Wilde bomen en struiken vormen de fundamenten van biodiversiteit. Veel van deze bomen en struiken worden momenteel met uitsterven bedreigd. Het is mogelijk om deze neerwaartse trend te keren en de populaties van wilde bomen en struiken in Nederland te herstellen door zorgvuldig beheer van de laatste groeiplaatsen. In samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft Wilde Bomen en Ecologisch Adviesbureau Maes, samen met Landschapsbeheer Flevoland, “Attentielijsten voor bedreigde wilde bomen en struiken” samengesteld. Deze lijsten bieden een overzicht van de bedreigde wilde boom- en struiksoorten per provincie, evenals richtlijnen voor beheer.
In Nederland is de natuurlijke bosvegetatie vrijwel volledig verdwenen. Slechts kleine restpopulaties van bijna alle soorten met een wilde oorsprong blijven bestaan, voornamelijk in oude houtwallen, bosranden en langs onveranderde beekoevers. Ongeveer honderd soorten inheemse bomen en struiken zijn te vinden in Nederland, waarvan naar schatting de helft bedreigd wordt in hun voortbestaan, en sommige soorten zijn zelfs al uitgestorven. Bovendien zijn veel lokale populaties te klein en daardoor eveneens bedreigd.
De schaarste van wilde bomen en struiken
Wilde bomen en struiken beslaan minder dan 3% van het totale oppervlak van bossen en landschapselementen in Nederland. Deze wilde varianten bezitten een unieke genetische waarde, met grotere genetische variatie binnen populaties, wat hen weerbaarder maakt tegen veranderingen in het klimaat en milieu in vergelijking met aangeplante bomen met beperktere variatie.
Wilde bomen en struiken hebben ook aanzienlijke ecologische waarde doordat ze de basis vormen voor het landelijke biodiversiteitsecosysteem. Ze fungeren als fundament voor complexe voedselketens en dragen bij aan de rijke biodiversiteit die zich rondom deze planten heeft ontwikkeld gedurende duizenden jaren van evolutie in de Lage Landen.
Het voornaamste doel van deze lijsten is om aandacht te vestigen op deze bedreigde en kwetsbare bomen en struiken, en om beheerders, overheden en natuurbeschermingsorganisaties te stimuleren zich te richten op het behoud van deze soorten binnen hun eigen provincie. Prioriteit moet worden gegeven aan het behoud van populaties van deze bedreigde soorten om verdere uitsterving in de provincies te voorkomen. Het uiteindelijke streven is om voor elke soort op de lijst een levensvatbare provinciale populatie te behouden. Het realiseren hiervan vereist verhoogde aandacht en toewijding aan behoudsinspanningen.