Koude Oorlog-erfgoed: een schaduw van verdriet over Roemenië

Residential buildings in Constanta, a city on the Black Sea. Image: Miruna Găman

Vanwege de groeiende belangstelling voor het erfgoed van de Koude Oorlog, belicht de European Heritage Tribune samen met de Erfgoedstem het perspectief van de nieuwe generatie jongeren uit landen aan de andere kant van het voormalige IJzeren Gordijn’.

In drie speciale artikelen van drie jonge auteurs wordt dit erfgoed, dat door de oorlog in Oekraïne nog actueler is geworden, beschreven. De Erfgoedstem publiceert de vertalingen van deze verhalen. Hoe kijkt de generatie na de Koude Oorlog naar dit erfgoed in Polen, Georgië en Roemenië?

Het initiatief voor deze artikelen komt voort uit het European Cold War Heritage Network en het Cold War Heritage project van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Dit keer: Roemenië

Het communistische tijdperk van Roemenië was nogal atypisch voor Oost-Europa. Of het nu gaat om de veroordeling van de Sovjet-invasie van Tsjechoslowakije in het voorjaar van 1968 (waardoor Roemenië het enige land in de Verdragsorganisatie van Warschau is dat zich tegen deze daad verzet) door dictator Nicolae Ceaușescu of om de manier waarop het communistische regime eindigde (door de executie van Ceaușescu en zijn vrouw – een bloedig einde, in tegenstelling tot de vreedzame ontknopingen die we in de buurlanden zien).

Nicolae Ceauşescu at a meeting of the Romanian Communist Party (25 November 1974). Image: Fototeca online a comunismului românesc. Photograph #B041. (Accessed 27.05.2022)

Hoewel Roemenië behoorlijk wat van de invloed van de Sovjet-Unie heeft gevoeld, trokken de Sovjets hun troepen al in 1958 terug. Mogelijk omdat Roemenië zich na de Hongaarse Revolutie voldoende trouw had betoond. Hoewel Roemenië na die tijd geen officiële Sovjet was, leefden de Roemenen niettemin onder een socialistisch regime.

Na de revolutie tegen Ceaușescu in 1989, begonnen de Roemenen hun eigen recente verleden te ontkennen. De jaren vóór de revolutie waren de zwaarste onder het socialistische regime geweest, waarin mensen geen basisvoorzieningen meer hadden (elektriciteit was bijvoorbeeld streng gerantsoeneerd) en iedereen urenlang in de rij moest staan ​​voor de supermarkten, vaak om met lege handen thuis te komen.

Wanneer de Roemenen nu aan de gebouwen en objecten uit deze periode denken, is dat nooit positief. Codruța Pohrib, een Roemeense geleerde, merkt op dat de herinneringen “te vergelijken zijn met die aan een gevangeniscel: het smerige flatgebouw en het oneetbare of schaarse voedsel”.

Deze uiterst negatieve associatie die bepaalde generaties Roemenen ten opzichte van het communistische tijdperk hebben, is in verschillende vormen doorgegeven aan de jongere generatie.

Jongeren van nu ervaren dagelijks nog de tastbare bewijzen van dit verleden – zoals de flats in Plattenbau-stijl en chaotische steden als gevolg van alle, door de communisten geïnitieerde sloop – maar heeft vaak moeite om dit verleden goed te begrijpen.

Vanwege het feit dat het hoogtepunt van de spanningen in de Koude Oorlog tegelijkertijd plaatsvond met de zwaarste onderdrukking van het communistische regime in de jaren tachtig, neigt ons geheugen ertoe zich alleen te concentreren op de gevolgen van de onderdrukking door het regime.

