Wim Hupperetz bijzonder hoogleraar Nederlandse Cultuurgeschiedenis

Op 1 februari werd Wim Hupperetz benoemd tot hoogleraar Nederlandse Cultuurgeschiedenis. ‘De leerstoel betreft in het bijzonder de studie der voorwerpen vanwege het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG).’ Op vrijdag 12 februari hield Hupperetz zijn oratie in de aula van de Vrije Universiteit Amsterdam onder de titel ‘Museum als medium van het geheugen’. 

Er moet meer aandacht komen voor de biografie en herkomst van museale collecties vanwege het feit dat deze bepalend zijn voor de betekenis en impact. Daarvoor moet meer aandacht worden geschonken aan de biografie van objecten en verzamelaars en kan er een beter begrip ontstaan van de complexiteit van waarden die juist verbonden is aan museale objecten.

Daarnaast is het voor musea van belang om de impact van nieuwe technologie zoals ‘The Internet of Things’ op de positie van de curator/conservator te onderzoeken.

Rol van de curator verandert

Dit zijn de twee belangrijkste uitdagingen die Hupperetz in zijn betoog benoemt. De eerste is sterk verbonden met de actuele gebeurtenissen in Nederland zoals het naast elkaar bestaan van verschillende waardesystemen, die bijvoorbeeld tot uiting komt in de zwartepieten discussie. Hupperetz: “In feite is dit een overgang tussen de uitgangspunten van onze moderne samenleving en het postmoderne gedachtegoed, waarbij begrippen als ‘’waarheid’’ en ‘’werkelijkheid’’ geproblematiseerd worden en dat leidt tot veel onzekerheid en frustratie.”

De andere uitdaging is verbonden met technologie zoals The Internet of Things, waarbij de rol van de curator onherroepelijk zal veranderen. Hupperetz: “Als museale collecties onderdeel worden van dat internet der dingen, dan wordt het selecteren en beoordelen overgenomen door de zoeksystemen die achter Amazon, Google en Facebook zitten en krijgen we een heel andere dynamiek.”

Vertaling post-moderniteit naar museale praktijk

Hupperetz bouwt voort op de ideeën van zijn voorganger Ad de Jong, die zich in 2009 al afvroeg wanneer de volgende kentering in het museale domein zou komen. Hupperetz: “Naar mijn mening zitten we nog steeds middenin die kentering tussen modernisme en postmodernisme. De reflectie op de aloude moderniteit is cruciaal maar ook problematisch als het gaat om de vertaling naar de museale praktijk.” De leerstoel betreft in het bijzonder de studie der voorwerpen vanwege het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG).

In zijn onderzoek wil Wim Hupperetz duidelijk maken dat voorwerpen het voertuig zijn van ons collectief geheugen en als dynamisch erfgoed is de betekenis daarvan altijd in beweging. Hupperetz: “Het is simpelweg met de tijd meegaan. Dat klinkt eenvoudig, maar het betekent dat we ons open moeten stellen voor verandering, dat we nieuwsgierig zijn naar de ander, gevoelig zijn voor de biografie en diversiteit die besloten ligt in mensen en voorwerpen om ons heen. En dat is wat ik bedoel met het museum als medium van het geheugen.”

Directeur Allard Pierson Museum

Wim Hupperetz (1966) studeerde Oude Geschiedenis en Provinciaal-Romeinse Archeologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen en promoveerde in 2004 aan de Universiteit van Tilburg.

Zijn proefschrift ‘Het geheugen van een straat. 800 jaar wonen in de Visserstraat te Breda’ is een multidisciplinaire studie die kenmerkend is voor zijn werkwijze. Hierin worden archeologie, archiefonderzoek, bouwhistorie/stedenbouw en etnologie gecombineerd.

Hupperetz werkte 16 jaar in diverse functies bij het Limburgs Museum in Venlo en stapte toen over naar Erfgoed Nederland. Daar was hij een jaar werkzaam als programmamanager Erfgoed en Ruimte voordat hij in 2009 directeur werd van het Allard Pierson Museum van de Universiteit van Amsterdam.

Belangrijke aandachtsgebieden waarover hij ook publiceerde zijn onder meer archeologie & materiële cultuur, cultuurlandschap, digitaal erfgoed, kastelen & museologie. Hupperetz is ook lid van de domeincommissie Erfgoed bij de Raad voor Cultuur, actief in verschillende grote EU-projecten en lid van diverse tijdschriftredacties.

Download de tekst van de Oratie van academia.edu

De geschiedenis van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap gaat terug tot 1858. In 1990 stelde het genootschap een bijzondere leerstoel in, die tot 2015 aan de Universiteit van Amsterdam was gevestigd. De komende vijf jaar wordt de leerstoel bekleed aan de VU. Het KOG ondersteunt hiermee de samenwerking tussen VU en UvA op het gebied van erfgoedstudies.