Wie een lange antenne op zijn dak plaatst of zijn schutting wat te hoog bouwt, loopt een gerede kans op een boze brief van de gemeente. Wordt getalmd met het verwijderen van deze illegale aanpassingen aan het huis, dan zal naar verloop van tijd de overtreder een fikse dwangsom krijgen of komt de sterke arm persoonlijk langs om de toevoegingen te verwijderen op kosten van de overtreder. In veel gevallen heeft een overtreding niets te doen met kwaadwillendheid, maar met een onwetende onnozelheid. Schuttingen, tuinhuisjes, dakkapellen zijn snel gebouwd en vele personen komen er pas later achter dat de welstandsnota en het bestemmingsplan de afmetingen, dan wel het gebruikte materiaal niet toestaan. Dit weerhoudt de gemeente er overigens niet van om desgewenst stevig door te pakken en een kleine afwijking niet te dulden. In het welstandsbeleid (en ook het monumentenbeleid) is nu eenmaal afgesproken dit land mooi te houden. Jaarlijks komen vele tientallen, zo niet honderden van deze vaak futiele zaken bij de bestuursrechter op het bureau.
Maar wat als de eigenaar van een rijksmonument het pand willens en wetens voor redenen van persoonlijk gewin jarenlang tot onafwendbare afbraak laat verpauperen? En om de boel eens te accentueren de Raad van State oordeelt dat er sprake is van moedwillige verwaarlozing? In een dergelijk geval, beste lezers en lezeressen, is de kans levensgroot dat de eigenaar ongestraft vrijuit gaat. Dat blijkt weer eens uit de trieste teloorgang van het pand Grebbedijk 6 in het Gelderse Wageningen.
De zaak is velen bekend. Een groot 19e-eeuws dijkpand op een markante plaats in een van de weinige bewaard gebleven gave stukken oud-Wageningen wordt bijna twee decennia lang al het onderhoud onthouden. Uit de stukken blijkt vrijwel geen enkele verlichtende omstandigheid voor het optreden van de eigenaar, die zich in allerlei schemerige bochten wringt om maar niets te hoeven doen. De gemeente ziet, maar doet niets. Wel ontstaat het gebruikelijke jarenlang durende overlegcircuit tussen Rijksdienst, gemeente en eigenaar, waarin men vooral de ander aankijkt om wat actie te ondernemen. Wanneer de gemeente echter noodgedwongen onder druk van de publieke opinie toch optreedt en naar de rechter stapt (en uiteindelijk deze zaak verprutst), groeit inmiddels een boom door het dak van het huis. Juridisch houdt het dan voor de gemeente op, liever zet de gemeente Wageningen haar juridische apparaat in om verontruste lokale heemkundeverenigingen op een afstand te houden. Diezelfde verenigingen, die inmiddels bij de politie aangifte hadden gedaan van verwaarlozing, maar na anderhalf jaar wachten een kort briefje met spelfouten terug krijgen dat het Openbaar Ministerie het belang van vervolging in dezen niet zo ziet zitten.. Treurig… Treurig… Treurig.
Natuurlijk staan de beste schippers aan wal, zo ook de schrijvende kapitein van dit stukje. En niemand zal beweren dat de Monumentenwet de meeste handige handvatten biedt om dergelijke vermoedelijk vooropgezette verwaarlozing tegen te gaan. Maar uit bovenstaande blijkt wel een chronische onwil om iets te beschermen wat de wet van grote waarde acht om door te geven aan komende generaties Nederlanders.
Op de websites van de Rijksdienst van het Cultureel Erfgoed, de vele grote en kleine erfgoedbedrijven en natuurlijk op de onvolprezen site van de Erfgoedstem zijn elke week weer nieuwe cursussen, workshops, leergangen en andere initiatieven te vinden om monumentaal Nederland te leren kennen en te ontwikkelen: nieuwe kennis over onderwaterarcheologie, nieuwe inzichten over de inrichting van het oude landschap, nieuwe spectaculaire Romeinse vondsten. Maar misschien is het een idee om een gedeelte van de aandacht voor de sexy en glossy kant van de Monumentenzorg eens te besteden aan het ontwikkelen van een goed handhavingsbeleid.
Johan Teters
Laatste berichten van Johan Teters (toon alles)
- Twee deskundigen, twee meningen - 4 september 2017
- Onbestraft verwaarlozen en vernielen - 6 juni 2017
- Landschappen als beschermd dorpsgezicht? - 20 april 2017