In mijn vorige stuk kondigde ik al aan een stapje verder te gaan met het in kaart brengen van het potentieel van maatschappelijke inzetbaarheid van archeologie. Dat brengt me deze keer in de wereld van de geestelijke gezondheidszorg en om meer precies te zijn: posttraumatische stress stoornissen (PTSS). Ik kan me voorstellen dat de gemiddelde archeoloog denkt: “Wat moeten we dáár nou mee? We zijn geen arts, geen psycholoog en het lijkt me toch echt niet wenselijk als we ons daarmee gaan bemoeien. Straks zijn die getraumatiseerde mensen nog verder van huis, als ze ook nog eens moeten omgaan met van die ‘stoffige’ archeologen….”
Maar wat wil nu het geval? Er zijn mooie voorbeelden te vinden van de inzet van archeologie bij PTSS en het blijkt nog een win-win situatie te zijn ook!
Wat is PTSS precies?
Ieder mens maakt wel eens iets naars of schokkends mee in het leven. Bepaalde groepen in onze maatschappij, denk bijvoorbeeld aan mensen die bij defensie of politie werken, lopen hier in meer risico. 10% van de mensen krijgen na zo’n schok last van langdurige stressklachten: spanning, nachtmerries, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, heftige schrikreacties, geheugenverlies, maar ook depressie en agressie. De persoon kan ook minder goed gevoelens tonen. Meer dan 50% van de PTSS slachtoffers raken alcohol afhankelijk. 20% van het militaire personeel die de laatste zes jaar is uitgezonden, heeft PTSS. Oorlogsveteranen met PTSS scheiden vaker, worden alleenstaand en vaker dakloos. Vluchtelingen hebben tienmaal meer kans op PTSS ten opzichte van leeftijdsgenoten. Van de groep vluchtelingen die naar Nederland komt heeft naar schatting 13 tot 25 procent PTSS volgens de Gezondheidsraad naar onderzoek van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. In dit stuk richt ik mij op de groep medewerkers van defensie en politie. Vluchtelingen hebben namelijk een complexere problematiek, waar ik in een later artikel graag op terug kom.
Onbehandeld kan de stoornis een chronisch verloop hebben. Dit leidt tot een grote vermindering van het arbeidsvermogen, belemmert het sociale functioneren en leidt dus tot het overmatig gebruik van de gezondheidszorg middels secundaire klachten. Teruggekeerde oorlogsveteranen uit Irak of Afghanistan maakten drie keer zoveel gezondheidszorgkosten als gewone burgers.
De stuurgroep multidisciplinaire richtlijnontwikkeling GGZ (2013) heeft richtlijnen ontwikkeld voor het behandelen van PTSS. De volgende drie therapieën blijken werkzaam: cognitieve gedragstherapie (CGT), eye movement desensitization and reprocessing (EMDR) en behandeling met medicatie. Naast deze behandelvormen zijn er ook alternatieve therapieën. Cukor, Spitalnick, Difede, Rizzo & Rothbaum (2009) geven aan dat gedragsactivatie en mindfulness ondersteunend ingezet kan worden bij PTSS behandeling. Zorginstellingen zijn nu op zoek naar oplossingen die zorgkosten omlaag kunnen brengen, maar ook passen binnen de huidige (participatie)maatschappij. In het kader van gedragsactivatie passend in de huidige maatschappij kunnen we aan archeologie als gereedschap denken.
Defensie en archeologie
Tussen de vaardigheden van de hedendaagse soldaat en de professionele vaardigheden van een archeoloog bestaat grote correlatie. Denk hierbij aan methoden van onderzoek, inzet van geofysica (voor munitie invordering of onthullen van cultureel erfgoed), wijze van controle van de grond (voor het ontmantelen van explosieven of het blootleggen van artefacten), locatie- en team management, het in kaart brengen van potentiegebied, navigatie en het fysieke vermogen tot omgaan met hard handwerk in vaak slechte weersomstandigheden. Met de vaardigheden van een infanterist in gedachten, is het een minder grote sprong om te denken aan archeologie als perfecte discipline voor soldaten. En daarmee als gereedschap voor het verleggen van focus na trauma.
Operation Nightingale: inzet van archeologie in VK
In het verenigd koninkrijk is de ‘Defence Archaeology Group’ opgericht, welke samenwerkt met ‘Defence Medical Service’. In 2012 ging ‘Operation Nightingale’ onder deze vlag van start. Zowel de technische en sociale aspecten van de archeologie worden ingezet in het herstel en de ontwikkeling van vaardigheden van de soldaten die gewond zijn geraakt bij het conflict in Afghanistan en geconfronteerd worden met PTSS. Het project ontstond doordat Richard Osgood, Senior adviseur Historie binnen de’ Defence Infrastructure Organisation’ (DIO) van het ministerie van Defensie en Sergeant Diarmaid Walshe van het 1ste Bataljon, The Rifles, met elkaar in gesprek raakten. Sergeant Walshe, die verantwoordelijk is voor de medische zorg en behandeling van de service, kwam gewond terug van een buitenlandse operatie en voelde een groeiende behoefte aan een vorm van bezigheidstherapie in het kader van zijn herstel. Als gekwalificeerd archeoloog herkende hij dat de archeologie veel elementen heeft dat een aantal van de complexe behoeften van deze soldaten en hun kwalen zou kunnen helpen.
Dit werk helpt niet alleen bij het herstel van het gewonde personeel, maar is ook van grote historische waarde. Diverse professionele archeologische organisaties werken mee aan dit project. Zo zijn rehabiliterende soldaten al ingezet bij onderzoek van het slagveld bij Waterloo, bij de opgraving van een Romeinse constructie bij het militair trainingsgebied ‘Carwent’ en bij de opgraving van een grote Romeins/Byzantijnse haven te Akrotiri, Cyprus. De sleutel tot het succes van het project is dat het personeel verschillende activiteiten onderneemt, van graven tot onderzoeken en van fotografie tot vondsten verwerking. Het programma geeft hen iets nuttigs te doen. Dit kan helpen bij de wederopbouw van hun gevoel van eigenwaarde. Ze zijn voorzien van een doel en streven naar iets positiefs. Zeker bij slagveld onderzoek is de bijdrage vanuit defensie van onschatbare waarde, maar ook bij andere projecten is hun training op gebied van gedetailleerde observatie zeer welkom.
Archeologen zijn inderdaad geen artsen, geen psychiaters en zelfs over het algemeen geen medewerkers van defensie. Maar ik denk dat archeologie wel degelijk van waarde kan zijn voor herstelprocessen in gezondheidszorg. Dat dat het beste vormgegeven kan worden in samenwerkingsverbanden is volgens mij evident. En ook hier zie ik kansen voor de archeologie in Nederland om die samenwerkingen aan te gaan: ik daag ons uit!
Marloes Van der Sommen
Laatste berichten van Marloes Van der Sommen (toon alles)
- Diversiteit, Archeologie en…Kaas! - 23 mei 2017
- Nationaal Centrum voor Community archeologie? - 5 november 2016
- Archeologie en kwaliteit van leven: tijd als vluchtig gegeven - 25 oktober 2016