Nieuw onderzoek van de Anne Frank Stichting en het United States Holocaust Memorial Museum geeft meer inzicht in de emigratiepogingen van de familie van Anne Frank. Vader Otto Frank heeft twee keer geprobeerd een aanvraag in te dienen om met zijn gezin naar de Verenigde Staten te emigreren. De eerste poging strandde doordat het Amerikaanse consulaat in Rotterdam was verwoest door het Duitse bombardement op 14 mei 1940. De tweede poging in 1941 mislukte doordat de nazi’s alle Amerikaanse consulaten in bezet Europa hadden gesloten. Ook een visumaanvraag voor Cuba ging niet door, in de nasleep van de aanval op Pearl Harbor.
Oudste foto’s weer scherp door nieuwe techniek
Er is nog vaag een gezicht te herkennen op het koperplaatje. Maar de persoon die anderhalve eeuw geleden werd vastgelegd op deze vroege foto, is onherkenbaar. Met een nieuwe techniek is de jongedame op de daguerreotype echter, voor het eerst in generaties, weer recht in de ogen te kijken. Door sporen van kwik op de daguerreotypes te analyseren kan in een uur of acht een reconstructie worden gemaakt van het verloren beeld. De Canadese onderzoeker Madalena Kozachuk en haar team hebben inmiddels twee verbleekte afbeeldingen uit het Canadese Nationaal Archief gereconstrueerd (zie het artikel op Nature.com).
Studenten Reinwardt Academie verkennen het terrein van erfgoed en ruimte
De eindpublicatie ‘Er is geen toen zonder nu’ is het resultaat van een jaar onderzoek door studenten, docenten, onderzoekers en professionals uit het werkveld. De publicatie is een eerste verkenning door de ogen van de studenten van de Reinwardt Academie op het terrein van erfgoed en ruimte. Projectleider Nancy van Asseldonk hoopt ook de komende jaren met dit onderzoek door te kunnen gaan een uiteindelijk een steeds scherper antwoord te kunnen formuleren op de centrale onderzoeksvraag: Hoe kunnen erfgoedwaarden in de context van ruimtelijke ontwikkeling beschreven en gewogen worden?
Onderzoek naar provinciale subsidieregelingen voor restaureren rijksmonumenten
Vanaf 2012 zijn de provincies verantwoordelijk geworden voor de verdeling van de middelen voor het restaureren van rijksmonumenten die geen woonhuizen zijn. Sinds deze decentralisatie zijn er verschillen tussen de provincies ontstaan in het beleid voor het restaureren van rijksmonumenten. Ook lijken de restauratieachterstanden toe te nemen. Voor de Randstedelijke Rekenkamer aanleiding om onderzoek te doen naar de provinciale subsidieregelingen voor het restaureren van rijksmonumenten. Met het onderzoek is inzichtelijk gemaakt of Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland er na de decentralisatie in 2012 in slagen om de rijksmonumenten te behouden via de subsidieregelingen voor het restaureren van rijksmonumenten.
Maatschappelijke baten overtreffen kosten instandhouding buitenplaatsen
Investeren in de instandhoudingskosten van buitenplaatsen loont vanuit maatschappelijk perspectief. Elke geïnvesteerde euro in een historische buitenplaats levert de samenleving circa 3,50 euro op. Maar slechts 1 procent van die baten komt bij de instandhouders terecht. Dat stelt dr. ir. Elisabeth Ruijgrok van Witteveen + Bos op basis van haar onderzoek. De uitkomsten van het rapport van Ruijgrok legitimeren volgens Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen een extra impuls van de rijksoverheid voor groene monumenten en de handhaving van de huidige fiscale aftrekmogelijkheden voor onderhoud aan rijksmonumenten.
“Ziekenbarakken Ede verdienen monumentenstatus”
De twee barakken van de Militair Geneeskundige Dienst in Ede verdienen de status van gemeentelijk monument. Dat concludeert historicus Machlien Vlasblom in een recent onderzoek naar de geschiedenis van de barakken in opdracht van Erfgoedvereniging Heemschut en Stichting Erfgoed Ede. In 1907 werden de barakken neergezet door het Ministerie van Oorlog voor onvervoerbare en besmettelijke zieken. Later maakten ze deel uit van de Militair Geneeskundige Dienst. Volgens Vlasbom zijn de barakken van grote, diverse cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde. Het is de historie die maakt dat ze niet alleen een geschiedenis hebben, maar ook een toekomst verdienen.
