“Het Romeinse Rijk bestond uit provincies die weer waren onderverdeeld in kleinere eenheden. Normaal gesproken waren dat stadstaten, maar de verovering van Gallië schiep een probleem: hier waren geen stadstaten. De Romeinen losten dit vrij simpel op door de onderworpen Gallische stammen op te vatten als stadstaten, waarbij dan een van de plaatselijke nederzettingen werd getypeerd als de eigenlijke stad en de rest als het territorium van die stad. Waar lagen de grenzen van de gemeenten, van de voormalige stammen, van de zogenaamde stadstaten? Om dat vast te stellen gebruiken oudheidkundigen een foefje, de Thiessenpolygonen.”
Jona Lendering: “Eise Eisinga”
Jona Lendering blogt over het planetarium van Eise Eisinga in Franeker. “Het museum documenteert niet slechts een bijzonder planetarium, maar ook iets dat eigenlijk veel interessanter is: de intellectuele traditie van Friesland. Er is daar veel respect voor kennis en kunde en er zijn in Friesland vanouds veel autodidacten met een vaak praktische inslag. (…) Hun erfenis proef je nog altijd in Friesland: je merkt het in de omgang met erfgoed, die niet slechts is gericht op eenmalige kennismakingen maar tevens inspeelt op de intellectuele belangstelling van werkelijk geïnteresseerden. (U herkent mijn onbehagen over de limes.)”
Hoe kennen we Herodotos?: Jona Lendering interviewt Hein van Dolen
Een kleine twee jaar geleden vertelde Jona Lendering dat hij met collega’s was begonnen met het maken van filmpjes om uit te leggen hoe oudheidkundigen tot hun conclusies komen. “Nu, bijna twee jaar na het begin, is het eerste filmpje daar: classicus Hein van Dolen legt uit hoe het mogelijk is dat we na vijfentwintig eeuwen nog altijd de ‘Historiën’ van Herodotos kunnen lezen. Antieke literaire teksten zijn immers overgeleverd in middeleeuwse handschriften vol kopiistenfouten, maar toch kunnen classici de oudere voorbeelden reconstrueren.”
Jona Lendering over het vernieuwde Afrikamuseum in Tervuren
“Welbeschouwd is een Afrikamuseum even idioot als een Amerikamuseum, een Aziëmuseum of een Europamuseum. Zeker als het niet alleen gaat over het hedendaagse werelddeel, maar als het verhaal begint in de Steentijd. En als het niet alleen gaat over de menselijke geschiedenis, maar ook over fauna, mineralogie, klimaat, archeologie én de manier waarop Noordwest-Europeanen de afgelopen eeuw naar Afrika hebben gekeken. De naam ‘Afrikamuseum’ van de instelling in Tervuren belooft dan ook meer dan ze kan waarmaken. Het gaat vooral over Congo in de negentiende en twintigste eeuw. En dat is een heleboel.”
Jona Lendering: “Een Hallstatt-wagen uit de Elzas”
Jona Lendering schrijft dat een oude aanwijzing voor de Indo-Europese migraties de verspreiding van grafheuvels is. In de grafkamers lagen, behalve de grafgiften en de resten van de overledene, ook diens paarden en wagen. De bovenstaande reconstructie fotografeerde Jona Lendering in het Paleis Rohan in Straatsburg. “Het origineel is gevonden in het grafveld van Ohnenheim-Heidolsheim (zo’n twintig kilometer ten noordoosten van Colmar) en dateert uit de IJzertijd. U mag het ook Keltisch noemen, al is dat een wat onhandige term en prefereren archeologen namen als ‘Hallstatt’ voor de drie eeuwen tussen c.800 en c.500 v.Chr. en ‘La Tène’ voor de periode tot de komst van de Romeinen.”
Jona Lendering: “De vijanden van Nubië”
“Als president Trump zegt dat hij troepen kan weghalen uit Syrië omdat de zogenaamd Islamitische Staat is verslagen, staat hij in een lange traditie van schijnoverwinningen. (…) Ook de Nubische vorsten kenden vijanden waarvan we niet weten of ze werkelijk hebben bestaan. Er zijn talloze afbeeldingen van vorsten met geknevelde gevangenen en in de tempels zijn reliëfs te zien van veldslagen en verslagen tegenstanders, maar we weten niet hoe realistisch deze zijn. Eén probleem is dat er weinig archeologisch onderzoek mogelijk is naar de nomadische stammen die rondom Nubië heen en weer trokken. Nomaden staan nu eenmaal niet bekend om hun architectuur. Dat het Meroïtisch nog niet kan worden gelezen, helpt ook al niet.”
