De waarde van de verhalen achter de monumenten

Dit jaar organiseren erfgoedontwikkelaar BOEi en de Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK) gezamenlijk een fringemeeting tijdens het Nationaal Monumentencongres met als thema de waarde van de verhalen achter de monumenten. Beide organisaties presenteren voorafgaand aan het congres hun visie op dit gebied.

banner-nmc-2

De waarde van verhalen
Suzan te Brake en Jobbe Wijnen over de aanpak van BOEi

BOEi is specialist in het herbestemmen van gebouwen. Cultuurhistorie zit daarbij in de ‘genen’ en speelt bij elk project een belangrijke rol. Sinds kort worden daarbij niet alleen de gebouwde waarden in beeld gebracht, ook de verhalen van ooggetuigen worden opgetekend. Oral history als verrijking van de planontwikkeling. Suzan te Brake en Jobbe Wijnen leggen uit.

BOEi maakt alweer twintig werk van het restaureren en herbestemmen van erfgoed. Als maatschappelijke onderneming, met oog voor de betekenis van erfgoed voor de samenleving. Beleidsmedewerker Suzan te Brake over de missie van BOEi, in relatie tot de geschiedenis van een pand: ‘Het herbestemmen van monumenten betekent dat we een nieuw hoofdstuk in het verhaal toevoegen. Dat kun je niet doen zonder de voorgaande hoofdstukken te kennen. We investeren bewust tijd en moeite om die boven water te krijgen.’ Naar aanleiding van de ervaringen die werden opgedaan bij projecten is de aanpak van BOEi de laatste tijd verder verbreed. Te Brake hierover: ‘We maakten in de praktijk al mee dat allerlei verhalen bij ons kwamen: van omwonenden, van voormalige werknemers, andere betrokkenen. Onlangs hebben we dan ook besloten: hier gaan we meer werk van maken.’

Expliciet maken
Cultuurhistoricus Jobbe Wijnen werd aangetrokken om het concept van de ‘verhaallijn’ nader uit te werken: ‘We doen bij projecten standaard al vaak bouwhistorisch onderzoek. Daar komt al veel uit naar voren, zoals de grote lijnen in de gebruiksgeschiedenis en wat de invloed is geweest op de omgeving. We maken het persoonlijker, door de verhalen van mensen bewust als onderdeel toe te voegen. Ieder jaar gaan we twee projecten uitgebreid documenteren en de resultaten voor een breed publiek ontsluiten.’ Dat laatste gebeurt op een speciaal ontwikkeld nieuw gedeelte van de website van BOEi, onder de naam ‘Mensen Vertellen’. Op de website zijn nu de onder meer de verhalen over de Lakfabriek in Oisterwijk en het Nemiusklooster in ’s-Hertogenbosch gepubliceerd. Interessant om te lezen, maar ook belangrijk voor het draagvlak van de herbestemming in de omgeving, zo geeft Te Brake aan. ‘Het is een mooie manier om met mensen in gesprek te komen. In Den Bosch bij het klooster hebben we bijvoorbeeld een avond georganiseerd waarbij mensen ook elkaar de verhalen hebben verteld. Dat zorgt voor een gevoel van gemeenschap.’, aldus Wijnen.

Nuttige bagage
Volgens Wijnen bleek het in ‘s-Hertogenbosch niet lastig de verhalen op te sporen: ‘Via een oproep in de lokale media ging het nieuws snel rondzingen. Mensen melden zich spontaan met mooie herinneringen, maar ook bijvoorbeeld historische verenigingen.’ Opvallend is, zo geeft Te Brake aan, dat de bijzondere cultuurhistorische onderdelen van een gebouw – een ruimte, een detail – ook terugkomen in de gesprekken. ‘Daarmee geeft het een extra input aan de herbestemming. Niet dat de verhalen leidend worden– daar spelen ook veel andere factoren een rol in – maar het is wel degelijk nuttige extra bagage, die soms richtinggevend kan zijn. Het kan keuzes in de ontwikkeling aanscherpen.’ Dat verhalen elkaar daarbij soms tegenspreken is geen probleem, aldus Wijnen: ‘Dat geeft juist discussie en dat is prima. Zelf hadden we bij het klooster in Den Bosch uitleg gegeven dat een zekere kast in de hal in gebruik was als ‘broodkast’, totdat de zusters ons corrigeerden en uitlegden hoe het ding werkelijk gebruikt werd. Dat is ook de winst van deze aanpak. Het beeld wordt steeds completer.’

Lees verder op www.boei.nl/mensen-vertellen.

Het verhaal van het kasteel Hernen
Geldersch Landschap & Kasteelen

Geldersch Landschap & Kasteelen beheert 35 kastelen en landhuizen, 650 bijbehorende gebouwen omgeven door 12.000 hectare cultuur-en natuurhistorisch waardevol terrein, tuinen en parken. Continuïteit van beheer vormt de basis van het behoud van het monumentale bezit. Het fysiek en inhoudelijk toegankelijk maken van dit bezit ziet GLK als een waardevolle opdracht en ook als een manier om de bezoeker en vooral de omgeving bij het werk te betrekken. Uitgangspunt hierbij is de aanwezige (cultuur-/natuur-) historische waarde van de monumenten en landschappen.

CC BY SA 3.0
Kasteel Hernen, Hernen Foto: Michielverbeek via wikimedia

Bij het 75-jarig bestaan van de Vrienden der Geldersche Kasteelen is een nieuwe wijze van publieksbetrokkenheid in gang gezet op kasteel Hernen, met een historische feit als basis. In 1544 betrokken Reyner van Wijhe met zijn prille echtgenote het kasteel. Het is een verhaallijn die vandaag de dag nog steeds inspireert en waarop in de recente tijd veel activiteiten zijn gebaseerd. Naast bijvoorbeeld het ontwerp van de tuinaanleg vinden er met grote regelmaat presentaties van middeleeuwse ambachten, re-enacting, etcetera plaats.

Ook op wetenschappelijk terrein wordt de methodiek van de verhaallijnen toegepast in een samenwerking met de Radboud Universiteit. Hoogleraar Gelderse geschiedenis Dolly Verhoeven heeft op verzoek van GLK met studenten een half jaar onderzoek gedaan naar het verhaal van het kasteel. In deze presentatie speelt onder meer de historische verhaallijn van Reyner van Wijhe een belangrijke rol: hij leidt bezoekers rond in het kasteel met een ‘sprekende lantaarn’. De verhaallijn blijft de basis waarop nieuwe plannen worden gemaakt voor de verdere inrichting van kasteel en omgeving, waarbij het kasteel geleidelijk in de sfeer van 1544 wordt teruggebracht. Het verhaal geeft ook richting aan nieuwe activiteiten. Tijdens de fringemeeting op het Nationaal Monumenten Congres gaat Marieke Knuijt van GLK hier nader op in.

Geldersch Landschap & Kasteelen werkt aan het behoud van het Gelderse erfgoed voor iedereen en voor altijd.