FPMe: “Spannende tijd voor eigenaren van monumentale panden”

CC BY SA 3.o
Woerden Foto: Woerrden Marketing via wikimedia

De minister van OCW Ingrid van Engelshoven gaat op dinsdag 11 september 2018 in debat met de Tweede Kamer over haar beleidsbrief Erfgoed Telt, de betekenis van het erfgoed voor de samenleving. Met name voor de particuliere eigenaren van ge-bouwen met de status van rijksmonument is de uitkomst van dat debat van veel belang.

In het regeerakkoord is uitdrukkelijk afgesproken dat particuliere eigenaren mogen blijven rekenen op voldoende financiële steun in de kosten van de instandhouding en het onderhoud van hun monu-ment. Het komt er nu op aan of de door de minister voorgestelde regeling ook werkelijk toereikend zal blijken te zijn.

Het voorstel van de minister houdt in dat wordt afgestapt van de al bijna 60 jaar naar tevredenheid functionerende fiscale aftrek voor onderhoud. Het voornemen is om die fiscale faciliteit te vervangen door een subsidieregeling die, zo stelt de minister, geen verslechtering voor de eigenaren betekent. De erfgoedorganisaties die opkomen voor de be-langen van de particuliere eigenaren, verenigd in de Federatie Particuliere Monumenteneigenaren FPMe, zijn het bepaald niet eens met deze stelling.

De bezwaren tegen de nieuw voorgestelde regeling richten zich op voornamelijk drie aspecten. In de eerste plaats is er het opvallende en niet goed te begrijpen onderscheid dat wordt gemaakt tussen eigenaren die daadwerkelijk wonen in hun monu-mentale pand enerzijds en al diegenen die dat niet doen anderzijds. Alleen de eerste groep komt in aanmerking voor deze nieuwe subsidieregeling. Echter, veel gebouwen worden verhuurd of ge-bruikt voor andere doeleinden. In beide gevallen heeft de eigenaar een wettelijke instandhoudings-plicht, hetgeen betekent dat hij ervoor moet zor-gen dat het gebouw niet verpaupert. In de ogen van de FPMe is hier sprake van een schrijnende rechtsongelijkheid. De onbegrijpelijkheid wordt nog versterkt doordat de minister in haar plannen zegt te streven naar zinvolle herbestemming van monumenten. Daarin wordt een “mix van functies” toegelaten, dus niet alleen wonen. Het is daarmee niet duidelijk hoe die herbestemming gefinancierd kan worden.

Een tweede aspect betreft de verdeling van het beschikbare budget. Volgens de cijfers van de mi-nister is met de fiscale aftrek jaarlijks 57 miljoen gemoeid. Voor de komende subsidieregeling gaat de minister er vanuit dat kan worden volstaan met 40 miljoen. De resterende 17 miljoen blijft wel beschikbaar voor de erfgoedsector maar dreigt via alternatieve subsidieregelingen voor een groot deel terecht te komen bij de grote monumenten-organisaties. De particuliere eigenaar heeft daar dus niks aan.

Een derde aspect betreft de zogenaamde groene monumenten: villatuinen, parken bij buitenplaat-sen, boerenerven. Particuliere eigenaren in deze categorie mogen rekenen op een verruiming van het budget dat beschikbaar is voor subsidie. Echter, de FPMe stelt vast dat de toegezegde verruiming volstrekt onvoldoende is voor een toereikende tegemoetkoming in de wérkelijk kosten van het onderhoud. Goed onderzoek ontbreekt.

Naast de drie genoemde hoofdbezwaren rammelt de nieuwe subsidieregeling ook op een aantal an-dere terreinen. Al met al met lijkt het er op dat er ondanks de goede bedoelingen van het beleids-brief Erfgoed Telt onvoldoende rekening is gehou-den met de praktijk van het in bezit hebben van een monumentaal pand. Van de meer dan 60.000 rijksmonumenten worden 40.000 panden onder-houden door particulieren. Samen met het nog groter aantal gemeentelijke monumenten in parti-culiere handen (naar schatting 50.000) zijn deze eigenaren de hoeders van het erfgoed van onze prachtige binnensteden, van de historische buiten-plaatsen en van de karaktervolle boerderijen in het buitengebied. Dat vormt met elkaar een groot maatschappelijk belang dat niet onderschat mag worden.

Het debat volgende week dinsdag over de beleids-voornemens van minister Van Engelshoven vraagt van de politiek een stevige uitspraak over de nood-zaak het erfgoed een extra stimulans te geven, in plaats van erop te bezuinigen over de rug van de particuliere eigenaren. Die kans is er nu.