Noord-Brabant prolongeert erfgoedbeleid voor twee jaar

De Grote Kerk in Breda
Grote Kerk, Breda Foto: MichielverbeekNL via Wikimedia CC BY-SA 3.0

Gedeputeerde Staten hebben het voornemen om het beleid voor erfgoed de komende twee jaar ongewijzigd voort te zetten. Provinciale Staten beslissen begin 2021 hierover. In het bestuursakkoord 2020-2023 is 10 miljoen euro gereserveerd voor erfgoed. Gedeputeerde Staten vragen aan Provinciale Staten om nu 5 miljoen voor de uitvoering vrij te geven. Voor de zomer van 2021 doen GS aanvullende voorstellen voor de resterende 5 miljoen euro.

“Net als het voorgaande college willen we het erfgoed fysiek en digitaal behouden voor de komende generaties,” aldus gedeputeerde Eric de Bie. “Met erfgoed versterken we de omgevingskwaliteit samen met andere overheden, ondernemers, eigenaren en burgers.” De verlenging van het beleidskader voor erfgoed is nodig, omdat het huidige kader loopt tot en met 2020.

Binnen de gelijkblijvende kaders willen Gedeputeerde Staten enkele andere accenten leggen in de uitvoering. De provincie hanteert vier verhaallijnen voor erfgoed: Religieus, Bestuurlijk, Bevochten en Innovatief Brabant. De rol van de provincie bij die verhaallijnen verandert van initiatiefnemer naar verbinder. In de samenwerking met andere partners komt de provincie meer op afstand. Per 1 januari 2020 was de Erfgoedfabriek al afgelopen omdat de incidentele middelen en capaciteit inzet afliepen. Gruts, onderdeel van de Erfgoedfabriek met betrekking tot jongeren, loopt daarmee ook af.

Maatschappelijke vraagstukken
De provincie gaat in erfgoed proactiever een relatie leggen met de Brabantse Omgevingsvisie. Eric de Bie: “We verbinden erfgoed met andere maatschappelijke vraagstukken, zoals het vestigingsklimaat, energie en een klimaatbestendig Brabant. Denk hierbij aan een subsidie voor monumentale watermolens om droogte en overstromingen te helpen voorkomen.” De provincie gaat een verkenning doen naar de uitvoering in het erfgoedveld gericht op doelmatigheid en efficiëntie.

Binnen de vier verhaallijnen zullen de komende twee jaar enkele grote projecten spelen. Voor de Zuiderwaterlinie (Bevochten Brabant) wil de provincie samen met partners een meerjarenprogramma opstellen. In diezelfde verhaallijn verkrijgt de Nieuwe Hollandse Waterlinie naar verwachting in de zomer van 2021 werelderfgoedstatus. Komend jaar is ook een publieksjaar voor het Brabants kloosterleven met vele publieksactiviteiten. Voor Bestuurlijk Brabant legt de provincie de focus op ruimtelijke aspecten van landgoederen. In Bestuurlijk en Innovatief Brabant speelt de provincie in op initiatieven uit de samenleving, zoals Watermolenlandschappen en een project voor ruilverkaveling en landschappen Het Groene Maatpak.

De provincie blijft inzetten op behoud van erfgoed door bij te dragen aan restauraties, onderhoud van molens en het verduurzamen van monumentaal erfgoed. Verder draagt de provincie bij aan het instandhouden van de vier Brabantse topmonumenten: Sint Jan in ’s-Hertogenbosch, Grote Kerk in Breda, Kasteel Heeswijk en Markiezenhof in Bergen op Zoom.