inventarisatie van erfgoed in wijken waar het bestemmingsplan aan herziening toe is. Onder de vleugels van de Historische Sociëteit zijn een bestuurslid, een stedenbouwkundige, een ingenieur, een onderofficier, een gewezen ambtenaar, bouw & woningtoezicht, een geïnteresseerde leek en een kunsthistoricus enkele dagdelen per week in de weer. Gepensioneerd of afgekeurd leveren zij een substantiële bijdrage aan een wettelijke taak van de gemeente die middelen te kort komt wegens de ingrijpende en aanhoudende herstructurering van de rijksfinanciën.

    Theaterproducties die draaien op vrijwilligers, koren, lokale omroepen, musea, etcetera, de culturele sector draait voor een deel op mensen die dit uit overtuiging doen, uit liefde voor hun vak. Wat is hun sociaal-economische waarde ?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

We hebben zorg genomen om alle rechthebbenden voor hier gereproduceerde foto's te traceren, soms evenwel zonder succes. Iemand die in dit opzicht meent rechten te hebben wordt vriendelijk verzocht om contact op te nemen met de redactie van de Erfgoedstem.