Vijf kaarten in Historisch Centrum Overijssel zijn echt van Jacob van Deventer (€)
De vijf kaarten met de stadsplattegronden van Kampen, Hasselt, Steenwijk, Genemuiden en Ootmarsum die worden toegeschreven aan Jacob van Deventer (1500-1575), blijken echt. Dat concludeert Esther Smit van het Historisch Centrum Overijssel (HCO) na eigen onderzoek in de archieven. “Van Deventer, zo blijkt, maakte een eigen serie voor zichzelf, misschien voor zijn eigen portfolio, of omdat hij zijn clandestiene kopieën voor veel geld wilde verkopen aan commerciële kaartmakers, zoals Frans Hogenberg in Keulen. Hoe het ook zij, ze stammen uit de tweede helft van de zestiende eeuw en liggen nu veilig in de depots.”
Onderzoek naar degradatie van Egyptisch faience
Onlangs verscheen in het nieuws dat archeologen ten zuiden van Caïro een omvangrijke Oudegyptische necropolis hebben ontdekt. In de tombes werden duizenden ‘shabti’ aangetroffen. Zulke beeldjes waren bedoeld als plaatsvervanger van de overledene, wanneer die gevraagd zou worden om werkzaamheden te verrichten in het hiernamaals. Veel shabti zijn gemaakt van Egyptisch faience: een materiaal dat vanwege specifieke productiemethoden bijzonder gevoelig kan zijn voor degradatie en zelfs volledig uit elkaar kan vallen. Luc Megens, specialist Conservering & Restauratie bij de RCE, schrijft over het onderzoek dat hij samen met student Corinna de Regt hiernaar heeft gedaan.
Publicatie: ‘Village formation in the Netherlands during the Middle Ages’
Maandag 12 maart is in de Martinuskerk in Warnsveld het boek ‘Village Formation in the Middle Ages (800 -1600)’ aangeboden door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan de wethouders van Zutphen, Limmen, Someren en de burgemeester van Buren. In deze publicatie wordt op basis van casestudies in Limmen, Kerk- en Kapel – Avezaath (Buren), Someren en Warnsveld (Zutphen) een beeld geschetst van het ontstaan en ontwikkeling van deze dorpen. Het onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam.
Nationaal Restauratiefonds: Onderzoek monumenteigenaren 2017
In de veranderende wereld van de monumentensector waarin nieuw beleid wordt uitgezet, regels worden aangepast en andere eisen worden gesteld aan monumenten, is het van belang om op de hoogte te blijven van wat er speelt in de markt. Inzicht in wat monumenteigenaren nodig hebben om onze prachtige monumenten in stand te houden. Het Restauratiefonds onderzoekt elke twee jaar de behoeften van eigenaren. Er wordt in kaart gebracht welke thema’s er spelen, welke informatiebehoeften eigenaren hebben, welke middelen zij gebruiken en hoe eigenaren het beste kunnen worden ondersteund. De belangrijkste uitkomsten en conclusies vindt u hier
Stadsmuur Gorinchem is restant van kasteel
De muur die november 2016 Buiten de Waterpoort in Gorinchem werd ontdekt, blijkt geen 14e eeuwse stadsmuur maar een restant van kasteel De Blauwe Toren te zijn. Dat stelt bouwhistoricus Hein Hundertmark in zijn rapport ‘Vestingwerk of kasteel?’. Hundertmark deed onderzoek in opdracht van Berry Voet, de exploitant van het nog te bouwen hotel op de locatie. Hundertmark legt een link tussen de muur en Willem VI, Philips de Stoute en Margaretha van Oostenrijk, edelen die eigenaar van het kasteel zijn geweest. Voet wil nog niet reageren. Hij wacht de reactie van de gemeente Gorinchem af.
Erfgoed en Ruimte-onderzoek gezocht
Eva Stegmeijer, planoloog en werkzaam bij de RCE, ondervindt in haar werkveld van erfgoed en ruimte de kloof tussen wetenschap en (beleids)praktijk. In haar blog promoot ze de call Heritage in Changing Environments, die openstaat van 4 september tot 30 november 2017. “Een noodzakelijke verdiepingsslag via interdisciplinair onderzoek, waarbij praktische bruikbaarheid centraal staat.” De RCE investeert vanuit het programma Erfgoed en Ruimte in deze call. Die investering is financieel, maar gaat ook om de verbreding van mogelijke deelnemers. “Zo kunnen we vraaggestuurd Erfgoed en Ruimte-onderzoek stimuleren en via academische landwinning de kloof weer wat verder overbruggen.”