RMO besteedt aandacht aan levenswerk ‘amateur’ archeoloog

Op de afdeling ‘Archeologie van Nederland’ van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden opent op 16 december de tentoonstelling ‘100.000 uur archeologie. Verzamelen op de Veluwe ‘. Te zien is de collectie van amateurarcheoloog en verzamelaar Eduard Zuurdeeg. Die omvat honderden stenen pijlpuntjes en scherven, maar ook oud aardewerk,klokbekers en bijlen, grote maalstenen, Romeinse munten en middeleeuwse wijnflessen. Zuurdeegs collectie is het resultaat van 60 jaar intensief verzamelen. De verzameling vormt een uniek archeologisch document, dat het verhaal vertelt van 50.000 jaar bewoning op en rondom de Veluwe. De expositie is te zien tot 18 november 2012.

Eduard Zuurdeeg begon al jong met zoeken, verzamelen, ordenen, documenteren en registreren. In de buurt van zijn woonplaats Ede speurde en groef hij jarenlang naar alles wat hem boeide. Dit resulteerde in een omvangrijke collectie met bijzondere stukken, zoals het
oudste aardewerk van boven de Rijn. Archeologie en verzamelen waren voor Zuurdeeg zestig jaar lang een grote passie die veel tijd en inzet
vergde. Hij werkte er vier tot vijf dagen per week aan, zo’n vijftien uur binnen, twintig uur buiten. Dat komt neer op meer dan 100.000 uur archeologie.

De voorwerpen en documentatie van Zuurdeegs verzameling staan symbool voor de passie en inzet van de amateurarcheologen in Nederland. Hun kennis en inzet is van onschatbare waarde voor dit vakgebied. Niet alleen vanwege de ontdekking van voorwerpen en nieuwe vindplaatsen, maar ook voor de bescherming van het Nederlands archeologisch erfgoed in het algemeen.

Met deze tentoonstelling (als onderdeel van de vaste afdeling ‘Archeologie van Nederland’) beoogt het Rijksmuseum van Oudheden zowel
amateurarcheologie en wetenschap, als regionale en nationale archeologie nader bijeen te brengen. Het museum kocht de collectie Zuurdeeg in 2010 aan, in samenwerking met de Gemeente Ede. Door de aankoop blijft deze waardevolle amateurcollectie en zijn uitvoerige documentatie intact en bovendien toegankelijk voor onderzoekers en publiek. Hoewel het museum formeel de eigenaar en beheerder van de verzameling is, zullen in de toekomst delen ervan aan regionale musea worden uitgeleend.