Het Fries Museum organiseert een tentoonstelling over Wybrand de Geest (1592-1661). Zijn album amicorum (vriendenboek), dat in bezit is van Tresoar, mag daarbij niet ontbreken – maar het is niet compleet. Er zijn 22 tekeningen uit het album gescheurd of gesneden. Voor deze nieuwe tentoonstelling gaan Tresoar en Fries Museum op zoek naar de spreekwoordelijke speld in een hooiberg: lukt het om tenminste één van de ontbrekende tekeningen terug te vinden?
Op het eerste gezicht is het een heel gewoon boekje, het album amicorum van Wybrand de Geest uit 1611. Maar dit is niet een ‘gewoon’ album amicorum maar een kunstenaarsalbum, en die zijn zoveel zeldzamer dan alba amicorum van studenten. In Nederland zijn er maar een paar. Daarom is het jammer dat er zoveel tekeningen uit het album van Wybrand de Geest missen. Wat nog wél te zien is in het kunstenaarsalbum zijn teksten in verschillende handschriften en af en toe een tekening in inkt en verf. De achtergebleven randjes papier verraden dat er zo’n 22 tekeningen ontbreken. Vermoedelijk zijn de tekeningen van onder andere Wybrands broer Gilles de Geest uit het album gesneden omdat ze geld opleverden. Ontdaan van hun context zijn ze wellicht bij verzamelaars en in museale collecties terechtgekomen.
Statussymbool
Een album amicorum (vriendenboek) was in de 16de en 17de eeuw vooral populair bij studenten die voor hun studie verschillende universiteiten aandeden. In iedere universiteitsstad vroegen ze hun hoogleraren, medestudenten en andere interessante mensen iets bij te dragen aan hun album, zoals een motto, gedicht of citaat. Adellijke jongens kozen voor de voor hand liggende combinatie van een getekend geslachtswapen en hun naam. Voorbeelden hiervan zijn nog aanwezig in het album van Wybrand de Geest, waarschijnlijk omdat deze heraldische tekeningen niet aan de man gebracht konden worden. Impliciet documenteerden de studenten met hun album hun reis langs de Europese universiteiten en ontmoetingen onderweg. Eenmaal thuis droegen de schriftelijke bewijzen daarvan bij aan het prestige van het album én de bezitter.
Reis naar Rome
De in Leeuwarden geboren Wybrand Simonsz. de Geest vertrok begin 17de eeuw naar Utrecht, om daar zijn opleiding tot schilder af te maken. Daar moet hij besloten hebben om toe te geven aan zijn verlangen om door te reizen naar Rome. Iedere kunstenaar met een beetje ambitie moest in die tijd de antieke wereld met eigen ogen gezien hebben. Het duurde jaren voordat hij via Parijs en Aix-en-Provence ook echt in Rome arriveerde en dankzij zijn album amicorum is bekend welke met studenten en collega-kunstenaars hij onderweg omging. Zo liet Gerrit Vredeman een Frans versje en een tekening van zijn wapen achter. Henrick Jans illustreerde zijn woorden met een liggende leeuw, misschien wel om Wybrand de Friese hoofdstad niet te laten vergeten. Mathijs Harings schreef dat hij een ruiter te paard achterliet, maar die tekening ontbreekt: het is een van de tweeëntwintig verdwenen tekeningen. Pas rond 1620 keerde Wybrand terug naar huis, waar hij de meest gevraagde portretschilder van zijn tijd werd, met de Friese Nassaus als zijn belangrijkste klanten.