Jelle Hettema: jonge erfgoedprofessional met blik op de toekomst

Welke rol speelt erfgoed over 100 jaar? En welke plek neemt het in in onze samenleving? Vragen waarop geen eenduidig antwoord is. Toch moeten we het als erfgoedprofessionals met elkaar over deze vragen hebben. Erfgoed kan namelijk een cruciale rol spelen bij uitdagingen van deze tijd én de decennia daarna. Verleden en toekomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat ziet ook Jelle Hettema, als ruimtelijk expert werkzaam bij het College van Rijksadviseurs en cultuurhistorisch adviesbureau SteenhuisMeurs. Daarnaast is hij een van de oprichters van het Platform Klimaat en Erfgoed.

Het verbinden van verleden en toekomst

Jelle is opgeleid als architect en momenteel bezig met het behalen van zijn titel. ‘Tijdens mijn studie in Delft merkte ik dat het veel ging over wat er ‘nieuw’ kan en weinig over waar we vandaan kwamen. Daarom heb ik ook een master architectuurgeschiedenis gevolgd. Daar heb ik geleerd om met een historische blik te kijken naar de bestaande gebouwde omgeving. Door deze werelden te combineren, ben ik uiteindelijk op een plek gaan werken waar ik het verleden aan de toekomst kan verbinden.’

Gevraagd en ongevraagd advies aan de overheid

Die werkplek is het College van Rijksadviseurs (CRa), ook wel bekend als Atelier Rijksbouwmeester. Jelle: ‘We ondersteunen de Rijksbouwmeester en het College van Rijksadviseurs in hun werkzaamheden. We bewaken de ruimtelijke kwaliteit bij de overheid en geven gevraagd en ongevraagd advies. Bijvoorbeeld wanneer we iets signaleren in de maatschappij, media of praktijk. Zo gaven we onlangs een handreiking aan opdrachtgevers om goed om te gaan met Auteursrecht van ontwerpers.’

Binnen het CRa is Jelle werkzaam als ontwerper en adviseur erfgoed. ‘Ik werk op verschillende schaalniveaus. Ik kijk mee bij projecten van het Rijksvastgoedbedrijf (dat de gebouwen en gronden van de Rijksoverheid en Defensie in eigendom heeft of beheert) op het moment dat het om monumenten of erfgoed gaat. We doen cultuurhistorisch onderzoek naar gebouwen of initiëren ontwerpend onderzoek om de potentie van een locatie in beeld te krijgen.

Een nieuwe rol voor een historisch gebouw

Het College van Rijksadviseurs heeft ook een rol bij de verkoop van monumentaal vastgoed. Jelle geeft als recent voorbeeld de verkoop van het voormalige Pieter Baan Centrum in Utrecht: ‘Zij verhuisden naar Almere, waardoor het detentiecentrum in Utrecht overtollig raakte. Een reden voor het Rijksvastgoedbedrijf om het pand vorig jaar te verkopen. Omdat het een bijzonder en historisch gebouw is, kijken wij hoe het na verkoop uiteindelijk een plek kan krijgen in de maatschappij. Zo stelden we samen met het Rijk en de gemeente Utrecht een Stedenbouwkundig Programma van Eisen vast, waaraan de koper moest voldoen. Op basis daarvan is het verkocht aan een partij die van de oude gevangenis een culturele broedplaats gaat maken.’  

Bron: Fotodienst GAU Utrechts Archief

De Waddenzeekust in 2100

Essentieel in Jelle’s werk is beleidsmatig werken en ver vooruit kunnen denken. Jelle: ‘Onlangs organiseerden we een Toekomstatelier, waarbij we na hebben gedacht over regio’s in het jaar 2100. Eén daarvan was de Waddenzeekust, in samenwerking met de Landschapstriënnale. We zijn zo gericht op de korte termijn dat het leven over 100 jaar lastig is voor te stellen. Toch is het belangrijk om nu al na te denken over het effect van bijvoorbeeld klimaatverandering op bepaalde gebieden. En hoe we daar de komende jaren en decennia mee om moeten gaan.’

