Nieuwe vondst maakt bewoning jagers verzamelaars in Bunschoten nog waarschijnlijker

Foto: Mattijs Wijker

In Bunschoten zijn archeologische ontdekkingen gedaan die teruggaan naar de middensteentijd (9000-5000 v.C.). Deze ontdekkingen betreffen gebruikte vuurstenen en wijzen op de aanwezigheid van jager-verzamelaars in het gebied. Hoewel er al vermoedens bestonden van tijdelijke bewoning in de omgeving, wordt dit nu sterker ondersteund.

Mattijs Wijker, de projectleider van het Centrum voor Archeologie, licht toe: “Vorig jaar zomer hebben we hier al spullen met archeologische waarde gevonden, de vondst van vuurstenen was uiteindelijk de aanleiding voor definitief onderzoek.” Dit wijst erop dat jagers-verzamelaars aanwezig waren in het gebied, dat pas na de laatste ijstijd (9500 v.C.) sporadisch werd bewoond.

Het uitgebreide onderzoek van de bodem is noodzakelijk vanwege geplande woningbouw. Wijker vervolgt: “Hier stond tot halverwege de twintigste eeuw een boerenerf, dat maakte rond de jaren 1950 plaats voor een tankstation. Toen het tankstation gesloopt werd, is een groot deel van de bodem gesaneerd. De sporen uit het mesolithicum bevinden zich diep onder de grond, dus die zijn enigszins bewaard gebleven.”

In de middensteentijd was de omgeving van Bunschoten een geschikte locatie voor nomadische jagers. De Zuiderzee bestond destijds nog niet en was slechts een moerasgebied met overvloedige watervogels en vispopulaties. De archeologische vondsten bevestigen het bewijs van sporadische bewoning in de middensteentijd, benadrukt Wijker.