
Vogelvlucht Westelijke Tuinsteden, behorend bij het AUP van Amsterdam uit 1934 van Cornelis van Eesteren Beeld: via Wikimedia CC0
Volgens Jos Gadet, hoofdplanoloog gemeente Amsterdam, is kenmerkend voor de drukte in onze steden dat de omvang van het stedelijk areaal waar het helemaal niet druk is, groter is dan het areaal waar het (soms te) druk is.
“Dat heeft ermee te maken dat zowel bewoners, bedrijven en bezoekers een grote voorkeur laten zien voor dezelfde plekken in de stad: daar waar sprake is van functiemenging. En die plekken zijn schaars.”
Maar er zijn kansen voor naoorlogse stadswijken. Deze kunnen worden getransformeerd tot aantrekkelijke woon-werkmilieus aan de hand van vier principes: “stratenstructuur, straatoriëntatie bouwvelden, updaten groen-blauwe structuren en verdichting”.
Geef een reactie