
Leegstand Foto: Cate, Menno ten via wikimeida
Wat te doen met rijksmonumenten met kapotte ruiten, goten of daken, waardoor weer en wind vrij spel hebben? Gemeenten zijn bevoegd om op te treden tegen verwaarlozing. Maar het is wel verstandig om daar niet te lang mee te wachten. MARIJN HEIJERS & RUBEN ABELING
De eigenaar van een bepaald rijksmonument overtrad de wet door het voortbestaan van het gebouw in gevaar te brengen. Dat oordeelde in augustus de hoogste bestuursrechter van Nederland, de Raad van State. Het pand was zodanig verwaarloosd dat onder meer het dak vol met gaten zat. Met een zogenoemde ‘last onder dwangsom’, een financieel pressie middel, wilde de gemeente de eigenaar ertoe aanzetten het pand weer wind- en waterdicht te maken.
Deze stelde echter onvoldoende geld te hebben voor het noodzakelijke onderhoud. Maar een eigenaar mag zijn monument niet in gevaar brengen, ongeacht zijn financiële situatie, aldus de rechter.
Verwaarloosde rijksmonumenten
Rijksmonumenten zijn het behouden waard. Daarom zijn ze beschermd. Het is verboden om een rijksmonument zonder vergunning te slopen, te verstoren, te verplaatsen of te wijzigen. Bovendien is het niet toegestaan om een rijksmonument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een manier die het ontsiert of in gevaar brengt. In de jurisprudentie is bepaald dat zowel passief als actief verwaarlozen onder dit verbod valt.
Het is dus strafbaar om kapotte ruiten, goten en daken niet te herstellen, en om ramen en deuren langdurig open te laten staan, waardoor het ongehinderd in kan regenen. Ook moeten eigenaren van rijksmonumenten hun goten en regenpijpen goed laten functioneren om waterschade te voorkomen. Als zij onvoldoende maatregelen nemen om hun pand tegen weer en wind te beschermen, is de gemeente dus gerechtigd om handhavend op te treden. Dit gebeurt dan ook met enige regelmaat.
Anders dan verwacht
De zaak bij de Raad van State verliep echter anders dan verwacht. De eigenaar maakte het namelijk aannemelijk dat het niet mogelijk was om slechts de opgelegde maatregelen te nemen. Het herstel zou pas effectief zijn als het gehele gebouw aangepakt werd. De rechter kwam tot het oordeel dat de opgelegde last van de gemeente niet aansloot op de motivering in het besluit tot handhaving.
Daarom vernietigde de Raad het besluit van de gemeente. Uit deze uitspraak volgt dat een gemeente in de last onder dwangsom of bestuurs dwang moet omschrijven welke specifieke maatregelen een eigenaar moet nemen om het gevaar voor het voortbestaan van zijn rijksmonument te stoppen.
De gemeente zal dat van geval tot geval moeten beoordelen. Maatregelen die het monument slechts tijdelijk beschermen, zoals een zeil spannen, zullen doorgaans niet volstaan, maar duidelijk is wel dat algehele restauratie niet kan worden afgedwongen. Daarom is het ook van belang dat gemeenten tijdig ingrijpen. Op die manier is een eigenaar nog in staat om op betrekkelijk eenvoudige manier maatregelen te nemen, zonder dat het hele monument hoeft te worden aangepakt.
Marijn Heijers is beleidsjurist bij de directie Erfgoed en Kunsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ruben Abeling is jurist bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, m.a.heijers@minocw.nl & r.abeling@cultureelerfgoed.nl.
Nadere informatie: InfoDesk, info@cultureelerfgoed.nl.
Jurisprudentie: uitspraken van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 1 februari 2012, zaaknummer 201101486/1/A2 en van 20 augustus 2014, zaaknummer 201308200/1/A1.
Dit artikel verscheen eerder in het Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2015 no. 1 pagina 23
Eeuwige zonde. Met specifieke maatregelen is verval vaak te stoppen, en wordt er tijd gecreëerd om plannen te maken. Tijd die vaak erg waardevol is.