Heipalen brengen minder schade toe aan archeologisch erfgoed dan verwacht

Voor zijn proefschrift onderzocht Maarten Groenendijk de verstoring van archeologische resten die ontstaat door het slaan of schroeven van heipalen in verschillende grondsoorten, en het archeologisch informatieverlies dat hieruit voortkomt. Zijn onderzoek toont aan dat archeologieduurzaam bouwen, waarbij een archeologische vindplaats in de bodem wordt behouden door er overheen te bouwen, vaak een goed alternatief kan zijn voor een archeologische opgraving.

Aanleiding voor het onderzoek was de onduidelijkheid over de verstoring die ontstaat door heipalen, met name in relatie tot de opkomst van archeologieduurzaam bouwen. Groenendijk begon met het onderzoeken van de verstoring van heipalen op basis van ruim tienduizend foto’s van oude opgravingen waarop heipalen, en de verstoring daaromheen, zichtbaar zijn. Vervolgens heeft hij interviews gehouden met archeologische experts om zo objectief mogelijk te bepalen hoeveel informatieverlies er in verschillende archeologische contexten optreedt door verstoring van heipalen.

De resultaten zijn verrassend. In het algemeen blijkt het met het informatieverlies door heipalen erg mee te vallen: doorgaans kan rondom de heipalen nog vrijwel al het reguliere archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat bij hedendaagse opgravingen teveel wordt gestuurd op planning en financiën en te weinig op wetenschappelijke vragen. Hierdoor gaat bij een opgraving regelmatig méér informatie verloren dan dat er bij een archeologieduurzaam bouwplan verloren zou zijn gegaan.

Daarnaast blijkt dat geschroefde palen slechter zijn voor het archeologisch erfgoed dan geslagen palen. Dat is in tegenspraak met de huidige ideeën en ook met wat er momenteel in veel officiële handreikingen en richtlijnen voor archeologieduurzaam bouwenstaat. Uit het onderzoek blijkt echter dat geschroefde palen gemiddeld zorgen voor een grotere verstoring van de bodem. Daarnaast verwijderen geschroefde palen de archeologische vondsten uit de bodem, en dus ook uit hun context. Hierdoor gaat veel informatie verloren.

Het onderzoek biedt handvatten om het informatieverlies door heipalen te minimaliseren. Daarnaast geeft het een aanzet voor het opstellen van nieuw archeologieduurzaam beleid, waarbij de nadruk meer komt te liggen op de kwétsbaarheid van aanwezige archeologische waarden voor bouwwerkzaamheden en dus niet meer alleen op het beláng van die waarden, zoals nu. Met dat beleid wordt het makkelijker om een archeologieduurzaam bouwplan te creëren, en dat is zowel in het voordeel van ontwikkelaars en bouwers als in het voordeel van archeologen. Zo hebben ontwikkelaars met archeologieduurzaam bouwen minder kosten en worden er tegelijkertijd meer vindplaatsen in de bodem behouden waardoor ze in de toekomst  beter onderzocht kunnen worden. Groenendijk geeft aan dat het archeologische belang het allerbelangrijkste is én blijft, maar dat een goede afstemming en samenwerking tussen archeologen en bouwers cruciaal is. 

Op 27 september 2021 is Maarten Groenendijk (voormalig stadsarcheoloog van Gouda, tegenwoordig eigenaar van adviesbureau Green Archaeology) aan de Vrije Universiteit Amsterdam gepromoveerd op het proefschrift ‘Piles in the Picture. A study of the physical disturbance and archaeological information loss caused by piling through archaeological sites and features, based on photographs.’ 

Meer lezen? Het proefschrift is HIER gratis te downloaden.