Het komt vaak voor dat gemeenten een archeologische dubbelbestemming leggen op grond, terwijl de archeologische waarde twijfelachtig en niet goed onderbouwd is. De invoering van de Omgevingswet lijkt verbetering te brengen. Het aangenomen amendement van Erik Ronnes (CDA) draagt gemeenten op om bij het opstellen van archeologische verwachtingskaarten uit te gaan van ‘bekende of aantoonbare’ archeologische verwachtingen. Dat is concreter dan de eerdere formulering dat ‘bekende of te verwachten’ waarden nodig zijn voor een archeologische dubbelbestemming. In de loop van de zomer wordt een landelijke handleiding geleverd.
Boeren in Oude Pekela krijgen grond vrij van archeologische onderzoeksplicht
Twee boeren in Oude Pekela hebben hun grond voor 80 procent vrij gekregen van archeologische onderzoeksplicht. De boeren lieten 66 hectare onderzoeken door het graven van 20 bodemprofielputten. Dit deden ze nadat in het bestemmingsplan was aangegeven dat hun grond een hoge archeologische waarde had. Dit betekent dat onder andere diepwoelen en egaliseren niet zijn toegestaan. Uit het onderzoek blijkt nu dat op 53 hectare een lage archeologische verwachting ligt. Volgens adviseur Jan Breimer, die namens LTO Noord bij het onderzoek is betrokken, is het voor boeren in andere gemeenten ook interessant om onderzoek te laten doen.