Erfgoed en kunst elitair? In Haagse volkswijk Transvaal schilderen ze er op los

Foto: Vanja Treffers

Zijn erfgoed en kunst te elitair? Kunstenares Vanja Treffers uit Den Haag denkt van wel. Samen met kunstenaars Cosi en Flop en drie bevriende bestuursleden heeft ze stichting Topaze opgericht.  Vanuit Topaze, genoemd naar de edelsteen die zich aanpast aan de omgeving, worden kunstworkshops en uitjes georganiseerd voor bewoners uit de buurt Transvaal in Den Haag. Vanja: “We zijn erachter gekomen dat kunst en erfgoed niet vanzelfsprekend is voor iedereen. Ons doel is om het beter bereikbaar te maken.”

Transvaal wordt ook wel het afvoerputje van Den Haag genoemd. De buurt wordt gekenmerkt door verloedering, huisjesmelkers en gezinnen van migratiearbeiders in te krappe woningen. Vanja vindt dit slechte imago van de buurt jammer en ziet juist een plek waar veel te winnen valt. Met community art hoopt ze de buurt op te trekken. En het werkt, zelfs de wijkagent is blij. Want de jongeren die workshops doen bij Topaze, hangen niet op straat en hebben volgens de agent minder kans om met justitie in aanraking te komen. “Je kunt je geld beter goed besteden.”

Vanja aan het werk (links)

Kunst komt dichterbij

Topaze organiseert kunstworkshops voor jong en oud (van 13 tot 83) en neemt de bewoners mee naar musea, tentoonstellingen en monumenten. Nu met corona zijn dat vaak stadswandelingen. Vanja: “Ik voel de verantwoordelijkheid om kennis met elkaar te delen. Everyday is a schoolday, ook voor mij. Door de mensen mee te nemen naar musea of monumenten, leren ze zo veel nieuwe dingen. Er gaat een wereld voor hun open.” Maar naast de uitjes, vindt Vanja het belangrijk dat de mensen ook zelf kunst maken: “Doordat ze iets kunnen op het gebied van kunst, groeit hun zelfvertrouwen.”  Cursist en bewoonster van Transvaal Sebieren beaamt dat: “Doordat je zelf leert schilderen, komen de kunstwerken van Rembrandt en Van Gogh dichterbij. Je herkent technieken en misschien, met veel oefening, zou je zoiets zelf ook wel kunnen maken.”

Sebieren aan het schilderen.

Niet iedereen is meteen enthousiast. Vanja: “Mensen zeggen gauw dat ze niet kunnen tekenen. Maar als je ze een gerichte opdracht geeft, gaan ze het toch proberen.” Vooral bij jongeren blijkt het soms lastig om de interesse voor kunst en erfgoed te wekken. ‘Is dat nou kunst?’, vragen ze dan. Vanja gaat met ze in gesprek en vraagt wat zij mooi of leuk vinden. “Dan komen de verhalen los en blijken ze meer met kunst of erfgoed te hebben dan ze zelf hadden gedacht.”

Gesprekken

Topaze is een hechte groep van buurtbewoners geworden, vertelt cursist, geboren en getogen Hagenees en gepensioneerd timmervakman Piet. Dat komt onder andere door de open sfeer en de vele gesprekken die worden gevoerd.  Gesprekken komen op gang wanneer er wordt gezocht naar inspiratie voor het maken van een kunstwerk, door de herinneringen die worden opgehaald bij het bezoeken van een monument…  Vanja vertelt over een stadswandeling met het thema Den Haag en de Slavernij: “Ik vond het zo bijzonder dat, nadat de gids zijn verhaal had gedaan,  er allemaal verhalen naar boven kwamen van onze mensen over dingen die ze zelf hebben meegemaakt.”

Stadswandeling langs monumenten. Foto: Vanja Treffers

De positieve sfeer van de groep verbreedt  zich ook naar straatniveau. Zo komt Piet weleens jongeren tegen die hij bij Topaze heeft leren timmeren. Hij vindt het lastig dat er zo veel arbeidsmigranten in de wijk wonen die allemaal een andere taal spreken, zo kom je moeilijk met je buren in contact. Door Topaze leert hij de mensen uit de buurt beter kennen.

