Sloop enige optie voor kerk van Heeswijk

Het kerkbestuur van Heeswijk (Noord-Brabant) heeft de hoop opgegeven dat de Willibrorduskerk van de slopershamer kan worden gered. Vice-voorzitter Rob Cremers geeft aan dat uit onderzoek is gebleken dat herbestemming van het laat 19e eeuwse gebouw vrijwel kansloos is. De kerk vergt nu al een investering van ongeveer één miljoen euro om het dak waterdicht te houden.

  1. Dit gebouw dient behouden te worden en nuttig hergebruikt. Zo’n monumentaal gebouw tegen de vlakte gooien, lijkt mij niet passend in de 21ste eeuw. Zo’n gebouw is uniek voor Heeswijk. Mocht men vandaag hetzelfde gebouw willen bouwen, dan kwam men zeker op een enorm veelvoud uit van het miljoen EUR dat nu nodig is om het dak te repareren. Gaat men het vakmanschap van zoveel vaklieden en kunstenaars uit het verleden slopen? Wat met het kerkmeubilair, het orgel, de glas-in-loodramen, enz. Vreemd dat een welvarend land als Nederland en een welvarende gemeente als Heeswijk niet in staat zou zijn om één miljoen EUR bij mekaar te harken. Dat men op zijn minst een poging doet. Dat verdient dit gebouw zeker.

    De Sint-Willibrorduskerk in het Nederlandse Heeswijk is een driebeukige basilicale kruiskerk met toren. De kerk is in 1895 in neogotische stijl ontworpen door architect P. Th. Stornebrink. Oorspronkelijk had Heeswijk een gotische kerk aan de huidige mgr. van Oorschotstraat. In 1250 begon men met de bouw ervan, en in 1284 verkreeg de Abt van de Abdij van Berne het patronaatsrecht. Na vele verbouwingen en uitbreidingen verkreeg ze haar uiteindelijk staat omstreeks 1500.

    In 1648 werd deze kerk genaast door de Hervormden, waarop de katholieken de Mis in een grenskerk te Bedaf bijwoonden. In het laatste kwart van de 18e eeuw werd te Heeswijk een schuurkerk aan de Lariestraat in gebruik genomen, maar in 1809 kregen de katholieken hun kerk weer terug. In 1822 werd de schuurkerk afgebroken. In 1784 kreeg men een reliek van Cunera, die uit Bedaf afkomstig was. Ook in Berlicum berust een reliek. In 1895 werd deze vervangen door de huidige kerk. De oude kerk werd gesloopt.

    De Hervormden hebben op de plaats van de schuurkerk een nieuw kerkje gebouwd, dat echter in 1860 werd afgebroken, daar Heeswijk slechts vier Protestanten telde, die zich toen bij Dinther aansloten.

    De huidige Sint-Willibrorduskerk bezit een Smits-orgel uit 1876 en een luidklok uit 1501. Deze is gegoten door Willem en Jasper Moer en weegt 1.022 kg. Ook bevat de kerk zestien gebrandschilderde ramen, vervaardigd door Daan Wildschut in 1952.

    Vroeger was er naast de toren een kapel waar de Heilige Cunera vereerd werd. In 1998 verdween deze kapel maar werd Cunera nog wel rechts van het koor vereerd, waar zich een beeld van de heilige bevindt. Van 1784-1985 waren er regelmatig bedevaarten ter ere van Cunera.

    De toren heeft tweemaal een nieuwe spits gekregen. De laatste restauratie heeft in de jaren 80 van de 20e eeuw plaatsgevonden.

    In de sacristie van deze kerk hangen de drie portretten van vader en twee zoons Dobbelsteen, die allen priester zijn geworden.

    Op de begraafplaats bevindt zich het familiegraf van de familie Van den Bogaerde van Terbrugge, uit 1922. Hier zijn 14 telgen bijgezet van het laatste adellijke geslacht, Van den Bogaerde van Terbrugge, dat Kasteel Heeswijk heeft bewoond.

    http://www.kerkramen.nl/heeswijk_willibrordus/huwelijk1.html
    http://www.kerkramen.nl/heeswijk_willibrordus/gebouw.html

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

We hebben zorg genomen om alle rechthebbenden voor hier gereproduceerde foto's te traceren, soms evenwel zonder succes. Iemand die in dit opzicht meent rechten te hebben wordt vriendelijk verzocht om contact op te nemen met de redactie van de Erfgoedstem.