Jona Lendering over isotopenonderzoek
Jona Lendering heeft op zijn weblog Mainzer Beobachter al een aantal keren geschreven over de DNA-revolutie. “Door het onderzoek naar zowel hedendaags als antiek genetisch materiaal is het mogelijk uitspraken te doen over bijvoorbeeld de relatie tussen de diverse leden van de Achttiende Dynastie van Egypte, waarvan de mummies over zijn. (…) Ook al spreken we van DNA-revolutie, dat is eigenlijk niet helemaal juist, want er is een tweede laboratoriumtechniek met een (minimaal voor migratie) even groot potentieel: het isotopenonderzoek. Dit vergt even wat uitleg maar de conclusies zijn echt leuk.”
Luchtoorlog in Friesland
Jona Lendering heeft deze zomer in Friesland gewerkt en gewoond. Tijdens één van zijn fietstochten belandde hij in IJlst, waar vlakbij het station een gedenkteken staat voor twee Canadese vliegeniers die daar tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn neergestort. “Tijdens de oorlog zijn in Friesland en omliggende wateren zo’n 500 vliegtuigen neergestort, waarbij vliegeniers zijn omgekomen die lang niet altijd konden worden geïdentificeerd. De Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) probeert nu met locatie- en archiefonderzoek te achterhalen wie zijn omgekomen, probeert foto’s van de overledenen te verwerven en dan een gedenkteken te laten oprichten. Zoals in IJlst.”
Jona Lendering: “Jonge mensen en oude dingen”
“Het was mijn nichtje, destijds tien, die me ooit naar Hengelo sleepte om bij haar op school een les te verzorgen over de Romeinse tijd en over archeologie. Ik herinner me nog dat ik nerveus was, want het falen van een oom straalt immers af op een nichtje. (…) Sindsdien heb ik wel vaker voor de klas gestaan. Voor echte expertise op dit gebied moet u natuurlijk zijn bij re-enactors en bij de educatieve afdelingen van onze musea, maar ik denk dat ik wel iets kan vertellen over de manier waarop je kinderen vertelt over erfgoed, archeologie en geschiedenis.”
“Friese geveltekens”
Jona Lendering noemde Friese geveltekens in gedachten altijd ‘oeleborden’. “Maar ik schijn daarmee een woord te hebben verzonnen dat noch Nederlands (‘uilenbord’) noch Fries (‘ûleboerd’) is. In elk geval gaat het om het bewerkte uiteinde van een nok, met de rechtopstaande makelaar. Vaak zit er een gat onder, waardoor uilen een schuur konden binnenvliegen. Die twee zwanen naast de makelaar hebben een betekenis: ze gaven aan dat de eigenaar zijn hypotheek had afgelost. Ook mocht niet elke boer zijn huis voorzien van een uilenbord: het was het voorrecht van degenen die een stem hadden in de dorpsvergadering.”
‘Het visioen van Constantijn: Een gebeurtenis die de wereld veranderde’
Heeft de Romeinse keizer Constantijn écht een bovennatuurlijk visioen gezien dat hem hielp zijn vijand te verslaan? Oudheidkundigen Jona Lendering en Vincent Hunink leggen deze legende onder de loep in ‘Het visioen van Constantijn’. De auteurs komen dankzij komen dankzij zorgvuldig wetenschappelijk onderzoek een grote stap dichter bij de waarheid. Belangrijkste informatiebronnen zijn archeologische vondsten en historische teksten. Ze laten zien wat je als onderzoeker wel en niet kunt weten. Een ding is duidelijk: Constantijn was vooral een gehaaid politicus die allerlei politieke en religieuze groepen tevreden hield en zo lange tijd aan de macht wist te blijven.
“Ons archeologisch bodemarchief dreigt te verdrogen”
Rob Duijf, lid van Archeologische Werkgroep Zaanstreek-Waterland, wijst op de ramp die zich onder de grond – en dus buiten ons blikveld – lijkt te voltrekken: door de lage grondwaterstand dreigt ons archeologisch bodemarchief te verdrogen. “Wat voor consequenties heeft deze ontwikkeling voor de implementatie van het Verdrag van Malta? Dat schiet, wat de uitvoering onder extreme klimaatomstandigheden betreft, nu al te kort. De Nederlandse rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden zullen onmiddellijk met drastische maatregelen moeten komen en het beleid op de korte termijn moeten aanpassen, want anders zijn we ons archeologisch en botanisch bodemarchief binnenkort voorgoed kwijt.”