UNESCO kent werelderfgoedstatus toe aan twee eeuwenoude manuscripten van de Universiteitsbibliotheek Leiden, wat van groot belang is voor de universiteit. Hierdoor worden twee prominente verhalen uit de geschiedenis opnieuw onder de aandacht gebracht van historici. “En ik hoop dat dan weer tot nieuwe inzichten kan leiden” aldus Mart van Duijn, conservator Universiteitsbibliotheek.
Het betreft een tekst over de eerste wereldreis van Ferdinand Magellaan (1480-1521) en de handgeschreven geschiedenis van Atjeh op het eiland Sumatra. In totaal zijn vijftien manuscripten opgenomen in het wereldwijde UNESCO Memory of the World Register.
Deze lijst omvat documentair erfgoed van buitengewone waarde, dat behouden moet blijven voor toekomstige generaties. Een van de nieuw toegevoegde handgeschreven teksten is een verslag van een van de meest bekende ontdekkingsreizen uit de 16e eeuw.
De Straat van Magellaan, gelegen in het uiterste puntje van Zuid-Amerika, is vernoemd naar de ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellaan. Hoewel deze ontdekkingsreis uit de zestiende eeuw wel bekend was in het collectieve geheugen, was er nooit een gedetailleerd verslag van gemaakt. “Dat heeft Fernão de Oliveira, de Portugese schrijver van het manuscript, wèl gedaan” zegt Mart van Duijn. “Hij heeft de bemanningsleden gesproken die de reis overleefden. Je kan misschien wel zeggen dat hij als een soort verslaggever te werk is gegaan. Uit nieuwsgierigheid en honger naar kennis, maar zeker ook vanuit economisch motief. Ze wilden gewoon weten wat de kortste route was naar het verre oosten voor de specerijen handel.”
In 1519 begon Magellaan zijn reis naar de Molukken vanuit Spanje met vijf schepen, met als doel lucratieve specerijenhandel. Hij koos voor een westelijke route. Een jaar later ontdekte hij een zeestraat tussen Vuurland en het vasteland van Zuid-Amerika, die nu bekend staat als de Straat van Magellaan. Helaas maakte Magellaan de reis niet af en kwam hij in 1522 om bij gevechten op de Filippijnen. Alleen kapitein Sebastian Elcano voltooide de reis.
Naast Magellaan is ook de Hikayat Aceh, de geschiedenis van Atjeh, opgenomen in de werelderfgoedlijst. Twee van de manuscripten worden beheerd door de Leidse Universiteitsbibliotheek, terwijl de derde in bezit is van de Nationale Bibliotheek van Indonesië. Volgens de Universiteit Leiden betreft het een “zeer zeldzame tekst”. De Hikayat Aceh is een belangrijke bron voor mensen die geïnteresseerd zijn in de islam, internationale betrekkingen en de geschiedenis van Atjeh. Het is geschreven in het Maleis in het Arabische schrift en bevat talrijke verhalen over het leven en de gebruiken in Atjeh, inclusief de relaties met Portugal, China en Turkije.
“Voor ons wordt het nu echt spannend, want dit betekent dat de werken ineens veel meer bekendheid krijgen. De originele bron over die bekende reis van Magellaan is nu veel beter bereikbaar voor een groot publiek.” sluit Mart van Duijn af. Hij verwacht daarom een hernieuwde belangstelling voor het manuscript, zowel uit Spanje, Portugal als Zuid-Amerika.
De Leidse Universiteitsbibliotheek heeft twee van de drie Hikayat Aceh-manuscripten gedigitaliseerd en vrij toegankelijk gemaakt, en ook het verslag van Oliveira is digitaal beschikbaar om te raadplegen.