In een pand in Leiden zijn restanten van 17e-eeuwse kruisvensters ontdekt. Kruisvensters waren gebruikelijk tot ca. 1700, maar werden daarna op grote schaal aangepast tot schuiframen. In het Leidse pand gebeurde dit in de 19e eeuw met behoud van de oorspronkelijke kozijnen. Daardoor kon een reconstructie van de kruisvensters worden getekend (zie foto’s en reconstructie).
Een kruisvenster wordt door een middendorpel (horizontaal) en een middenstijl (vertikaal) in vieren gedeeld. Het bovenste deel bestond uit glas-in-loodramen waardoor daglicht naar binnen kon vallen. Het onderste deel was niet gevuld, maar kon worden gesloten met luiken en zorgde zo voor ventilatie.