Kamp van Lodewijk Napoleon bij Bussum ontdekt

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een groot legerkamp uit de tijd van het Koninkrijk Holland (1806-1810) ontdekt. Op het voormalige heidegebied tussen Bussum, ’s-Graveland en Hilversum, nu in bezit van het Goois Natuurreservaat, waren in de zomer van 1809 duizenden soldaten gelegerd. Door een combinatie van archiefonderzoek, metaaldetectie en de analyse van nieuwe hoogtegegevens (het Actueel Hoogtebestand Nederland 2) is een in de vergetelheid geraakt militair kamp van koning Lodewijk Napoleon op de kaart gezet.

Onder Bussum ligt een populair wandelgebied met de intrigerende naam Franse Kamp. Lange tijd werd deze naam in verband gebracht met een Frans kampement uit het rampjaar 1672. Enkele jaren geleden werd de suggestie gedaan dat het een geleerd verzinsel uit de late 19e-eeuw betreft. Onlangs vielen echter verschillende puzzelstukjes in elkaar en weten we dat beide verklaringen niet kloppen.

Het is 1809. In het Koninkrijk Holland zit Lodewijk Napoleon op de troon. Omdat vrijwel alle troepen van zijn broer keizer Napoleon in midden-Europa vechten tegen de Oostenrijkers wordt er een Engelse invasie van de continentale kust verwacht. Engeland is immers al jaren een aartsvijand van Frankrijk en een bondgenoot van Oostenrijk. Lodewijk Napoleon geeft opdracht om een plek te zoeken waar zijn troepenmacht kan worden samengebracht, kan oefenen en van waaruit men makkelijk kan reageren op een Engelse aanval. Die plek wordt gevonden op de uitgestrekte, droge en goed toegankelijke heide tussen Bussum, ’s-Graveland en Hilversum. De plek krijgt echter onder alle betrokkenen de naam ‘kamp bij Naarden’, naar de grote en belangrijke vesting en kazerne die op een uur lopen ligt. Het kamp wordt in mei 1809 door een kleine vierduizend soldaten betrokken. Eind juli landen de Britten op het Zeeuwse eiland Walcheren en wordt het kamp overhaast verlaten. De Engelse aanval wordt met hulp van de Fransen afgeslagen. De laatste troepen vertrekken in het najaar van 1809 en het kamp wordt vanaf dat moment nooit meer gebruikt en…. raakt in de vergetelheid.

Een eerste aanwijzing dat het kamp bij Naarden en het Franse Kamp bij Bussum hetzelfde zijn, werd gevormd door vondsten die drie jaar geleden werden gedaan door de Archeologische Werk Gemeenschap voor Nederland (AWN) Naerdincklandt: knopen, munten, kogels en gordeldelen uit de tijd van Lodewijk Napoleon en het Koninkrijk Holland (1806-1810). Drie knopen en een sjako-applique, alle met de regimentsaanduiding ‘3’, gaven houvast voor verder onderzoek.

Een tweede aanwijzing vormden patronen op de nieuwe versie van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN 2): een bestand dat voor heel Nederland gedetailleerde en precieze hoogtegegevens biedt. Op het AHN zijn verschillende elementen van het toenmalige kamp te herkennen zoals een kleine versterking, drenkkuilen of waterputten, kookkuilen en verhogingen voor tenten.

Een derde en laatste aanwijzing werd gevonden in het Nationaal Archief. Daar bevindt zich een kaart uit 1817 waarop het kamp nauwkeurig staat aangegeven. Genoemd archief biedt ook een grote rijkdom aan brieven over de aanleg, het gebruik en de bevoorrading van het kamp. Een opmerkelijk bericht stamt echter uit de Nederlandse Staatscourant van 1842. De 77-jarige Trijntje Pieters uit Amsterdam dient twee afzonderlijke verzoeken in bij de Arrondissementsrechtbank ‘tot het uitspreken van regtsvermoeden van overlijden’ van haar beide zoons, Bartholomeus en Pieter. De eerste is waarschijnlijk in 1813 in Duitsland gesneuveld. Over de laatste wordt gezegd dat hij…’in de jaren 1809 van hier als Jager bij het derde regiment naar het kamp van Naarden is vertrokken’. Trijntje verneemt voor het laatst iets van haar oudste zoon uit Smolensk in 1813. Deze Pieter Heere stierf zeer waarschijnlijk tijdens of na de rampzalig verlopen Russische veldtocht van Napoleon.