De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit is niet akkoord met de bouwplannen van het Amsterdam Museum. De voorgestelde ingrepen zijn te massief en de balans tussen oud en nieuw ontbreekt, schrijft Parool op 17 februari jl.
Het museum, bestaande uit een historische samenklontering van 25 gebouwen in de binnenstad van Amsterdam, maakte begin deze maand de plannen voor een verbouwing bekend. Er zouden onder meer een aantal nieuwe zalen en een daktuin met uitzicht en een nieuwe entree komen. “De bezoeker ervaart het gebouw als een doolhof met doodlopende gangetjes en zalen die alleen via smalle trapjes te bereiken zijn”, vertelt architect Annette van Baren aan het Parool. Met de ingreep wil het museum meer ruimte scheppen voor diens collectie, de route door het complex verbeteren en de gehele huisvesting verduurzamen.
Kritiek
Maar, niet iedereen was het eens met de plannen. Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad gaf in november al aan zich zorgen te maken over de uitwerking van de plannen. Kunsthistoricus Walther Schoonenberg spreekt van een onacceptabele aantasting van de middeleeuwse stedenbouwkundige structuur. “De nieuwe entree is een megalomane aantasting van het beschermd stadsgezicht. Het tast ook de essentie aan van het voormalige kloostercomplex waarvan de buitenschil gesloten is en slechts enkele poortjes toegang geven tot een relatief besloten binnengebied. Misschien nog wel erger is dat men van de hoogmonumentale Meisjesplaats, met architectuur van Jacob van Campen , een modieuze tuin in Engelse landschapsstijl wil maken met een horecaterras. Het Italianiserende karakter van dat plein is zo bijzonder in Amsterdam, dat je er helemaal niets aan zou mogen veranderen.”
Zij waren niet de enige, blijkt nu. Afdeling Duurzaamheid en Ruimte geeft een negatief advies over de plannen en de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit stuurt het Amsterdam Museum terug naar de tekentafel. Dat het gebouwencomplex moet worden verbouwd om ook in de toekomst als museum te kunnen worden gebruikt, onderschrijft de CRK. Maar in het plan dat er nu ligt is ‘onvoldoende balans tussen oud en nieuw en klein en groot. De voorgestelde hoofdingrepen zijn nu te massief.’
Is een verbouwing het waard?
Het middeleeuwse doolhof van opeengepakte historische gebouwen wordt blijkbaar als ongeschikt gezien voor een toeristische museum. En het klopt: het museum is lastig te vinden en de grote letters op de nieuwe ingang maken het museum beter zichtbaar.
Maar het Amsterdam Museum is nooit echt een hele grote trekpleister geweest en wij (red.) vragen ons sterk af of de verbouwing hier heel veel aan zal veranderen. Musea over de historie van een stad vindt je door heel Europa, maar trekken nergens hordes toeristen. Het gaat vaak slechts om een kleine groep geïnteresseerden die dit soort musea bezoekt. De vraag is dus ook ‘hoe ver moet je gaan’. Is het afbreken van weer een deeltje van de historische bouwmassa deze volgende poging waard? Reacties zijn welkom onder dit bericht.