Historische interieurs zijn relatief zeldzaam. De afgelopen jaren verdwenen er heel wat in de sloopcontainer. Voorlopig lijkt daar nog geen rem op te zitten. Twee oorzaken springen in het oog: ‘verkamering’ en verduurzaming.
Verkamering
Veel historische interieurs verdwijnen doordat oude woningen worden omgebouwd tot kleine zelfstandige wooneenheden. In november kregen we daarover alarmerende berichten binnen.
Hilbrand Edskes uit Groningen schreef ons: “In oude wijken in de stad Groningen wordt momenteel het complete historische interieur uit begin 1900 of ouder in de ene na de andere woning gesloopt, wegens ombouw tot kleine zelfstandige appartementen.
Daarbij worden originele trapleuningen, houtsnijwerk, marmeren schouwen, inbouwkasten, versierde stucplafonds, glas-in-lood ramen en ander vakmanschap in containers gedumpt. Ook de huurders die zo’n omgebouwd appartement huren, vinden het zonde dat alle historische elementen verdwenen zijn.”
Sindsdien is er veel te doen geweest rondom de historische interieurs in Groningen. Twee weken geleden vroeg de Stadspartij Groningen aan het college om te kijken naar mogelijkheden om de interieurs te behoeden voor de sloop. Nu wil de gemeenteraad ingrijpen, maar er is (nog) geen juridische grondslag om de sloop tegen te gaan.
Wel heeft de raad kunnen afdwingen dat de indiener van een sloopmelding te horen krijgt dat de eventueel te slopen historische elementen worden opgehaald door Stichting Monument en Materiaal. Dit is volgens de raad juridisch gezien het meest haalbare.
Verduurzaming
Wie op internet zoekt op ‘Historische Interieurs + isolatie’ komt een hele reeks sites tegen met tips, handleidingen en speciale materialen voor het verduurzamen en isoleren van historische gebouwen en monumenten.
Maar er komt ook een tien jaar oud artikel tevoorschijn van de Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad. De botsing tussen het overheidsbeleid om te isoleren en hoe dat voor historische gebouwen kan uitwerken wordt in dat artikel behoorlijk gedetailleerd benoemd.
Het jaartal van 2012 is waarschijnlijk niet helemaal toevallig. In dat jaar is namelijk het ‘convenant huursector’ van kracht geworden. In het ‘convenant huursector’ is afgesproken afgesproken dat vanaf 2020 alle huurwoningen van woningcorporaties gemiddeld energielabel B of beter hebben. En dat 80% van de particuliere huurwoningen energielabel C of beter heeft.
Dat lijkt het afgelopen jaar een rush aan isolatiewerkzaamheden te hebben opgeleverd.
Wat daarvan de schade of bedreiging van historische interieurs is, is niet goed vast te stellen. Maar je zou kunnen denken dat het bezit van veel particuliere verhuurders ook vaak panden in de binnensteden betreft. Bijvoorbeeld winkels met bovenwoningen.
De echte monumenten worden daarbij waarschijnlijk wel ontzien of beschermd, maar wat gebeurt er met al die andere historische gebouwen, bijvoorbeeld uit de 19de en begin 20ste eeuw?
Je kunt je ook afvragen in hoeverre al die handleidingen, richtlijnen, materiaal wijzers en adviezen uit de monumentensector deze particuliere verhuurders van historische panden bereiken en aanspreken.
Wat brengt de toekomst?
Misschien valt het allemaal wel mee, maar zolang we niet precies weten hoeveel historische interieurs in de verhuursector zitten, brengt de noodzaak tot isolatie en de wens tot stedelijke verdichting een mogelijke bedreiging voor de interieurs met zich mee. En zullen er in de komende jaren nog meer stucplafonds, schouwen, tussenwanden en glas-in-loodramen in de container verdwijnen.
Reacties
Reactie van Sander Smit, bewoner van een gemeentelijk monument:
Beste Redactie,
Goed dat u aandacht besteed aan de (grote) bedreiging van
verduurzaming (en verkamering) voor historische interieurs.
Niet alleen verhuurders hebben een probleem, ook eigenaren worden
middels steeds hogere energieprijzen (lees: energiebelasting)
efficient richting verduurzaming geduwd.
Naar mijn mening heeft een eigenaar van een monument onder het
huidige energiebeleid nauwelijks een echte keuze.
Ik zie wel wat oplossingsrichtingen:
– energiebelasting afschaffen voor monumenten waarvan het interieur
nog behoorlijk gaaf is en waar niet/nauwelijks goed geisoleerd kan
worden zonder dat interieur aan te tasten
– op zijn minst de teruggave energiebelasting (die nu is gebaseerd op
het gemiddelde verbruik van een doorsnee woning) voor monumenten
gaan baseren op het gemiddelde verbruik van een monument
– isolatie / energie maatregelen toestaan die het uiterlijk van een
monument aantasten, maar wel reversibel zijn. Bijvoorbeeld buiten
luiken plaatsen, dubbel glas aan de buitenzijde van originele
kozijnen of zonnepanelen / zonneboiler panelen aan de staatkant
wanneer een monument de pech heeft met de voorgevel naar het
zuiden te staan; een historisch interieur krijgen we nooit meer
terug, dubbel glas aan de buitenzijde is zo weer verwijderd als er
betere alternatieven zouden komen.
Met vriendelijke groet,
Sander Smit