Deze zomer zijn er negen nieuwe vormen van immaterieel erfgoed toegevoegd aan de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland, zoals Twentse Krentenwegge, Amateurtuinen in Alkmaar en Keti Koti. Het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) helpt beoefenaars van immaterieel erfgoed met het borgen (ontwikkelen, promoten, doorgeven) ervan, onder andere door de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De Inventaris geeft een overzicht van immaterieel erfgoedbeoefenaars die zich actief inzetten voor de toekomst van hun erfgoed.
Susanne Bergwerff-Verburg werkt al ruim vijf jaar bij het Kenniscentrum, tegenwoordig als coördinator van team Kennisontwikkeling. “Naast dat ik zelf onderzoek doe, houd ik me als coördinator bezig met planningen en de algemene lijnen van ons team. Wat ik leuk vind aan werken in dit veld, is de diversiteit van immaterieel erfgoed. Het enthousiasme van mensen die zich inzetten voor het behoud van hun immaterieel erfgoed werkt inspirerend en aanstekelijk.’’ Susanne vertelt meer over de toekomst van immaterieel erfgoed, de Inventaris en het onderzoek dat KIEN doet.
Immaterieel erfgoed behouden door het te veranderen
Immaterieel erfgoed is levend erfgoed: cultuuruitingen en activiteiten die mensen willen doorgeven aan de volgende generatie. “Denk aan Koningsdag, de kennis van schaapherders, de Matthäus-Passion in de Grote Kerk Naarden of de ambacht van molenaars”, licht Susanne toe. “Kenmerkend voor immaterieel erfgoed is het dynamische aspect. Het erfgoed past zich aan en verandert mee met de tijd. Bijvoorbeeld molenaars die op een molen werken doen dat anders dan honderd jaar geleden: het zijn andere mensen met andere werkzaamheden. Het geven van rondleidingen en demonstraties is erbij gekomen. Het is belangrijk dat beoefenaars van immaterieel erfgoed willen meegaan met de tijd en durven te veranderen om het erfgoed door te kunnen geven.”
KIEN gaat hier graag over in gesprek met mensen. Susanne: “Wij zien dat immaterieel erfgoed waar dieren bij komen kijken de afgelopen jaren weleens kritiek krijgen. Bijvoorbeeld de duivensport of paardenmarkten. Daar moet ook aandacht voor zijn. In 2021 hebben we daarom over dit onderwerp de tentoonstelling ‘Dier, Mens en Traditie‘ gemaakt in samenwerking met het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. Zo konden we de tradities tonen op een plek waar dialoog mogelijk is.”
“We zijn als KIEN hard aan het werk om de term immaterieel erfgoed bekender te maken,” vertelt Susanne. “In 2012 – in feite ‘pas’ elf jaar geleden – ondertekende Nederland het Unesco Verdrag uit 2003 inzake de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. Vanaf die tijd zijn we de term immaterieel erfgoed meer gaan gebruiken in Nederland. De termen traditie, volkscultuur of folklore bestaan al langer. Maar bij immaterieel erfgoed, naar definitie van het Unesco Verdrag uit 2003, gaat het echt om het borgen.”
Hoe komt een bijschrijving in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland tot stand
“Er zijn veel mensen die bezig zijn met een traditie of een feest die zich niet bewust zijn dat ze bezig zijn met immaterieel erfgoed. Mede doordat de term nog niet super bekend is,” aldus Susanne. “De beoefenaars die zich wél aanmelden bij KIEN, via het Netwerk Immaterieel Erfgoed, zien vaak een uitdaging – zoals het verdwijnen van hun ambacht – of merken dat ze iets bijzonders doen. Zij melden zich aan via onze website en komen dan in contact met de collega’s van team Erfgoedzorg van KIEN.”
“De erfgoedbeoefenaars kunnen bij aanmelding zelf aangeven dat ze actief willen werken aan borging en dus onderdeel van de Inventaris willen zijn,” vervolgt Susanne. “KIEN maakt dan een selectie op basis van motivatie. De geselecteerde erfgoedgemeenschappen maken een borgingsplan. Daarin staan de acties die beoefenaars willen ondernemen om hun immaterieel erfgoed een toekomst te geven. Hoe ga je de jongeren bereiken die het erfgoed kunnen voortzetten, zijn er belangrijke samenwerkingspartners die je kan benaderen, hoe regel ik mijn financiën? Door het maken van het plan worden erfgoedgemeenschappen bewust van wat ze doen, waar de kansen en uitdagingen liggen. Een bijschrijving in Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland geeft erkenning en het opent deuren.” “Maar let op”, zegt Susanne. “Je beoefent niet pas ‘echt’ immaterieel erfgoed wanneer je het hebt aangemeld in het Netwerk Immaterieel Erfgoed of wanneer het is bijgeschreven in de Inventaris. Zo is bijvoorbeeld carnaval in Maastricht niet aangemeld, maar veel mensen beleven dat wel als hun immaterieel erfgoed. De Inventaris is geen keurmerk dat iets tot immaterieel erfgoed maakt.
Maatschappelijke ontwikkelingen en onderzoek
Kennisontwikkeling en onderzoek doen is een belangrijk onderdeel van de activiteiten van Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Want immaterieel erfgoed is urgent en relevant voor onze maatschappij. Susanne: “Mijn collega Jet Bakels is bezig met een onderzoek naar ecologische duurzaamheid en hoe immaterieel erfgoed op een positieve manier kan bijdragen aan de wereld. Denk aan imkers die oog hebben voor het wel en wee van de bijen om zo de biodiversiteit te bevorderen. Hier wordt een publicatie van gemaakt om dit onder de aandacht te brengen. Collega Marlous van den Akker is bezig met een onderzoek naar immaterieel erfgoed en dekolonisatie en hoe ons koloniale verleden doorwerkt in immaterieel erfgoed. Bijvoorbeeld in onze beleving van keti koti. Maar ze kijkt ook naar het hele systeem van immaterieel erfgoed: wat is de taal die wij gebruiken, hoe zit ons systeem in elkaar?”
Ook wordt er door het Kenniscentrum onderzoek gedaan naar hun eigen inventarisatiemethodieken. “We werken volgens een Unescoverdrag met richtlijnen”, legt Susanne uit. Maar elk land gaat hier op zijn eigen manier mee om. Daar wordt ook onderzoek naar gedaan. Zijn onze richtlijnen goed, is er aanpassing nodig en wat voor impact heeft de bijschrijving in de Inventaris op erfgoedgemeenschappen?” Zo blijft Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland zich ontwikkelen en aanpassen aan de tijd, net als het immaterieel erfgoed zelf.