Herstellen, koesteren, verbinden: erfgoedbehoud op Aruba

Team Monumentenfonds Aruba, met Anne rechts midden

Een carte blanche om het monumentenfonds op Aruba nieuw leven in te blazen. Met deze opdracht werd Anne Witsenburg in 2012 directeur van Stichting Monumentenfonds Aruba. Er was geen beleid, geen structureel budget en vanuit Nederland weinig aandacht voor het erfgoed in dit deel van het Koninkrijk. Wat wel aanwezig was, waren talloze bijzondere panden en de wil om samen te werken. Nu, 11 jaar later, heeft de stichting 17 gebouwen in beheer, 8 vaste medewerkers en een omzet van 2,5 miljoen Arubaanse florin – zo’n 1,2 miljoen euro. Hoe hebben Anne en haar collega’s dit aangepakt? En: waar liggen momenteel de uitdagingen en kansen?   

Zelfs mensen die dezelfde taal spreken, verstaan elkaar soms niet

Dat Anne directeur van het Monumentenfonds werd, kwam als een complete verrassing. “We emigreerden naar Aruba vanwege het werk van mijn man. Een paar maanden voordat we zouden verhuizen, werd ik gebeld. Of ik op Aruba de nieuwe directeur van het Monumentenfonds wilde worden? Ik was nog nooit op Aruba geweest en had geen idee wat het werk zou inhouden. Dus ik zei ja.” Met een achtergrond in bouwkunde en een fascinatie voor de relatie tussen mensen en gebouwen, bleek de functie op haar lijf geschreven. “In mijn werk heb ik met veel betrokkenen contact. Wat ik merkte is dat veel mensen elkaar niet verstaan – ook al praten ze dezelfde taal. Ik ben me in de verschillende werelden gaan verdiepen om deze te kunnen verbinden.”

Stappen zetten naar een stip op de horizon

Anne begon haar aanstelling met twee opdrachten vanuit het bestuur: maak het Monumentenfonds zichtbaar op het eiland en zoek een project dat gerestaureerd kan worden. Anne: “We startten zonder plannen, beleid, structureel geld en eigen kantoor. Toen hebben we een stip op de horizon gezet en stukje bij beetje stappen gezet. Dat begon met kijken waar het geld zat: in stenen. We gingen hypotheekleningen aan met als onderpand de gebouwen die al in eigendom waren, kregen laagrentende leningen via het Nationaal Restauratiefonds en een eerste restauratieproject: een 105-jarige vuurtoren die half op instorten stond. Na restauratie werd dit een enorme publiekstrekker en een vliegwiel voor de aankoop, restauratie en herbestemming van nieuwe gebouwen.”

Van cunucuhuis tot raffinaderij: de monumenten van Aruba 

De vuurtoren is geen ‘typisch’ Arubaans monument. De grote meerderheid (60%) van de monumenten zijn woonhuizen, verspreid over het hele eiland. Anne legt uit: “De mensen die zich op Aruba vestigden, kregen allemaal een stukje grond waarop zij een klein huisje bouwden, cunucuhuizen genaamd. Al deze huizen hebben een standaard indeling met een oriëntatie op de wind. Die waait op het eiland altijd in dezelfde richting en koelt zo het huis. Naast de cunucuhuizen zijn er een paar grotere panden op het eiland met een monumentenstatus. Momenteel zitten we in het proces om industrieel erfgoed, zoals gesloten raffinaderijen als watertorens als cultureel monument te laten opnemen.”

Meer waardering voor Arubaans erfgoed

Anne merkt dat er de afgelopen tien jaar meer waardering is gekomen voor erfgoed in het Caribisch gebied. “De monumentenzorg is op Aruba laat op gang gekomen maar wordt nu langzamerhand volwassen. Het eiland zelf ontwikkelt zich ook. Nation building en branding zijn belangrijke thema’s. Tien jaar geleden was cultuur echt nog een nichemarkt, nu is het een van de pijlers van het toeristenbeleid.”

