Heemschut is van mening dat sloop van het kloostercomplex Sankt Ludwig in Vlodrop onontkoombaar is geworden nu het gemeentebestuur van Vlodrop een vergunning heeft afgegeven voor de sloop van het klooster en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zich daartegen niet zal verzetten.
Heemschut had er eerder bij het gemeentebestuur nog voor gepleit het frontdeel en de kapel te sparen. De belangrijkste overweging daarbij was dat zo een herinnering aan dit belangrijke klooster kon worden bewaard. Het klooster Sankt Ludwig is een belangrijk en laat exemplaar van de kloosters die in Oost-Limburg door Duitse kloosterorden zijn gesticht, nadat Bismarck in het kader van de zogenaamde Kulturkampf vanaf 1871 het werk van kloosterorden onmogelijk had gemaakt. Deze maatregelen troffen vooral het gebied dat aan Nederland grenst. Hoewel veel maatregelen van de Kulturkampf in de loop van de jaren 80 van de 19e eeuw werden verzacht, had de Kulturkampf nog tot begin 20e eeuw effect.
Er is na het vertrek van de Franciscanen van alles geprobeerd om het gigantische complex een nieuwe toekomst te geven. Er is sprake geweest van een functie t.b.v. de Staatsmijn Beatrix, later voor de Afcent. In 1979 kocht de Nederlandse overheid het gebouw voor de vestiging van een opleidingsinstituut voor politie en douane. De hoge kosten voor aanpassing van het gebouw en de verandering in de douanezorg, als gevolg van het opheffen van de Europese binnengrenzen, maakten dat die plannen niet doorgingen.
In 1984 kocht de Marahishi-beweging (nu Meru) het complex met de gronden van de rijksoverheid. Toen de Marahishi Mahesh Yogi in 1990 zijn intrek in het complex nam, werd hier het wereldhoofdkwartier van de beweging gevestigd. De beweging kreeg toen al een sloopvergunning van de gemeente. Door de rijksoverheid werd het College Sankt Ludwig 1997/1998 aangewezen tot rijksmonument. Direct na een uitspraak van de Raad van State zijn door Meru in 2001 delen gesloopt. Leegstand en de gevolgen van de sloop hebben sindsdien hun zeer forse tol geëist.
Het gemeentebestuur voerde in zijn recente sloopbesluit onder meer de moeilijkheid om een goede functie aan het gebouw te verlenen aan als reden op om hun medewerking te verlenen. Gezien de ellendige voorgeschiedenis kan Heemschut dat niet langer negeren.
Heemschut vindt dan ook dat – nu er een einde is gekomen aan een lange weg om het klooster als complex te redden – het klooster en de KulturKampf op een andere wijze herinnerd dienen te worden. Ze heeft uitgesproken daarover met Meru in overleg te willen treden. Meru heeft zich daar eveneens toe bereid gevonden en zal ook andere partijen die zich sterk hebben gemaakt voor het behoud van het complex daartoe uitnodigen. Heemschut denkt aan een materiële herinnering die zichtbaar maakt waarom indertijd de Duitsers de rust en de afgelegenheid van dit gebied voor de stichting van hun klooster uitkozen als toevluchtsoord. Wellicht zijn relaties te leggen met het nationale park de Meinweg.
Persbericht Heemschut
Geef een reactie