Noorse ambassadeur opent ‘watersnoodwoning’ Openluchtmuseum

Op dinsdag 15 april 2014 opent hare excellentie mevrouw Anniken Ramberg Krutnes, ambassadeur van Noorwegen in Nederland, de houten watersnood­woning uit Raamsdonksveer. De ‘prefab’ woning, een van de 326 huizen die door Noorwegen werden geschonken, biedt onderdak aan het verhaal van ‘De Ramp van 1953’. In de woning ziet u het ontstaan en de gevolgen van de stormvloed, de (internationale) hulpverlening en de impact op de mensen die het meemaakten.

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 wordt Nederland opgeschrikt door een catastrofale watersnoodramp. Springtij en een noordwesterstorm stuwen het zee­water op tot recordhoogte en grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant overstromen. In één nacht verandert bijna 200.000 hectare land in een rampgebied. Ruim 1800 mensen overlijden en 75.000 mensen verliezen huis en bezittingen. Bijna 50.000 huizen worden beschadigd door het water, waarvan bijna 5000 onherstelbaar.

Raamsdonksveer, voor even aan de kust van Nederland
Ook het huis van de familie Luijbregts op Sandoel 17 in Raamsdonksveer gaat verloren in de rampnacht. Gealarmeerd als het water na de vloed niet daalt, zoekt de familie haar toevlucht op zolder. Door de sterke waterstroom wordt een buiten­muur ‘s nachts weggeslagen. Via een ladder en vastgebonden met touw, brengen de bewoners zich in veiligheid bij de buren.

Op 1 februari worden op Sandoel de eerste foto’s gemaakt. Het beeld van evacuatie met een amfibievoertuig (DUKW) vestigt de aandacht van de wereld op de ramp vanuit een West-Brabants dorp dat voor even aan de kust van Nederland lag.

De wereld helpt Nederland
Tegenwoordig toont Nederland zich hulpvaardig bij wereldrampen, maar in 1953 schiet de wereld Nederland op grote schaal te hulp. Direct na de stormvloed starten hulpacties in binnen- en buitenland.

Medewerkers van het Rode Kruis, militairen en vrijwilligers leveren direct noodhulp met voedsel, dekens, kleding en medische zorg. Voor de langere termijn kregen de slachtoffers huisraad, gereedschappen en zo nodig een huis. Ook Noorwegen kwam direct in actie. Op 5 februari 1953 meldt Noorwegen dat het drie prefab huizen zal sturen, op 11 februari zijn het er al 100 en op 23 maart 1953 zijn de eerste van uiteindelijk 326 Noorse huizen onderweg naar Nederland.

Leven met water in voor- en tegenspoed
De Noorse geschenkwoning biedt onderdak aan het thema ‘leven met water, in voor en tegenspoed’. De museale presentatie is deels gebaseerd op de persoonlijke geschiedenis van een van de eerste bewoners, een meisje van 5 jaar oud en haar familie.

We zien de ouders praten over de hulp die ze krijgen. In juni 1954 betrekken ze het nieuwe Noorse huis. Een luxe huis met dubbele ramen, een vaste trap naar boven en een douche, terwijl (bijna) iedereen in die tijd nog wekelijks in de teil ging. Het meisje ligt te slapen in haar ledikant. Op de dekens een projectie van haar droom. De storm, het water, de pop die in het water valt. Zestig jaar later beleven we haar verhaal over het verlies, het trauma en het nieuwe leven in een huis dat als een geschenk uit de hemel kwam.

De canon van Nederland
De Noorse Watersnoodwoning uit Raamsdonksveer vertegenwoordigt het canon­venster op de Watersnood van 1953. Samen met het Rijksmuseum Amsterdam, werkt het Openluchtmuseum aan een vaste presentatie van de canon van de Nederlandse geschiedenis in het museumpark te Arnhem.

Met dank aan
Toen de woning in 2009 dreigde te worden afgebroken, verzocht de Stichting Veers Erfgoed het Openluchtmuseum om medewerking om zo de herinnering aan de watersnoodramp levend te houden en over te brengen op jongere generaties.

De herbouw is mede mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij (hoofdsponsor), het Mondriaanfonds, De Vereniging Vrienden van het Nederlands Openluchtmuseum, De Kabath Vastgoedbescherming en Volksbelang Raamsdonksveer.

Persbericht Nederlands Openluchtmuseum