Hagenaren en Hagenezen

Den Haag is een stad met een grote tweedeling. Piet drukt dat mooi uit in ‘Hagenaren’ en ‘Hagenezen.’  Zou je deze twee groepen dichter bij elkaar kunnen krijgen doormiddel van kunst of erfgoed?  Vanja denkt van wel. “Door het organiseren van workshops of evenementen kun je mensen samenbrengen die elkaar normaal gesproken niet ontmoeten. Door kunst en erfgoed in te zetten, kun je daarnaast ook interesse voor elkaar opwekken. Iedereen heeft zijn eigen verhaal of associatie bij een kunstwerk of monument en kan er over met de ander in gesprek.” Piet vindt het jammer dat zo weinig Hagenezen zich voor kunst en erfgoed interesseren, maar denkt dat daar weinig aan te veranderen is. Piet: “De Hagenezen die geloven het allemaal wel, die trekken er zich niks van an. Zij interesseren zich voor voetballen.” Vanja ziet daarom kansen in het zo breed mogelijk trekken van kunst en erfgoed. Door het aan sport te koppelen, spreek je nóg meer mensen aan.

Links: Piet schildert. Rechts: Piet helpt jongeren met timmeren

Maar waarom zijn kunst en erfgoed elitair?  

Waarom is het niet toegankelijk voor een brede groep? Volgens Vanja voelt iedereen zich aangesproken door erfgoed , maar ligt het vooral aan de wereld eromheen dat het nog niet zo toegankelijk is.

Geld
Zo speelt onder andere geld een belangrijke rol. Vanja: “Laatst zag ik op tv een programma over iemand die met 1,5 ton schuld bijna op straat staat door de toeslagenaffaire van de belastingdienst.  Het programma erna ging over een schilderij van Rembrandt dat voor 5 miljoen geveild wordt.  Ik vind dat niet perse verkeerd, maar ik snap dat het voor mensen met een dagelijkse struggle lastig is om daar dezelfde waarde aan te geven.” Daarnaast worden de kosten van entreekaartjes ook als een drempel gezien, vertelt Sebieren: “Veel mensen zitten in de bijstand en kiezen er dan toch eerder voor om een cadeautje te kopen voor de kleinkinderen dan een museumticket.”

Waar Vanja zelf tegenaan loopt op het gebied van geld, is het lastige ‘subsidiejargon’ dat ze moet gebruiken wanneer ze subsidie voor de stichting wil aanvragen. “Soms dan word ik midden in de nacht wakker en denk ik verschrikt: ze spreken een andere taal. Maar ik zal toch moeten leren hoe je cursisten en doelen omschrijft in ‘subsidietaal’.  Want het geld hebben we hard nodig.”

Jongeren in de werkplaats van Topaze.

Geen gewoonte
Voor veel mensen zijn kunst en erfgoed geen gewoonte, merken zowel Vanja, Piet als Sebieren op. Vanja: “Veel ouderen wilden vroeger wel tekenen of schilderen, maar dan werd door de familie gezegd dat werken meer oplevert.” Sebieren: “Mijn ouders waren landbouwers, die waren blij dat ze hun kinderen konden kleden en voeden. Als je niet zo rijk bent zit het niet in de cultuur om geld uit te geven aan kunst en erfgoed.” Piet denkt dat het gebrek aan kennis en opleiding zorgt voor de geringe interesse van de Hagenezen in kunst en erfgoed. “Wat interesseert het hun nou?  Ze hebben op school nooit wat geleerd over kunst of erfgoed en kunnen er daardoor ook niet over meepraten.” Door met een groep naar een monument of museum te gaan, wordt het makkelijker gemaakt, vertelt  Vanja: “Dan zijn ze niet alleen en kunnen ze met elkaar praten over wat ze zien.”

Wat is kunst?
Er is maar een kleine groep die bepaald wat kunst of erfgoed is. Dat vinden Vanja, Piet en Sebieren jammer, omdat de cursisten van Topaze zich daar ook geregeld mee bezig houden. ‘Waarom is dit nou kunst?’ of ‘Waarom is dit geen kunst?’ De bewoners van Transvaal denken er graag over mee. Zo lijkt het Sebieren een mooi idee om een museum te maken voor speelgoed dat door kinderen zelf is gemaakt. “Vroeger maakte ik zelf poppetjes van klei of vogeltjes van riet. Dat is ook allemaal kunst, maar daar stond ik toen niet bij stil omdat ik er nooit een complimentje over kreeg. Zo’n museum kan laten zien hoe creatief je kunt zijn met weinig geld.”

Dat kunst en erfgoed nog vrij elitair is, daar kijkt Vanja vooral positief tegenaan, ze ziet kansen. “Er zijn nog veel mooie schatten om te openen. Wij vinden het een uitdaging, een avontuur, om met de bewoners van Transvaal de weg naar kunst en erfgoed te bewandelen. Ik weet zeker dat wanneer we andere groepen in de kunst- en erfgoedwereld betrekken, er nog vele onverwachte en vooral leuke bevindingen worden gedaan.”

Meer weten over Topaze?
https://www.topaze.net/topaze2010/

Sebieren schildert portret van Piet