
foto: Amsterdam Pipe Museum
Het Amsterdam Pipe Museum toont met de expositie “Vincent’s passie voor pijproken” de pijpen die Van Gogh zo vaak schildert op zijn portretten en stillevens. Daaronder zijn zeker zes zelfportretten met pijp, waaruit wel blijkt hoe verknocht hij was aan zijn rokertje.
De pijp in Vincent’s tijd
Van zestien portretten en stillevens van Vincent van Gogh heeft het museum de pijpen opgespoord. De rijke collectie van het Amsterdam Pipe Museum biedt daarvoor voldoende materiaal. Soms gaat het om kleipijpen, die in de jaren 1880 nog algemeen in gebruik waren, soms ook om de meer moderne kersenhouten pijp, die toen in Frankrijk populair was. Pas in zijn laatste levensjaren rookt Vincent soms een bruyère-pijp, de houten pijp die ook nu nog gebruikelijk is.
Webpresentatie met de brieven
De tentoonstelling wordt vergezeld van een virtuele presentatie op de website van het museum, waarin Vincent van Gogh zelf aan het woord komt over de rol van de tabakspijp in zijn leven. De pijp is voor hem een graadmeter voor zijn gemoedstoestand, het pijproken geeft hem rust en genoegen. Uit talloze van zijn brieven aan zijn broer Theo en anderen blijkt steeds weer Vincent’s passie voor pijproken. Kijk voor de webpresentatie op www.pipemuseum.nl.
Nieuw thema
Vincent van Gogh mag dan één van de best onderzochte schilders ter wereld zijn, aan zijn pijpen is nooit veel aandacht besteed. De kunsthistorici weten er kennelijk geen raad mee. Het Amsterdam Pipe Museum heeft dan ook de primeur met een expositie over de pijpen en de rookgewoonten van Vincent. Gelukkig zijn er vele schilderijen waarop hij de pijp afbeeldt en zeker twintig brieven waarin hij zijn passie voor de pijp beschrijft. De combinatie van expositie met webpresentatie biedt een uniek kijkje in de bijzondere belevingswereld van Vincent van Gogh.
Het Amsterdam Pipe Museum, gevestigd Prinsengracht 488 in Amsterdam is geopend van maansdag tot en met zaterdag 12 – 18 uur. De tentoonstelling Vincent’s passie voor pijproken duurt van 1 september t/m 12 december 2015.
Geef een reactie