Palace of Parliament, Bucharest. Image: Dennis Jarvis via Wikimedia (CC BY-SA 2.0)

De tastbare elementen die zouden herinneren aan de Koude Oorlog zijn vaak niet zichtbaar, waardoor men er niet meer aan denkt. Bijvoorbeeld in de provincie Hunedoara zijn er sporen van de Koude Oorlog in de vorm van anti-atomaire bunkers. In het dorp Vadu Dobrii ligt een verlaten militaire basis waarvan wordt aangenomen dat deze aan het einde van de jaren vijftig is gebouwd. Aangezien het dorp nogal afgelegen ligt en minder dan 10 inwoners heeft, is de aanwezigheid in het gemeenschappelijke geheugen van Roemenië verwaarloosbaar.

Het Huis van het Volk (nu het Parlementspaleis), het meest monumentale gebouw van Boekarest dat in de jaren tachtig werd gebouwd, heeft een indrukwekkende anti-atomaire bunker. Hoewel veel delen van het gebouw toegankelijk zijn voor bezoekers, zijn de bunkers nog steeds onbereikbaar voor de blik van toeristen. Bovendien hadden de flatgebouwen die vanaf de jaren zeventig werden gebouwd speciale ondergrondse schuilplaatsen in het geval van conflicten, maar deze zijn sindsdien omgevormd tot huishoudelijke opslagruimtes.

Er kan daarom worden gezegd dat het erfgoed van het tijdperk van de Koude Oorlog op de een of andere manier verhuld wordt door al het andere erfgoed van de communistische jaren, Wanneer de Roemenen terugdenken aan die pre-revolutionaire decennia, lijken ze de twee tijdperken niet van elkaar te kunnen onderscheiden. Er was altijd wel een vaag bewustzijn, maar daar werd nooit echt over nagedacht, overweldigd door de omstandigheden van het regime. Voor Roemenen is het erfgoed van de Koude Oorlog gewoon communistisch erfgoed.

Een prominente recente erfgoed-theorie stelt dat een toenemende verzameling erfgoedplaatsen of -objecten het proces van actief van nieuwe herinneringen creëren zou kunnen beperken. Terwijl ‘herinneren’ ook ‘vergeten’ inhoudt, is het de moeite waard om de vraag hoeveel we onszelf kunnen toestaan ​​te vergeten te bespreken, voordat we echt ons besef van ‘verleden’ verliezen.

Daarbij is het ook waardevol om te bevragen hoe een jongere generatie het verleden op een eigen manier kan interpreteren wanneer hen de nalatenschap van dat verleden door de generatie voor hen wordt ontzegd. Die ontzegging verhinderd hen het communistische tijdperk als één geheel te kunnen benaderen en te zien hoe de Koude Oorlog er aan de andere kant van het IJzeren Gordijn uitzag.

Misschien dat er een dialoog zou kunnen ontstaan ​​tussen de westerse verbeelding van het concept ‘Erfgoed van de Koude Oorlog achter het IJzeren Gordijn’, en wat mensen in het oosten daadwerkelijk hebben ervaren.

Er is een beroemd model voor het ervaren van verdriet, dat vijf fasen suggereert: ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en acceptatie. Ik denk dat het ook kan worden toegepast op Roemenië’s overgang van een communistisch regime naar een democratie. Momenteel heb ik het gevoel dat het land nog steeds heen en weer slingert tussen ontkenning en woede.

Hoewel het rouwproces natuurlijk zelden een lineair proces is, moet Roemenië de acceptatie voor wat het heeft meegemaakt nog vinden – een acceptatie die ook geïnternaliseerd moet worden. Zo’n proces zou bepaalde aspecten van het verleden niet alleen rechtvaardigen en legitimeren, maar het zou de Roemenen ook de mogelijkheid geven om dat verleden ‘af te sluiten’ en het land eindelijk weer vooruit te laten gaan.

De Koude Oorlog is niet echt aanwezig in de gedachten van de Roemeense jeugd van nu. Het is niet alleen verborgen, maar wordt ook overschaduwd door het lijden tijdens de communistische jaren. Er gebeurde thuis te veel om je ook nog zorgen te kunnen maken over wat het Westen aan het doen was.

Miruna Găman

Miruna, 29, is stagiair bij Europa Nostra/ESACH, projectmanager bij de ARCHÉ Association en PhD-student aan de Universiteit van Boekarest.