Middeleeuwers openden graven om familie te eren

Universiteit Leiden

Archeologen interpreteren opengebroken graven meestal als grafroof, maar promovendus Martine van Haperen concludeert iets anders. Vermoedelijk openden middeleeuwers vaak graven om de band met hun familie en voorouders te versterken. Promotie 16 mei.

Vooral symbolische objecten
In de vroege middeleeuwen (450 – 800 na Chr.) kregen de doden dikwijls waardevolle spullen mee in hun graf, zoals sieraden, wapens en aardewerken potten. Van Haperen ontdekte dat degenen die de graven openden, lang niet alles meenamen. Ze pakten vooral de spullen met een belangrijke symbolische betekenis, zoals zwaarden en schilden uit mannengraven en sieraden uit vrouwengraven. Deze golden mogelijk als dragers van mythische en voorouderlijke krachten.

1300 graven onderzocht
De Leidse archeoloog onderzocht ruim 1300 graven uit 11 middeleeuwse grafvelden in Nederland en België. Ruim 40 procent van de graven was opengebroken. Volgens Van Haperen is dat waarschijnlijk gebeurd toen de grafvelden nog in gebruik waren, in de helft van de gevallen zelfs binnen één generatie na de begrafenis. Hoe kon ze reconstrueren wat er werd meegenomen? ‘Ik heb de inhoud van heropende graven vergeleken met die van intacte. Bovendien blijven in heropende graven vaak fragmenten van gebroken objecten achter, waarvan de rest is meegenomen. Mede hierdoor kon ik de oorspronkelijke inhoud van de graven achterhalen.’

Mannengraven vaakst opengebroken
Vermoedelijk waren de graven bovengronds gemarkeerd zodat men wist wie er lag. Het is opvallend dat vooral de graven van mannen werden opengebroken, terwijl die naar verhouding juist minder waardevolle spullen bevatten zoals sieraden van edelmetaal. De graven met uitsluitend zogenoemde neutrale giften zoals potten en messen werden het minst geopend. In het Engelse Kent en het Duitse Beieren zijn vergelijkbare verschillen tussen mannen- en vrouwengraven waargenomen.

Interpretaties
De redenen voor deze opgravingen waren waarschijnlijk gevarieerd, stelt Van Haperen. Volgens wetsteksten uit die tijd stonden er zware straffen op grafroof. Maar gezien het hoge percentage heropeningen en de selectieve aanpak van de gravers is het onwaarschijnlijk dat dit altijd als roof werd gezien. Van Haperen: ‘De heropening was vermoedelijk vaak een gemeenschapsritueel: mensen kwamen samen bij het graf, haalden herinneringen op en verzamelden memorabilia of relieken.’

Voorouderverering
Mogelijk was het openen van graven ook een vorm van voorouderverering. Uit verschillende historische bronnen blijkt dat de vroege middeleeuwers vooral de afstamming via de vaders belangrijk vonden. Van Haperen: ‘Dit zou kunnen verklaren waarom graven met typisch mannelijke objecten vaker geopend werden. Zo konden de gravers als legitieme erfgenamen hun machtspositie versterken.’

Aanbevelingen
Van Haperen doet in haar proefschrift aanbevelingen voor de archeologische praktijk en toekomstige opgravingen. Het idee van collega-archeologen dat ‘verstoorde’ graven minder waardevol zijn voor onderzoek, heeft er toe geleid dat veel van deze graven niet goed gedocumenteerd zijn. In sommige gevallen is de verstoring zelfs verborgen geraakt door een te rigoureuze restauratie van gebroken objecten. Van Haperen: ‘Het heropenen van graven speelde een belangrijke rol in de omgang met de doden. Daarom verdienen deze graven juist extra aandacht.’