De toekomst van erfgoed: meer dan duurzaamheid

Deze onderwerpen komen ook aan bod bij het Platform Klimaat en Erfgoed, waar Jelle namens het CRa bij is aangesloten. Dit platform – opgericht in 2022 – richt zich op de rol van erfgoed op de lange termijn. Jelle: ‘Je merkt dat veel gesprekken over de toekomst van erfgoed over energetische duurzaamheid gaan. Dus hoe je monumenten kunt verduurzamen met zonnepanelen of dubbel glas. Terwijl als je op lange termijn kijkt, deze vraagstukken misschien niet meer relevant zijn. Als jij een verduurzaamde boerderij naast een rivierdijk hebt staan, 6 meter onder NAP, wat gaat daar dan uiteindelijk mee gebeuren?’ Met het Platform Klimaat en Erfgoed wil Jelle meer van dit soort gesprekken starten. ‘Dus: hoe nemen we ons erfgoed mee naar over 100 jaar en kunnen we dan alles blijven beschermen? En zo niet: wat vinden we dan het belangrijkste om te blijven beschermen en hoe gaan we om met verlies?’ Het platform organiseert regelmatig bijeenkomsten waarin dit soort vragen aan de orde zijn. Iedereen kan deelnemen, waardoor informatie en expertise gedeeld kan worden.

De eerste bijeenkomst van Platform Klimaat en Erfgoed. Foto Robin Ammerlaan

De cultuurhistorische waarde van een renbaan

Het praten en nadenken over scenario’s op lange termijn, kan soms wat abstract zijn. Daarom wisselt Jelle het “hoog-over-werk” af met concrete onderzoeksvragen. ‘Ik werk als zzp’er bij Bureau SteenhuisMeurs, dat op basis van cultuurhistorisch onderzoek advies geeft over erfgoed.’ Dat onderzoek is vaak vraaggericht, wanneer een plek van functie verandert of wordt verkocht. Momenteel doet Jelle onderzoek naar het stadspark Groningen. De renbaan in het park, waar de Koninklijke Harddraverij- en Renvereniging Groningen tot 2021 draverijen organiseerde, hield onlangs op te bestaan. Jelle: ‘Bij die renbaan staan nog een paar gebouwen, waarvan we nu de cultuurhistorische waarde onderzoeken. Dat doen we door het doorspitten van archieven, het maken van waarderingstekeningen en het in kaart brengen van het complete cultuurhistorische verhaal. Deze rapporten dragen bij aan besluitvorming of bieden inspiratie voor de architecten.’

Drafbaan stadspark Groningen

Leren van het verleden

De rode draad in Jelle’s werk is leren van het verleden. ‘Vanuit de erfgoedsector zijn we gewend te kijken naar bedreigingen. Maar erfgoed kan ook worden gebruikt voor grote opgaven van nu. Als de plannen van minister Hugo de Jonge om meer woningen te bouwen worden uitgevoerd, is het aantal nieuwe gebouwen even groot als tijdens de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog. Wat kunnen we daarvan leren? Wat ging er tijdens die periode goed en wat vergeten we nu?’

Daarbij noemt Jelle het Rijksprogramma van experimentale bouw in de jaren ’70: ‘Er werd toen op een andere manier gedacht over wat een woning kan zijn. Tijdens dit programma zijn bijvoorbeeld de kubuswoningen in Helmond of de Zonnetrap in Rotterdam ontstaan. Je merkt dat er vandaag de dag weer traditioneel vanuit sloop wordt gedacht. Een gebouw wordt vanuit het materiële beschouwd en de maatschappelijke ideeën blijven een beetje achter. Door erfgoed in een breder perspectief te plaatsen, kun je dat juist weer omdraaien.’