
IJsselcentrale Harculo, Zwolle. Foto: RCE.
De voorzieningenrechter van de rechtbank in Overijssel heeft op 7 maart 2017 het verzoek van Heemschut en het Cuypersgenootschap afgewezen om de IJsselcentrale Harculo tijdelijk als gemeentelijk monument aan te wijzen. Het verzoek werd ingediend om de sloop van de centrale uit te stellen. De voorzieningenrechter laat in zijn belangenafweging echter het belang van de slopende partij voorgaan. Dit, omdat ruim twee jaar eerder al een sloopmelding door de provincie is geaccepteerd en enkele maanden geleden de eveneens benodigde vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet is verleend. De sloop was kortom veel eerder voorzienbaar dan dat de erfgoedverenigingen in actie zijn gekomen.
Twee procedures liepen naast elkaar: het bezwaar tegen de sloop per kort geding en het bezwaar tegen de afwijzing van monumentenstatus. Het eerste bezwaar is dus afgewezen, omdat Engie een geldige sloopvergunning heeft, maar het tweede bezwaar loopt geloof ik nog. Is het mogelijk dat deze tweede procedure uiteindelijk tot de conclusie leidt dat de gemeente wél monumentenstatus had moeten toekennen, terwijl het gebouw er dan al niet meer staat?