Het gerechtshof in Utrecht heeft definitief besloten dat de huidige rechtbank in Almelo geen monumentale status krijgt. Bovendien werd ook de sloop van het aangrenzende pand aan de Egbert Gorterstraat 3 niet als een probleem beschouwd door de raadsheren in Utrecht. Hiermee is een belangrijke “hindernis” weggenomen voor de bouw van de nieuwe rechtbank in Almelo.
Het gerechtshof moest uitspraak doen over de afwijzing van de monumentale status voor beide panden. Erfgoedvereniging Heemschut ging in hoger beroep om te laten vaststellen dat de panden onterecht niet als monument waren erkend. Het gerechtshof was het echter niet eens met dit standpunt.
Het gerechtshof heeft geoordeeld dat de vereniging geen procesbelang meer heeft in verband met de sloop van het pand op nummer 3. Daarom zal het beroep niet worden behandeld. Het is immers niet mogelijk om een gesloopt pand nog een monumentenstatus toe te kennen.
Wat betreft de huidige rechtbank is de situatie anders. Dit pand is nog steeds in gebruik, maar een aanvraag voor een monumentale status is door de gemeente Almelo afgewezen. Van de benodigde zeven criteria voor een monumentenstatus voldeed het gebouw aan zes. Dit was echter niet voldoende om de status te verkrijgen.
Volgende stappen
“Dat pand is Post 65-architectuur, een nieuwe trend in de monumentenzorg waarbij ‘nieuwere’ panden een status kunnen krijgen”, vertelt Jan Astrego (Erfgoedvereniging Heemschut). “Het kritiekpunt bij dat pand is vooral ook dat de gemeente nog geen beoogde invulling heeft. De kans is dus groot dat het pand straks leeg staat.” De erfgoedvereniging heeft een second opinion aangevraagd bij de Post 65-werkgroep voor het betreffende pand. “Zij waren duidelijk: het is een pand dat een monumentale status verdient.”
Het gerechtshof verwierp echter dit standpunt en wees daarom het volledige hoger beroep van de erfgoedvereniging af. “Het gebouw staat er nog wel even markant te zijn aan het kanaal. Maar wat gaan ze er straks mee doen? Slopen is nu eenmaal makkelijker dan een nieuwe invulling geven…” zegt Jan Astrego.