De Bloemkoolwijk, het type wijk dat zijn naam dankt aan het vertakte en kronkelende stratenpatroon, staat bij velen bekend als een buurt waar je goed in kunt verdwalen. De Pas in Winterswijk is zo’n typische Bloemkoolwijk. Maar van het oorspronkelijke idee van een groene en sociale buurt is veel verloren gegaan. Een team van experts, het UitdePas-team, pakt sinds 2019 de wijk aan op het gebied van verduurzaming, openbare ruimte en sociale problemen. Het erfgoed van de wijk wordt ingezet als middel om deze drie opgaven aan te pakken en te verbinden.
Geen typisch erfgoed
Het UitdePas-team is een integrale werkgroep bestaande uit ambtenaren van gemeente Winterswijk en werknemers van woningcoöperatie de Woonplaats. Joyce Ras, Beleidsmedewerker Erfgoed, maakt deel uit van dit team. Volgens Joyce is De Pas geen typisch erfgoed. “Want het zijn niet de stenen die de wijk bijzonder maken, maar juist het verhaal.” De Pas werd eind jaren 70, begin jaren 80 aangelegd. Woonerven, groenvoorzieningen en bouwen op de ‘menselijke maat’ moesten van de wijk een prettige woonbuurt maken waar kinderen veilig op straat konden spelen en bewoners elkaar gemakkelijk ontmoetten. Maar de tijden veranderden: de mens werd individualistischer en raakte het contact met buren kwijt en de auto nam de straat in. Toch blijven de buurtbewoners behoefte hebben aan sociaal contact met de buurt, de coronacrisis heeft dat nog eens versterkt, maar de openbare ruimte sluit daar niet meer op aan. Hoe breng je het principe van de Bloemkoolwijk naar het jaar 2021?
Om die vraag te kunnen beantwoorden worden er gedurende het project interviews gehouden met bewoners van De Pas. Wat waardeer je aan je wijk? Wat vind je belangrijk? Welke dingen moeten meegenomen worden naar de toekomst en welke dingen van vroeger moeten worden teruggehaald? De verhalen van de buurtbewoners worden gebruikt als inspiratiebron voor de aanpak van de wijk. Daarnaast worden de verhalen, en ook de feitelijke informatie over de Bloemkoolwijk, verspreid door de buurt door middel van een nieuwsbrief en ansichtkaartjes. Het doel is om de buurtbewoners bewust te maken van het erfgoed en de genegenheid voor de buurt te laten groeien.
Maar dat De Pas erfgoed is, daar moeten de meeste bewoners nog wel een beetje aan wennen. ‘Wat hebben ze nou weer bedacht?’, vroeg zich een oudere bewoonster af. “Het woord erfgoed schrikt mensen af. Er zitten veel vooroordelen aan”, vertelt Joyce, “Maar als je vraagt naar verhalen over de buurt, vraagt naar de identiteit van De Pas, dan praten ze daar graag over.”
Voortuinen
Landschapsontwerper Reinier Gerritsen van buro Topia werkt aan de vernieuwing van de openbare ruimte. Hij verdiept zich goed in de ontwerpgedachtes van de Bloemkoolwijk en werkt daarnaast veel met participatie. Bij de buutbijeenkomsten bleken de bewoners twee onderwerpen het belangrijkst te vinden: veiligheid en groen. Daar focust hij zich dan ook op bij het ontwerp. “Volgens het idee van de Bloemkoolwijk is de straat er voor de voetganger, fietser en het spelende kind, maar die zijn verdwenen nu de auto de straat in beslag neemt. Ook groen was een belangrijk uitgangspunt bij het oorspronkelijke ontwerp. Maar dat werd voornamelijk gerealiseerd door de vol geplante voortuinen van de bewoners. Nu steeds meer mensen hun voortuin betegelen, is dat groene karakter verdwenen.” Met zijn ontwerp wil Reinier deze ideeën terugbrengen. “Doormiddel van zitrandjes en groenvoorzieningen in de openbare ruimte moet het een aantrekkelijke ontmoetings- en speelplek worden. Tegelijkertijd maakt dit het fysiek moeilijker om auto’s te parkeren. Met een campagne worden mensen gestimuleerd om hun voortuin te vergroenen en er meer gebruik van te maken. Zo komt het groene karakter terug en zijn er ogen op de straat.”
Motortjes
Naast de drie grote opgaven heeft het UitdePas-team als doel om de initiatiefkracht van bewoners te vergroten, maar dit blijkt nog niet zo makkelijk. Joyce: “Idealiter wil je dat burgerinitiatief van onderaf gebeurt. Maar mensen zijn het niet gewend dat ze zelf met ideeën mogen komen. Om dit te stimuleren organiseren we samen met bewoners kleine projecten, zoals een buitenspeeldag. Dit inspireert bewoners en brengt ze met elkaar en ook met ons in contact. Dan moet het balletje gaan rollen.”
“Wat we geleerd hebben is dat je vooral energie moet stoppen in de paar actieve bewoners: zij zijn onze motortjes”, vertelt Joyce. Eén van die motortjes is Lydia van der Meulen, ze woont sinds 1999 in De Pas en heeft goed contact met de mensen in haar straat. “De Achterhoeker is iemand die lang de kat uit de boom kijkt, hij neemt niet zo graag het voortouw”, vertelt Lydia. Zelf doet ze dat wel, zo heeft ze een whatsappgroep voor de straat opgericht en organiseert ze een welkom voor nieuwe bewoners in haar straat. Ze merkt dat deze kleine dingen al kunnen helpen. “Af en toe maken we met een groep buurtbewoners de wijk schoon of houden we een koffie-uurtje op straat. De oudere bewoners moeten dan denken aan de gezelligheid van vroeger, toen er nog een buurtvereniging was die activiteiten organiseerde.”
Iets terugdoen
Lydia merkt dat een deel van de bewoners negatief is: ze mopperen veel en denken dat vroeger alles beter was. “Op de participatiebijeenkomsten klagen ze voornamelijk, zelf steken ze de handen niet uit de mouwen: de gemeente moet alles maar oplossen.” Dit maakt participatie, dat een belangrijk onderdeel is van de wijkaanpak, soms lastig. Joyce: “Je kunt altijd alle bewoners informeren, maar iedereen actief laten participeren is eigenlijk niet mogelijk, wanneer een deel van de buurt daar gewoon geen behoefte aan heeft.”
“Voor participatie is inderdaad veel inlevingsvermogen en ervaring nodig”, beaamt Reinier, “alleen als je het zorgvuldig doet krijg je er kwaliteit voor terug.” Tegelijkertijd vindt hij participatie wel van groot belang. “Participatie verhoogt het draagvlak voor een plan en zorgt na afronding voor meer levendigheid en een langere houdbaarheidsdatum van de buurt.” Maar, vindt Reinier, je moet mensen niet alleen om hun mening vragen, je moet ook iets terugdoen. “Bewoners informeren over hun eigen omgeving is erg waardevol: mensen gaan hun buurt meer waarderen en zien de cultuurhistorische waarde in.” En hier is Lydia inderdaad blij mee, door de geschiedenis te kennen is ze anders naar De Pas gaan kijken, is ze zich meer bewust geworden van de kwaliteiten. Maar nog niet iedereen ziet het erfgoed als iets waardevols, denkt ze. “Dat heeft tijd nodig, zeker in de Achterhoek.”