Steden met oude, verlaten industrieterreinen hebben goud in handen. Om zichzelf een nieuw hart te geven buiten het traditionele centrum. En om zichzelf als culturele vrijplaats en toeristische trekpleister op de kaart te zetten. Als de stank, het vuil en de sociale ellende die de fabrieken vroeger kenmerkten vergeten zijn, schept hun grootsheid mooie kansen om nieuwe ontmoetingsplekken, nieuwe publieke ruimtes te creëren in steden die verder steeds propperiger, gesegmenteerder en dichtgebouwder worden. Hun rauwheid en grandeur bieden ontsnapping uit de nette en benepen ruimtes waar we normaliter ons leven doorbrengen.
Dit artikel bevindt zich deels achter een betaalmuur
Geef een reactie