Vijf vragen aan… Monumententalent Ankie Petersen

Ankie Petersen. Foto: Annelien Nijland

In de rubriek ‘Vijf vragen aan…’ stelt de redactie van de Erfgoedstem vijf vragen aan prominente of opvallende mensen in de sector. Deze keer is dat Ankie Petersen, winnaar van de Monumententalentprijs 2021.

1. Wie ben jij?

“
Mijn naam is Ankie Petersen, en ik kom uit Utrecht. Ik woon daar nu zo’n 9 jaar, en inmiddels samen met mijn vriend Sander. Ik ben zelfstandig ondernemer in de erfgoedsector, waarbij ik mij bezighoud met projecten die te maken hebben met erfgoed en participatie. De Kerkvernieuwers, een organisatie die ik met twee andere ondernemers heb opgericht, neemt op dit moment de meeste tijd in beslag. Wij organiseren projecten en programma’s om leegstaande en leegkomende kerkgebouwen te koppelen aan een bredere doelgroep, met een focus op maatschappelijke waarde. Daarnaast werk ik als reservist op het gebied van cultureel erfgoedbescherming bij de Landmacht.”

2. De Landmacht en erfgoed is geen voor de hand liggende combinatie, hoe ben je hier terechtgekomen?


“Dat is een heel verhaal! Na mijn studie Erfgoedstudies aan de Vrije Universiteit Amsterdam ben ik een tijdje gaan werken bij de Nederlandse UNESCO Commissie. Een van de onderwerpen die ik daar in mijn portefeuille kreeg was het Haags Verdrag van 1954, dat gaat over het beschermen van cultureel erfgoed ten tijde van conflict. In augustus 2018, toen ik daar werkzaam was, hebben het Prins Claus Fonds, ICCROM, het Smithsonian Cultural Rescue Initiative en de Nederlandse UNESCO Commissie gezamenlijk een cursus georganiseerd om erfgoedprofessionals te trainen om cultureel erfgoed te kunnen beschermen in noodsituaties. Eerste Hulp aan cultureel erfgoed, als het ware.

Edwin Maes, hoofd van de Sectie Cultuurhistorische Achtergronden en Informatie van de Landmacht, was ook aanwezig en we raakten aan de praat over de rol van Defensie op dit gebied. Deze Sectie houdt zich onder andere bezig met het beschermen van cultureel erfgoed op expeditionair vlak, onder andere door militairen die op uitzending gaan op te leiden en te trainen om in hun werk rekening te houden met belangrijke culturele locaties, zodat niets per ongeluk wordt beschadigd of vernietigd. Het leek me wel wat om vanuit mijn eigen expertise in cultureel erfgoed hiermee aan de slag te gaan. Het leger is een hele nieuwe wereld die je dan binnenstapt. Na een opleiding tot reserveofficier te hebben gevolgd ben ik bij Sectie CAI aan de slag te gaan.”


3. Wat maakt jou het monumententalent 2021?

“Deze vraag vind ik niet iets om zelf te beantwoorden, omdat dit een oordeel is geweest van de jury van de prijs.”

Dit schreef de jury over Ankie: Ankie is ‘spot on’ deze tijd, een inspirerend talent en durft buiten de gebaande paden te opereren. Ze heeft impact met wat ze doet. En of het nu is in de wereld van Defensie of die van kerken, ze slaagt erin beweging en energie te krijgen op plekken waar dit niet vanzelfsprekend of eenvoudig is. Ankie is een voorbeeld voor de moderne erfgoedprofessional, opererend in een nog vrij onderbelicht en onontdekt hoekje van de sector.



4. Je ontvangt een geldprijs van 7000 euro voor een ontwikkeltraject. Heb je al enig idee wat je daar mee gaat doen?

“Ik weet nog niet precies wat de voorwaarden zijn voor het ontwikkeltraject, maar ideeën heb ik zeker! Het werk dat ik doe bij Defensie heeft namelijk een voorloper in de Amerikaanse Monuments Men, een groep geallieerde militairen (officieel de Monuments, Fine Arts and Archives Section) die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog bezighield met het beschermen van het Europese cultureel erfgoed. Deze sectie bestond voornamelijk uit reservisten met een achtergrond in de kunst- en cultuurhistorie. In 2019 heeft het Amerikaanse leger deze sectie opnieuw opgericht, in een moderne variant. Ze werken hierbij samen met het Smithsonian Instituut in Washington D.C. Het lijkt me heel gaaf om deze afdeling te kunnen bezoeken, en wellicht zelf mee te trainen.”


5. Hoe zie jij de toekomst van de erfgoedsector en wat is jouw bijdrage hieraan?

“Ik denk dat de erfgoedsector de laatste jaren enorm is verbreed waarbij er steeds meer soorten erfgoed worden erkend als zodanig, en er steeds meer projecten worden opgestart om erfgoed te verbinden aan een groot en divers publiek. Denk bijvoorbeeld aan de aandacht voor Post-65 erfgoed, of aan dekolonisatie van de erfgoed-canon. Ik denk dat die verbreding de toekomst is. Uiteindelijk kan cultureel erfgoed, of dat nou monumenten zijn of bepaalde tradities, alleen voortbestaan als er ook een draagvlak voor is in de maatschappij. Iemand moet er immers zorg voor dragen om door te kunnen geven aan volgende generaties. In mijn projecten werk ik de verbinding tussen cultureel erfgoed en de maatschappij door bijvoorbeeld te kijken naar nieuwe manieren om verschillende doelgroepen te betrekken bij de dialoog rondom leegstaande kerkgebouwen. Of door militairen uit te leggen waarom rekening houden met andermans cultureel erfgoed van belang is voor het behouden van de vrede en veiligheid in een bepaalde regio.”