Vraagtekens bij opstel over opgraving ‘meisje van Yde’

ASSEN – Het opstel over het Meisje van Yde, waarmee de 72-jarige Piet Bennink uit Zuidlaren eerder deze maand naar buiten kwam, kan niet in 1897 zijn geschreven door Benninks vader. Dat concludeert provinciaal archeoloog Wijnand van der Sanden na bestudering van het schriftje met het opstel. Er staat onder meer het woord ‘pingo’ in en dat woord werd pas in 1955 in Nederland ingevoerd. Ook staan er recente liedjes in het schriftje. Benninks vader zou een ooggetuigenverslag hebben geschreven van de opgraving van het veenlijk. Bennink, die het schriftje in 1962 vond, beweert dat zijn vader het opstel wellicht later heeft herschreven.

RTV Drenthe