Erfgoedverhalen vertalen is niet zo eenvoudig als je zou denken

Verhalen over erfgoed zijn nooit eenvoudig. Erfgoeddeskundigen steken veel tijd en energie in het opbouwen van genuanceerde geschiedenissen. Maar wat gebeurt er als je een zorgvuldig verhaal wilt vertellen aan mensen die je taal niet spreken? Als freelance erfgoedvertaler is het de taak van Julia van Duijvenvoorde om ervoor te zorgen dat de vertalingen kloppen en niet met vreemde fouten op het internet belanden.

“Als je het woord [erfgoed] gebruikt, opent dat een ander wereldbeeld en vervolgens ook een andere visie op erfgoed”, zegt Julia. Het verschil in wereldbeeld heeft ze zelf ondervonden. Julia groeide tweetalig op in het Frans en Engels. Op jonge leeftijd leerde ze Duits en nu ze vier jaar in Nederland woont, spreekt ze ook onze taal. Binnenkort begint ze aan een PhD in samenwerking met de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Universiteit van Heidelberg in Duitsland.

Julia van Duijvenvoorde

Julia begon haar eigen erfgoedvertaalbureau aan het begin van de 2020-pandemie. Sindsdien heeft ze aan bijna 20 vertaalprojecten gewerkt, voornamelijk in Nederland. Soms gaat het om een paar alinea’s, maar in andere gevallen kreeg ze de opdracht voor hele tentoonstellingen.

Waar is deze carrière begonnen? “Het werd een hobby van me om foto’s te maken van ‘slechte’ vertalingen en na te denken over manieren om ze te verbeteren”, vertelt Julia. Hoewel dit misschien humoristisch overkomt, heeft het te maken met zeer reële problemen. Ze werd geïnspireerd door haar masteropleiding in Amsterdam, die haar liet zien “hoe eenduidig, cultureel ongevoelig en uitsluitend veel Engelse tentoonstellingsvertalingen in Nederland zijn.”

Wie spreekt er?

Erfgoedverhalen vertalen in een andere taal is geen gemakkelijke taak, maar Julia is optimistisch. “Ik denk dat het mogelijk is. Maar het zal nooit perfect zijn en dat is oké”, geeft ze toe. “Het is fijn om je daar bewust van te zijn en om te beseffen dat er veel verschillende dingen zijn die je moet weten voordat je een erfgoedverhaal in een andere taal vertaalt.”

Maar niet alleen de beheersing van een taal is belangrijk bij vertalen: “je moet een basiskennis hebben van het onderwerp en de onderliggende vooroordelen.” Het begrijpen van erfgoedvertalingen begint met kennis en onderzoek, maar ook met mensen. “Je moet je bewust zijn van wie er over wie spreekt en voor wie.”

Het verhaal van iemand anders overnemen en het omvormen tot iets gelijkwaardigs is complex. “Je moet vertalen van de ene wereldvisie naar de andere wereldvisie, eerder dan van een zin naar een andere zin”, legt Julia uit. We hebben allemaal wel eens bizarre letterlijke vertalingen gezien die onzin blijken te zijn, en dat is nog belangrijker als het om erfgoed gaat. Julia merkt op dat dit tot uiting komt bij erfgoedinstellingen wanneer zij vertalingen laten maken: “Je ziet echt een verschil tussen de erfgoedvelden en hun verhouding tot vertalingen en andere velden.”

In het Limburgs Museum in Venlo werkte ze aan teksten die het omstreden karakter van het grensgebied weerspiegelen. Door de geschiedenis heen hebben verschillende landen, keizerrijken en monarchieën aanspraak gemaakt op dit gebied, waardoor steden als Maastricht en Venlo ingewikkelde verhalen kregen. Wanneer het gaat om “echt belangrijke spelers in de Franse en Nederlandse geschiedenis”, moeten de vertalingen het politieke onderwerp zorgvuldig weerspiegelen. Het is dan belangrijk om te begrijpen ‘door wie, voor wie en over wie’ is geschreven.

Vanwege de tegenstrijdige verhaallijnen, botsende wereldbeelden en verschillende talen, vermeldt Julia dat ze niet helemaal alleen werkt. “Ik heb altijd samengewerkt met een redacteur”, vertelt Julia. “Ik denk dat het belangrijk is dat je een ander paar ogen over je werk laat kijken.”

He Schoenenkwartier in Waalwijk. Foto: RCE via wikimedia CC BY SA 4.0

Nederland wordt steeds internationaler

Het valt Julia op hoeveel mensen in Nederland minstens twee talen spreken. Niet alleen in de randstad, maar ook in de provincie. Neem bijvoorbeeld haar vertaalwerk bij het Schoenenkwartier in Waalwijk, een museum over leer en schoenen. Julia kreeg de opdracht om bijna elke teksten naar het Engels te vertalen. “Het feit dat ze hun hele permanente tentoonstelling tot in de kleinste details naar het Engels willen vertalen, is echt tekenend voor het tweetalige land dat Nederland aan het worden is.”

Julia merkt dat er in andere landen, afgezien van grotere internationale organisaties als ICOM, minder vraag is naar erfgoedvertalingen. “Nederland is een uitzondering, althans in mijn ervaring”, zegt ze. “In Frankrijk hebben de grote musea en grote instellingen hun teksten altijd in duizend verschillende talen. Maar zodra je buiten Parijs komt, is er niets. Niets.”

Nu heeft Julia zich teruggetrokken uit haar vertaalwerk om zich te richten op de academische wereld. Toch ziet ze nog mogelijkheden in het veld: “Nationale parken hebben nauwelijks tekst vertaald. Dat vind ik jammer, want we kunnen veel van Nederlandse landschappen leren”, laat ze doorschemeren. “Maar dat is een ander verhaal”, voegt ze toe.

Dit interview is vertaald vanuit het Engels. Het originele interview is te vinden op heritagetribune.nl

Meer weten over Julia’s vertalingen? Bekijk HeritageInTranslation.