Dankzij vier vrijwilligers van de Heemkundekring in Bergeijk (Noord-Brabant) blijft de Dodendraad, een monument uit de Eerste Wereldoorlog, bewaard. De palen die de Dodendraad omhoog hielden waren in beroerde staat. Met behulp van de gemeente zijn de vier vrijwilligers aan nieuwe palen gekomen. Het monument kan nu weer twintig jaar mee. In de Eerste Wereldoorlog stond de Dodendraad onder stroom, het moest de zuiderburen tegenhouden van een vluchtpoging naar het vrije Nederland.
Bossche loopgraven bootsen Eerste Wereldoorlog na (€)
De afgelopen maanden is hard gewerkt aan het ‘Educatief Experience Center Eerste Wereldoorlog’ in Den Bosch. De officiële opening is op 14 april. Van 10.00 tot 17.00 uur beelden re-enactors uit Nederland, Duitsland en Frankrijk het leven uit aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. De loopgraven zijn zo natuurgetrouw mogelijk nagebouwd (zie video). De bezoekers moeten de verschillen kunnen zien tussen de Duitse, Franse en Engelse aanpak. Zo kun je in de Franse loopgraven (bijna) struikelen over lege wijnflessen. “Die werden destijds achteloos weggegooid door de soldaten”, vertelt filmmaker Klaas van Eijkeren, één van de vijf initiatiefnemers.
Toegenomen belangstelling in het onderwijs voor de Eerste Wereldoorlog
Ze zijn onder de indruk, de Nederlandse scholieren die in Vlaanderen een militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog bezoeken. De docent probeert de omvang van de begraafplaats over te brengen: “Hier liggen er bijna 12.000. Dat is 10 keer onze school.” Soortgelijke excursies worden steeds vaker georganiseerd. Zo werd het Eerste Wereldoorlogmuseum in Ieper vorig jaar door ruim 46.000 Nederlanders bezocht, een stijging van 6 procent ten opzichte van 2015. De helft van die Nederlanders was middelbaar scholier. Ook Nederlandse oorlogsmusea merken de toegenomen belangstelling. Museum Huis Doorn, waar de gevluchte Duitse keizer Wilhelm II terechtkwam, ontving in 2018 al 65 middelbare scholen meer dan in 2013.
100 jaar na de Eerste Wereldoorlog: “Het landschap is de laatste getuige”(€)
De Vlaamse Westhoek is getekend door de loopgravenstrijd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wie weet waar hij moet kijken, ziet honderd jaar na de wapenstilstand behalve tientallen soldatenkerkhoven, monumenten en hordes toeristen ook de littekens in het landschap. Piet Chielens, directeur van het In Flanders Fields Museum: “Je ziet hier hoe het landschap nog vastzit aan de oorlog en daar kun je verhalen aan haken. Die kleine individuele verhalen van hoe er van bovenaf werd ingegrepen in de levens van mensen, dat is ook het grote verhaal van de oorlog. Het landschap maakt dat tastbaar.”
De dodenraad komt tot leven met een lint van krokussen
Hoe was het om tijdens de Eerste Wereldoorlog de grens tussen België en Nederland over te steken? Knap lastig hebben basisschoolleerlingen uit de regio ontdekt. Omdat het honderd jaar geleden is dat de zogenoemde dodendraad langs de grens stond, is er nu extra aandacht voor. De Duitsers wilden met de draad, die onder hoogspanning stond, voorkomen dat de Belgen naar het neutrale Nederland vluchtten. Er vielen ruim duizend doden. Om de geschiedenis levendig te houden worden er op de grens 150.000 krokusbloembollen geplant door scholieren. Uiteindelijk moet het een lint van 75 kilometer worden.
Amsterdams erfgoed van de week | Tijdelijk duurt het langst
Dit jaar wordt het 100-jarig bestaan van Vogeldorp gevierd. In 1918 startte de bouw van 313 semipermanente noodwoningen in de Volewijkslanden: Vogeldorp. De goedkope gronden in Amsterdam-Noord waren bij uitstek geschikt om het ideaal van laagbouw eengezinswoningen in een groene omgeving te realiseren, de zogenaamde tuindorpen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het neutrale Nederland een uitwijkplaats voor vluchtelingen uit diverse omringende landen. Aan het eind van de oorlog bouwden verschillende Nederlandse gemeenten noodwoningen voor hen. De Amsterdamse Gemeentelijke Woningdienst, met B.T. Boeyinga (1886-1969) als projectarchitect, bouwde Vogeldorp voor een periode van 35 jaar.
Nederlandse mijnenjager ontdekt wrak Duitse onderzeeër Eerste Wereldoorlog
De Nederlandse mijnenjager Makkum heeft onlangs voor de Normandische kust bij toeval een Duitse onderzeeër uit de Eerste Wereldoorlog ontdekt. Het gaat hoogstwaarschijnlijk om het wrak van de UC-69, die in 1917 zonk na een botsing met een andere Duitse onderzeeboot, de U-96. De UC-69 vertrok op 4 december 1917 uit Zeebrugge om mijnen te leggen. Op 6 december werd de duikboot per ongeluk geramd door U-96 die op weg was naar huis. Elf bemanningsleden vonden de dood. Op het moment dat de boot de zeebodem raakte, ontploften de boegtorpedo’s.
Bijna intacte onderzeeër uit Eerste Wereldoorlog gevonden voor Belgische kust
Bij de kust van Oostende is een Duitse onderzeeër gevonden. De U-boot is de best bewaarde die tot nu toe is gevonden. De boot is nagenoeg intact. De luiken van de boot zijn zelfs nog gesloten. Dat wijst erop dat de boot niet eerder is gevonden en dat de lichamen van de 23 bemanningsleden nog aan boord zijn. Welke boot het precies is, is nog niet bekend. De Duitse vloot bij de kust van Vlaanderen bestond uit negentien boten. Van de vijftien gezonken boten zijn elf boten gevonden. Het serienummer moet meer duidelijkheid geven.
Jaar in het teken van het Belgenmonument
In het teken van ‘100 jaar Belgenmonument’ worden dit jaar verschillende herdenkingsactiviteiten georganiseerd. Het Archief Eemland heeft kranten, foto’s, gezinskaarten en andere documenten uit die oorlogsjaren verzameld en gearchiveerd. Ook werd vorige week de themawebsite BelgenGezocht.nl gelanceerd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleven 19.000 Belgische militairen in en rond Amersfoort, die met een miljoen burgers het oorlogsgeweld en de Duitse bezetting in hun land ontvlucht waren.
Prinses Beatrix opent Paviljoen Nederland en de Eerste Wereldoorlog
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden zal op 4 september 2014 een nieuw tentoonstellingspaviljoen openen op het landgoed van Huis Doorn (Utrecht). De voormalige garage van de Duitse Keizer Wilhelm II is verbouwd en uitgebreid met een glazen uitbouw. In de historische garage is de vaste tentoonstelling ‘Tusschen twee vuren’ gewijd aan het neutrale Nederland, dat tussen 1914 en 1918 letterlijk ligt ingeklemd tussen de oorlogvoerende grootmachten.