Ook onder de Arubaanse bevolking leeft erfgoed steeds meer. Anne herinnert zich een groot landhuis dat een aantal jaar geleden werd gesloopt: “Het gebouw was niet beschermd, en op een zaterdagochtend werd het neergehaald. Dat was groot nieuws. Het stond op de voorpagina’s van alle kranten en mensen waren boos dat het gesloopt werd. Ik heb de afgelopen tien jaar gezien dat mensen hier echt trots zijn op hun erfgoed. Monumenten zijn niet alleen het gebouw, maar ook de verhalen eromheen. We zijn daarom een kleine afdeling gestart die zich bezighoudt met educatie en bewustwording. We houden die verhalen levend onder andere door het organiseren van evenementen, lessen voor het onderwijs en het maken van luisterboeken voor kleuters.”

Cunucuhuisje

Uitdagingen in de monumentenzorg

In het afgelopen decennium is er op het gebied van monumentenzorg veel bereikt. Toch lopen Anne en haar collega’s ook tegen de nodige uitdagingen aan. “Sommige aspecten van monumentenzorg staan nog in de kinderschoenen, zoals verduurzaming. Het is lastig daar verandering in te brengen. De prijzen van hout zijn verdriedubbeld en materialen importeren is kostbaar. Daarnaast is er weinig expertise beschikbaar op de eilanden. We proberen nu mensen zelf op te leiden. En dit alles valt natuurlijk in het niet bij de grotere problemen op het eiland: orkanen, politieke wisselingen en de nasleep van de covidpandemie. In zulke gevallen komt cultuur – begrijpelijk – op een laag pitje te staan.”

Uitwisseling tussen de eilanden

Om deze uitdagingen aan te pakken, is het uitwisseling tussen de Caribische eilanden in het koninkrijk belangrijk. Anne: “Ondanks dat de cultuur en het erfgoed op ieder eiland verschillend is, hebben we dezelfde soort vragen. Waar zoek je budgetten en hoe doe je aan fundraising?” Daarom is in 2014 het Dutch Caribbean Heritage Platform (DCHP) opgericht, een informele organisatie van 11 erfgoedstichtingen en een groot aantal toehoorders. Anne is voorzitter. “De stichting is in het leven geroepen tijdens het afscheid van de directeur van het Monumentenfonds op Curaçao. Hij riep in zijn speech op om te blijven samenwerken. Dat hebben we toen meteen vastgelegd, gewoon op een A4-tje.”

Ondanks – of misschien wel dankzij – dat A4-tje is DCHP in 9 jaar uitgegroeid tot een organisatie die intensief samenwerkt. Anne: “We gaan samen naar Nederland om kennis op te doen en hebben een educatief programma met de Erfgoedacademie en de University of Curacao. Momenteel ontwikkelen we een gezamenlijk plan voor erfgoedbeleid na 2024, dat we volgend jaar mei presenteren tijdens onze conferentie.”

Het Dutch Caribbean Heritage Platform

Met iedereen om tafel

Anne merkt dat er vanuit Nederland steeds meer aandacht komt voor erfgoed op de eilanden. “Demissionair staatsecretaris Uslu was afgelopen januari hier op het eiland. Tijdens een overleg hebben we met collega’s van alle eilanden laten zien wat er nodig is om monumentenzorg een boost te geven. Er is gesproken over structurele financiering, maar ook over kennisuitwisseling. We werken daarin samen met onder andere de Nederlandse overheid, Restauratiefonds en de Monumentenwachten. Het fijne is dat we nu met iedereen om tafel zitten, en dat er mét de eilanden gepraat wordt in plaats van over hen.” Wat hoopt Anne op termijn te realiseren? “Uiteindelijk willen we graag structureel monumenteigenaren in de Cariben ondersteunen, en daarvoor een kleine, pragmatische organisatie ontwikkelen naar analogie van Nederlandse organisaties zoals de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en provinciale steunpunten. Geen enkel eiland heeft op zichzelf de menskracht om dat goed te organiseren, hoe mooi is het om dat dan samen te doen?”

De kracht van samenwerken

Die kracht van samenwerking, illustreert Anne met een anekdote: “Recent werden we benaderd door een dame die geboren is op Aruba en nu in Nederland woont. Zij wil een legaat in haar testament laten opnemen om onze stichting te ondersteunen. We hadden tot voor kort nog geen ANBI-status die dit mogelijk maakt. De dame heeft toen vrijwillig meegeholpen met het realiseren van deze status. Ik ben zo dankbaar dat deze mensen bestaan. Het laat zien dat als je aan iedereen vertelt wat je wilt en waar je problemen zitten, er hulp kan komen vanuit onverwachte hoek.”